Vorige zondag stond de laatste superprestige van het seizoen op mijn programma. Ik had me reeds kunnen aanpassen aan de Eiffelse lucht, want ik verbleef sinds dinsdag reeds met familie in Burg-Reuland.
De zondag begon niet rooskleurig, althans niet wat het weer betreft: regen en frisjes voor de tijd van het jaar. Het was dan ook niet verwonderlijk dat we onze wetsuits mochten gebruiken tijdens het zwemonderdeel.
De zwemstart was niet al te best. Aanvankelijk zwom ik in 5e of 6e positie, maar in het 2e rondje heb ik mezelf naar de 3e positie gesleurd. De wissel was alles behalve snel. Ik vond het koordje van het tiret van de wetsuit niet meteen en verloor daardoor 20 kostbare seconden.
Als 5de begon ik zo aan het fietswerk. Na de eerste klim sloot ik aan bij de 2 Trigt’ers Rositano en Rosu. Ik had echter geen idee hoeveel er nog voorop lagen. Ik zag nog één iemand voor me rijden, Dirk Bockel, die de koploper bleek te zijn. In de 2e ronde kon ik m’n 2 kompanen achterlaten en kon ik trachten aan te sluiten met de voortvluchtige. Ik kwam echter ettelijke meters tekort. Nadien verloor ik beetje bij beetje terrein en zag ik dat 2 LTTL’ers (Jammaer en Hoeyberghs) samen met de 2 Trigt’ers (Rosu en Rositano)me naderden en heb ik me laten inlopen. Bij het begin van de volgende ronde konden de 2 Trigt’ers weerom niet volgen in de eerste venijnige klim en waren we nog met z’n drie als eerste achtervolgers. Onze achterstand op de koploper was nooit echt groot. Dichter kwamen we echter niet. Integendeel. Na de 4 rondes hadden we een 1’10 achterstand.
Het lopen verliep aanvankelijk nog goed. Om de genezen blaren niet opnieuw te laten openspatten heb ik weerom compeed en tape aan mijn voeten gebruikt. Het lopen ging me echt niet af. Mogelijks zitten de blaren die me reeds 3 weken parten spelen en daardoor m’n trainingen verstoren daar voor iets tussen. De benen voelden te zwaar aan om de heuvels te kunnen trotseren. Halfweg het lopen lag ik in 8e positie. In de 2e ronde heb ik de 2 Trigt’ers die ik in begin van het wedstrijdverloop tegen kwam nog moeten voorlaten. Aan de finish was ik niet zo moe als anders na een wedstrijd, maar hebben vooral de benen het zwaar te verduren gehad.Het gaf me natuurlijk mentaal een domper wanneer na 1 ronde reeds 4 atleten me voorbijliepen. Een 10e plaats is echter ook niet slecht, maar er zat veel meer in. We weten waaraan we volgend seizoen moeten werken: het lopen. Hopelijk zal dat dan zonder blessureleed zijn.
Maar eerst neem ik nog deel aan de Zwintriatlon op 6 september. Tot dan.
Karel