Mijn eerste overwinning in een Superprestige wedstrijd verdient wel een verslagje denk ik.
Daar waar andere organisatoren graag vasthouden aan één formule en die uitbouwen heeft de Leuvense triathlonclub (TDL) de traditie van te variëren. Dit jaar tekende ze voor een Superprestige wedstrijd over de halve afstand, meetellend voor 2 nieuw opgezette eindklassementen, het SP lange afstand-circuit en het 3athlon.nl niet stayer-circuit.
Dat de niet-stayer triathlon in België opnieuw aan een grote opmars bezig is is al langer duidelijk. Hat man-tegen-man gevecht spreekt de recreant duidelijk aan. En om zijn wedstrijd tot een goed einde te brengen is hij blijkbaar bereid om diep in de geldbeugel te tasten, al dat blinkend carbon, volle wielen, tijdrithelmen en andere aërodynamische hoogstandjes dat ik gisteren kon aanschouwen in de wisselzone in acht genomen.
Leuven was mijn eerste belangrijke afspraak van het jaar. Hometown Leuven, waar ik al heel wat fraaie momenten heb mogen beleven, al of niet triathlon gerelateerd, waar ik al zwaar heb afgezien (niet meer wetend van welke parochie ik was), al of niet triathlon gerelateerd…
Mijn voorbereiding was in orde, een eerste test in de recreatieve niet-stayerwedstrijd in Geel was positief uitgevallen. De 2 weken daarna had ik nog heel goed en gericht kunnen trainen. De SP wedstrijd in Meerhout was mijn laatste intensieve training. Daar ben ik door mijn beresterke OilService-ploegmaat Stijn Goris (van je maten moet je het hebben…) van het kaske naar de muur gereden maar toch was ik tevreden, ik wist dat ik allesbehalve fris aan de start stond, kwam er naar toe om af te zien en afzien is wat ik gedaan heb. Dan was het rusten tot Leuven.
Hoewel mijn trainingen dus allemaal heel goed verlopen waren stond ik toch met een klein hartje aan de start. Ik was namelijk woensdagavond beetje ziek geworden en dat ellendig gevoel is blijven duren tot vrijdag. Ondanks goed bedoelde woorden als 'superform en ziek zijn ligt vlak bij elkaar' of 'da kan goed zijn want dan heb je antilichamen in je bloed (???)' of 'Cameron Brown heeft ooit Ironman Nieuw-Zeeland gewonnen na een hele week met griep in z'n bed gelegen te hebben' heb ik zelfs even getwijfeld over mijn deelname. Ik was zenuwachtig, zonder meer…
Zaterdag ben ik echter gaan slapen met het gedacht, een beetje opgepept door mijn eigen woorden in een artikel in Het Nieuwsblad van die dag, klinkt het niet dan botst het maar, we gaan voor die top-3…!
Ok, genoeg voorbeschouwing, tijd voor de wedstrijd.
Om mijn podium-ambities waar te maken moest ik zien zoveel mogelijk voorsprong bij elkaar te rapen als mogelijk, doch ingebouwd met voldoende reserve om niet als een kaartenhuisje in elkaar te zakken tijdens het lopen.
Ik was dan ook blij verrast al met een minuut voorsprong op Dennis Devriendt, belager nummer 1, uit het water te komen. Dat was een onverwachte bonus. Op het verste punt van het fietsparkoers kon je heel goed en makkelijk je voorsprong (of achterstand) inschatten, je draaide er 180° en kruistte er zo je tegenstanders langs de andere kant van het kanaal. De eerste doortocht was het dus meteen inschatten wat de situatie was. Ik had me voorgenomen niet direkt het volle pond te geven maar om te proberen van een zo gelijk mogelijke fietsrace af te werken. Dat is me ook perfect gelukt, ik ben nergens stilgevallen. Daar waar mijn voorsprong de eerste 2 ronden slechts mondjesmaat toe nam verdubbelde die uiteindelijk helemaal de laatste 2 ronden. Er was ook een hindernis in het parkoers, de Keizersberg, die we uiteindelijk 5x over moesten maar heb daar nooit geforceerd, gewoon rustig naar boven gepeddeld.
Belager nummer 2, Bruno Clerbout, bevond zich op anderhalve minuut van Dennis. Belager nummer 3, Karel Pardaens, en belager nummer 4 waar ik vooraf rekening mee gehouden had, Jourie Gokel, zag ik niet meer tijdens het kruisen, wat wou zeggen dat hun achterstand meer als 7min bedroeg.
De vragen die me de laatste kilometers bezig hielden waren 'allemaal goed en wel maar is het genoeg?' en 'hoe verteer ik mijn fietsen?'.
Ik vond echter vrijwel onmiddelijk een goed loopritme. Mijn belagers weten dat mijn lopen mijn zwakste punt is dus was het zaak van hen zoveel mogelijk de moral te ontnemen. In praktijk omgezet: zeker de eerste loopronde zo weinig mogelijk teruggeven van de opgebouwde voorsprong. Stuik ik daar al volledig in elkaar ben ik een vogel voor de kat…
Daarom denk ik dat ik mag stellen dat ik mijn wedstrijd gemaakt heb tijdens het fietsen maar gewonnen heb tijdens mijn eerste loopronde. Niemand kwam echt spektakulair terug. Geen idee of ik in mijn opzet gelukt ben om hen de moral te ontnemen maar mijn moral kreeg in elk geval een boost. Mij verzorgen, voldoende energie en water innemen en vooral niet afgeven was wat er mij te doen stond.
Hoewel mijn eerste plek nooit echt in gevaar is geweest was ik pas echt gerust in mijn overwinning bij het opdraaien van de laatste rechte lijn met nog zo'n 500m te lopen. De laatste ronde heb ik wel 20x gevraagd hoe ver het nog was en hoeveel mijn voorsprong bedroeg. Ik heb toch zwaar afgezien nog.
Met de finishboog nu echt in zicht was het genieten, genieten van mijn eerste Superprestige overwinning, van mijn eerste overwinning in een triathlon die er toe doet.
Sportieve groeten,
Sjerrie.