Terwijl sommige mensen erbij zweren, hebben andere mensen een haat-liefde verhouding met hun indoortrainer. Liefde wanneer je een alternatief hebt voor het stormachtige weer buiten en haat wanneer je vervolgens daadwerkelijk op de fiets zit om die eindeloze training af te werken. Zes gedachten die dan wel eens de revue passeren:

1. ‘Hoe ver kunnen mijn armen reiken vanaf deze fiets?’

Het moment dat je goed en wel op de fiets zit en erachter komt dat de afstandsbediening, je telefoon of handdoek nét buiten bereik ligt. “Hoe zorg ik dat ik zonder uit te klikken en zonder de aansluiting in Zwift te verliezen, die telefoon te pakken krijg?”

2. ‘Maak ik wel optimaal gebruik van de ventilator?’

“Zou het beter zijn als ik hem tien centimeter naar rechts schuif? Nee…dat helpt niet. Misschien moet ik hem iets omhoog richten en in mijn gezicht laten blazen? Of misschien was het eigenlijk gewoon het beste zoals hij stond toen ik begon. Hoe kan het dat het hier überhaupt zo snel warm wordt? Misschien moet ik maar een raam of deur openen…”

3. ‘180 watt? Hoe dan?’

Wanneer het voelt alsof je met de snelheid van het licht de trappers rondtrapt, maar je fietscomputer een teleurstellend wattage laat zien, gevolgd door het pijnlijke besef dat je later die rit nog 50 of zelfs 100 watt meer moet trappen dan je nu al doet. Dat lijkt bijna onmogelijk.

4. ‘Hoe kan het dat ik pas acht minuten heb gereden terwijl het voelt als twintig?’

“Werkt die klok wel? Geweldig…deze rit gaat een eeuwigheid duren.”

5. ‘Zit ik eigenlijk wel goed?’

Aangezien binnen fietsen een stuk moeilijker kan voelen dan buiten, wordt je fietspositie al snel als schuldige aangewezen wanneer het even niet lekker gaat. “Zou het zadel misschien iets omhoog moeten? Of juist lager?”

6. ‘Wat zal ik eens gaan eten na deze training?’

Hoe langer je op de fiets zit, des te langer deze lijst wordt en des te moeilijker het is om je niet door ongezonde snacks te laten verleiden. Op sommige dagen voelt het nu eenmaal alsof je minstens vijf borden eten nodig hebt om er bovenop te komen.