Terwijl de Argentijnse Juan Pablo Savonitti de laatste paar kilometers van de dag afwerkt treffen wij hem aan onder de brandende zon in een gebied vol gigantische cactussen. Geen makkelijk stuk, maar Savonitti is wel wat gewend ondertussen. Op 1 januari 2019 begon zijn avontuur in Ushuaia, Vuurland: de meest zuidelijke stad van de wereld en dus ook het uiterst bewoonde puntje van het Amerikaanse continent. Het doel? Van dit punt tot aan Prudhoe Bay in Alaska lopen. Een monsterafstand van bijna 20.000 kilometer. De eerste 5250 zitten erop als wij hem in Purmamarca, Argentinië, tegen het lijf lopen.

De 38-jarige Savonitti maakt direct duidelijk dat zijn verhaal verder reikt dan slechts het behalen van deze uitdaging. ,,Mijn ouders zijn beiden doof en ik ben dus opgegroeid met gebarentaal. Dit project is bedoeld om gebarentaal meer bekendheid te geven en de integratie tussen doven en de rest van de wereld te verbeteren.”

Zuurstofgebrek 
Een eerste kwart van het avontuur zit er al op, maar met een groot deel van de Andes en de zoutvlakten nog in het vooruitzicht, nadert misschien wel de zwaarste etappe. ,,Ik denk dat ik nu het zwaarste deel van de trip doormaak, door de hoogte. Ik voel dat ik weinig zuurstof heb.” Met een gebied dat veelal hoger dan 3000 meter boven zeeniveau ligt is dat niet gek. ,,Gisteren heb ik 43 kilometer gelopen in 4:27 uur, maar daarvan heb ik een kilometer geklommen. Vandaag loop ik eerst 23 kilometer en nog eens 27 kilometer met bijna 2000 hoogtemeters. Dat is bijna zelfmoord”, lacht de atleet. Veel mensen krijgen dan ook last van hoogteziekten in het gebied. Mensen kunnen de trap al bijna niet oplopen zonder naar adem te happen, laat staan hardlopen. En dan ook nog eens flinke afstanden: ,,Ik kan bijna geen 50 of 60 kilometer per dag lopen op het moment. Ik doe meestal misschien 30 of 40 kilometer en dan in twee delen. Het is echt zwaar en het wordt nog moeilijker als ik straks de grens met Chile passeer; dan kom ik op hoogtes van 4800 meter. Dat gaat echt lastig worden.”

Politie begeleiding en trolleys 
Daarbij verandert de aanpak sowieso zodra Argentinië achter de rug is. ,,De politie begeleidt mij in Argentinië met de auto of fiets”, legt Savonitti uit als we hem vragen hoe hij zijn spullen verplaatst. ,,Daarbij regelen ‘home offices’ vaak een gratis overnachting en soms krijg ik eten.” Of ze dat in Chile ook zullen doen? ,,Dat denk ik niet”, lacht de atleet. ,,Maar ik heb een gesponsorde trolley van een Amerikaans bedrijf; die kan ik aan mijn heup vastmaken en daar kan ik dan een tent in doen, iets om eten klaar te maken en voeding.”

Hoe het begon
De liefde voor hardlopen ontstond al een beetje toen de Argentijn op zijn zestiende begon met de sport. ,,Dat deed ik tot ik een jaar of twintig was. Toen stopte ik en deed ik wat aan volleybal en basketbal. Daarnaast liep ik als amateur misschien vijf kilometer per week. Maar toen ik in 2016 in Bulgarije aan het werk was, vertelde iemand mij over een race in de buurt van het kantoor. Hij vertelde dat het een wedstrijd van 100 kilometer was met 2000 hoogtemeters. ‘Dat is niet mogelijk’ reageerde ik. Toen ging ik het Googlen en zag ik dat hij serieus was. Met nog maar twee dagen tot de race probeerde ik mij te registreren.” Zonder training? ,,Ja”, lacht Savonitti terwijl hij een slok uit zijn bidon neemt. ,,Maar de inschrijving was al gesloten, dus ik belde de organisatie en vroeg hoe dat mogelijk was aangezien ik helemaal vanuit Argentinië was gekomen voor deze race. Ze zeiden dat ze niet wisten dat ik een elite atleet was en dat ze het zouden regelen. Ik heb nooit gezegd dat het wel of niet zo was. Ik hield gewoon mijn mond, dus technisch gezien heb ik niet gelogen”, neemt de atleet ons lachend mee terug in de tijd.

,,Ik mocht naar het kantoor komen en starten. Ik was zo bang. Maar ik deed het toch, zonder training. Honderd kilometer was niet teveel: ik wandelde voornamelijk aangezien ik op hardlopen niet goed genoeg voorbereid was. Ik finishte uiteindelijk in dertien uur. Het volgende weekend deed ik weer een race: 141 kilometer en 6000 meter klimmen.” Een periode met veel extreme races en uitdagingen volgde, maar Savonitti wilde meer: ,,Ik had op een gegeven moment geen zin meer om wedstrijden deel te nemen, maar wilde zelf een grote trip hardlopend afleggen. En ik had een groter doel”, waarmee de atleet nog eens verwijst naar zijn motivatie om de dovengemeenschap te steunen.

De afstand die Savonitti tot nu toe heeft afgelegd. (Foto: screenshot niamalimits.com)

Herstellen en dieet
Ondertussen zit een deel van deze trip er dus alweer op. Om zover te komen en uiteindelijk Alaska te halen, moet Savonitti goed naar zijn lichaam luisteren: ,,Ik loop vijf of zes dagen en dan heb ik een rustdag. Ik respecteer mijn lichaam. Als het een signaal geeft dat ik moet rusten, dan doe ik dat.” Anders dan normaal volgt de atleet geen streng dieet: ,,Ik eet heel veel. Het maakt mij niks uit wat ik eet. Toen ik in Europa wedstrijden deed was ik daar streng in: geen suiker, geen granen, geen vet. Nu – met alle impact op mijn lichaam – maakt het niks uit wat ik eet. Al probeer ik natuurlijk wel zo gezond mogelijk te eten.”

Liever aardappelen 
In sportdranken en gels gelooft Savonitti echter niet. ,,Ik gebruik geen gels. Ik hoef geen snelle tijden neer te zetten en ik vind het shit”, verklaart Savonitti duidelijk terwijl hij zich verontschuldigd voor het taalgebruik. ,,Er zitten teveel chemicaliën in. Het is slecht voor je pancreas, lever, galblaas. Ik eet liever gekookte aardappelen of ik maak zelf gels van aardappelpuree.”

Tempo’s en bijzondere ontmoetingen
Ondanks de gigantische afstanden die Savonitti bijna dagelijks aflegt, ligt het tempo hoog: ,,Ik loop ongeveer tussen de elf en dertien kilometer per uur.” Dat het soms nog best hard gaat bevestigt fietser Tomas Coronado, die sinds enkele weken Savonitti vergezeld. ,,Ik fietste laatst met de politie met hem mee en we konden hem omhoog niet bijhouden toen hij versnelde. Deze man is een beetje gek”, lacht de Spanjaard.

De twee ontmoetten elkaar op de route en besloten samen verder te gaan. ,,Ken je de film Wild Tales?”, vraagt Coronado terwijl hij een onduidelijke blik van ondergetekende krijgt. ,,Die moet je kijken”, zegt hij en hij noteert direct de naam. ,,In de film zit een scène bij een brug op Route 40. Daar kwamen we elkaar tegen. Pablo zat nogal in een wilde situatie”, lacht Coronado. ,,Ik zoende mijn vriendin net als in de scène van de film”, lacht Savonitti nadat hij eerst twijfelt of het de Nederlandse media wel mag halen. ,,Ik verontschuldigde mij, maar Tomas zei ‘geen probleem, het is tenslotte een wild tale’; net zoals in de film. Dat is hoe we elkaar hebben ontmoet.”

,,Ik kom uit een dorpje in Spanje genaamd Bilches”, verklaart Coronado. ,,In het zuiden van Chile is ook een dorpje dat zo heet, daar ben ik een fietstrip begonnen richting het noorden. Ik had 2000 kilometer gefietst vanuit dat dorpje en Pablo vertelde dat hij 5000 kilometer had gerend. Ik kon het écht niet geloven. Toen we daarna een paar dagen samen in Salta waren, heb ik een lezing (over de integratie van doven in de samenleving, red.) van hem bijgewoond. Dat was geweldig. Hij legde uit waarom hij dit deed en ik besloot mee te gaan. Ik heb mijn plannen omgegooid.”

Stap voor stap volgen 
Iedere stap van Savonitti zal de komende maanden te volgen zijn: ,,Ik heb een GPS en mensen kunnen mij volgen via mijn website. Het is een mix van Bulgaars en Engels: niamalimits.com.” Of hij daar heeft gewoond? ,,Ik heb in Bulgarije gewoond, Zwitserland, Engeland, Italië en Rusland.” Waarop de gewaagde vraag volgde of hij dan ook alle talen spreekt. ,,Negen talen”, antwoordt Savonitti. ,,Maar geen Nederlands.” Hij maakt het een klein beetje goed: ,,Behalve ‘tot ziens’. Zeg ik het goed?”

De hele route. (Foto: Niamalimits.com)