Het is volop herfst; de bladeren kleuren geel en oranje, vallen van de boom en het is buiten nat en koud. Sinds de klok achteruit is gezet, is het daarbij ook nog eens vroeg donker en dat maakt het nog lastiger om een goed moment te vinden om de fiets op te springen. Maar, gelukkig hebben we Zwift! En om die indoor ritjes wat leuker te maken, is het fijn om af en toe eens een Zwift wedstrijd mee te doen. Het is dan wel zo handig als je weet hoe alles werkt. Daarom hebben we hieronder een aantal tips voor de perfecte Zwift race op een rij gezet:
1. Stel je erop in dat het anders is dan buiten fietsen
Terwijl Zwift natuurlijk een prima alternatief is voor fietstrainingen die je anders buiten zou doen, is het toch altijd net anders dan buiten fietsen. Om frustratie over bijvoorbeeld wattages en snelheid in Zwift te voorkomen, kun je het dan ook beter niet te veel vergelijken met je buitenritten. Zwift doet haar best om het zo waarheidsgetrouw mogelijk te maken, maar toch mis je de elementen: je kunt bijvoorbeeld niet spelen met je aerodynamica en laag zitten levert dus geen voordeel op. Maar Zwift probeert het ‘echte’ fietsen zoveel mogelijk te evenaren; zo kun je bijvoorbeeld watts besparen door in iemands wiel te rijden.
2. Zorg dat je op tijd bent wanneer je aan een Zwift race deelneemt
Om een goede startpositie te genieten is het raadzaam tijdig ‘aanwezig’ te zijn voordat een Zwift race begint. Zo kom je verder vooraan te staan dan atleten die op het laatste moment virtueel verschijnen.
3. Watts per kilogram is wat telt
Let niet teveel op je totale wattage als je een Zwift race rijdt. Nog los van het feit dat veel atleten een afwijkend wattage trappen in Zwift, kun je jezelf met dit getal niet met andere vergelijken. Let daarentegen op de watts per kilogram die atleten in jouw buurt rijden om te weten wat je moet trappen om bij hen te blijven of aan hen te ontsnappen.
4. Doe een warming-up voor je aan een Zwift race deelneemt
Het gaat vaak direct vanaf de start los in een Zwift race en dat kan nogal een aanslag zijn op je lichaam als je geen warming-up hebt gedaan. Bereid je daarom goed voor als je een Zwift wedstrijd gaat deelnemen en zorg dat je daarvoor al even warm hebt gefietst; zo kan je hopelijk direct mee in het hoge tempo dat je tegenstanders er ongetwijfeld op leggen. Als je in het begin de boot mist – wat atleten dus vaak gebeurt vanwege de doorgaans harde start – is het lastig om later terug te komen. Zorg daarbij ook voor een vliegende start en begin al vijf seconden voor de start met sprinten, zodat je goed weg komt.
5. Pace jezelf goed en verwacht geen rustmomenten
Het lijkt wellicht in strijd met de vorige tip, maar het is binnen Zwift – net zoals in het echt – belangrijk om de juiste balans te vinden tussen heel hard rijden en jezelf opblazen. Terwijl het tempo in een echte wielerronde soms nog wel eens zakt nadat je een tijd in het rood hebt gezeten – en je dus een beetje kunt rusten – is dat in Zwift vaak minder het geval. Je moet eigenlijk de hele race hard je best blijven doen en het is daarom belangrijk dat je niet al te vroeg in de wedstrijd al je energie verspilt in de hoop dat je de batterij later nog een beetje op kunt laden. Daarbij zijn de laatste vijf kilometer vaak het zwaarst; dus zorg dat je daar wat energie voor spaart.
6. Maak gebruik van PowerUps
Het is toch een klein beetje een computerspel en dat merk je wel aan de ‘super powers’ die je in Zwift kunt gebruiken, de zogenaamde PowerUps. Er zijn bepaalde momenten in een wedstrijd waarop je deze extra functies kunt verdienen, maar je moet niet vergeten ze vervolgens ook in te zetten, want anders verdwijnen ze weer.
Je kunt PowerUps verdienen die je 9,5 kilogram lichter maken voor vijftien seconden (dit heet ‘Featherweight’ en is handig voor klimmetjes). Er is ook een PowerUp die je extra laat genieten van je ‘draft’ met de ‘Draft Boost’ waarbij je voor een halve minuut 50% meer voordeel hebt van het stayeren. De derde ‘super kracht’ is de ‘Aero Boost’, die je kunt gebruiken om vijftien seconden lang aerodynamischer te zijn en dus een hogere snelheid te behalen. Dan is er de ‘Burrito’ die ervoor zorgt dat voor tien seconden niemand bij jou in het wiel kan hangen (bestonden die maar in het echte leven…). En tot slot: ‘Cloaking’, of ‘Ghosting’, waarbij je voor tien seconden onzichtbaar bent voor je tegenstanders. Deze is handig om in te zetten wanneer je wil ontsnappen.
7. Hou rekening met een kleine vertraging en een lange eindsprint
Het duurt even voordat je versnelling in Zwift is terug te zien. Het kan twee tot drie seconden duren voor je een verandering in tempo terugziet in de virtuele wereld. Begin daarom ook tijdig met het inzetten van je eindsprint, want terwijl dit in een normale wedstrijd vaak op de laatste 200 meter aankomt, gaan atleten in Zwift met nog zo’n 500 meter te gaan vaak al op de pedalen staan.
8. Kies de juiste fiets
Het lijkt misschien niet zo belangrijk op wat voor fiets je virtueel rijdt aangezien je er toch niet echt op zit, maar toch maakt de fiets – net zoals in een echte race – het verschil. Als je veel moet klimmen is het dus goed om een lichte fiets te kiezen en voor een ruig parcours kun je een gravel fiets selecteren. Je kunt zelfs een aerodynamische helm kiezen; dat zou ook nog een klein voordeel op moeten leveren. Eigenlijk kun je het zo gek maken als je zelf wil, want als je er wat geld voor over hebt, kun je ook virtueel de voordelen van betere – helaas wel duurdere – materialen ervaren.