De Nederlandse Triathlon Bond heeft zojuist laten weten dat het interne onderzoek dat naar de sociale veiligheid binnen het NTC liep, inderdaad aantoont dat er sprake is van groepsvorming, uitsluiting, roddelen en pestgedrag. Daaruit worden conclusies getrokken en inmiddels is bekend dat het bestuur van de NTB opstapt. Een samenvatting van het rapport vind je hier. Enigszins opvallend is dat alleen het bestuur opstapt en direct betrokkenen als directeur Rembert Groenman en Technisch Directeur Adrie Berk – die, zo blijkt uit gesprekken met tientallen atleten, niet van onbesproken gedrag zijn – in functie blijven.

Hieronder integraal het bericht van de NTB:

Vanmorgen zijn de conclusies van het rapport naar de huidige sociale veiligheid binnen het Nationaal Trainingscentrum Triathlon (NTC) bekend gemaakt aan alle betrokkenen. Na dit overleg heeft het bestuur van de Nederlandse Triathlon Bond aangegeven plaats te willen maken voor een nieuw bestuur dat in vertrouwen en zonder last van het verleden een nieuwe fase in kan gaan.

Onderzoek sociale veiligheid NTB

Op verzoek van het bestuur en de directie van de NTB heeft onafhankelijk onderzoeksbureau Fijbes een intern onderzoek gedaan naar de huidige sociale veiligheid binnen het Nationaal Traingscentrum Triathlon (NTC). Dit onderzoek is geïnitieerd in april van dit jaar en uitgevoerd in de periode september/oktober 2021. De conclusie van dit onderzoek luidt dat er binnen het topsportprogramma van de NTB onvoldoende sociale veiligheid bestaat. Het advies van de onderzoekers is om op korte termijn in te grijpen om de sociale veiligheid te vergroten. De onderzoekers doen daartoe een dertiental aanbevelingen waar zowel het bestuur als de directie zich geheel in kunnen vinden.

Geen ruimte voor grensoverschrijdend gedrag

In het rapport van Fijbes wordt gesproken over groepsvorming, uitsluiting, roddelen en pestgedrag. “Een sociale dynamiek waardoor belangrijke signalen niet worden opgemerkt en/of opgepakt worden.” De NTB wil benadrukken dat er binnen het NTC geen plaats is voor grensoverschrijdend gedrag van welke aard dan ook en dat de huidige situatie dus onacceptabel is. De NTB is dankbaar voor de moed van atleten die hebben meegewerkt aan het onderzoek en zal er alles aan doen om vanuit de NTB op zo kort mogelijke termijn een sociaal veilige omgeving te bieden waarin topsporters in alle opzichten met plezier tot hun recht komen.

Vooruitlopend op een definitief plan van aanpak is Rita van Driel vanaf vandaag op interim basis benoemd als onafhankelijk adviseur sociale veiligheid. Zij gaat aan de slag met de dertien aanbevelingen van het rapport Fijbes om de cultuurverandering op het gebied van sociale veiligheid in gang te zetten. Verder is het plan om op korte termijn een vervolgonderzoek naar misstanden in het verleden te starten.

Nieuwe fase met een nieuw bestuur

“In het belang van de topsport maakt het bestuur nu ruimte voor een nieuw bestuur, dat niet gehinderd wordt door het verleden en met nieuw vertrouwen en een frisse blik de toekomst in kan gaan”, aldus Wim van Oijen, scheidend voorzitter van het bestuur van de NTB. “De afgelopen tijd is werk gemaakt van een plan van aanpak dat directeur Rembert Groenman samen met een nieuw bestuur verder zal oppakken en uitvoeren.”

Tenslotte

Het is goed om te benadrukken dat het onderzoek van Fijbes is geïnitieerd vóórdat de berichten in de media verschenen over grensoverschrijdend gedrag bij de NTB. Dit is belangrijk omdat het onderzoek waar we nu over praten een onderzoek betreft naar de huidige situatie binnen het NTC en niet naar de situatie in het verleden, waarover atleten in de media hebben gesproken. Een onderzoek naar het verleden staat in de planning. Het is van belang dat iedereen die te maken heeft gehad met grensoverschrijdend gedrag de mogelijkheid heeft gehoord te worden en te zien wat wij doen om te voorkomen dat deze onacceptabele situaties zich opnieuw kunnen voordoen.

Van het onderzoeksrapport van Fijbes is alleen een deel openbaar. De reden dat niet het gehele rapport openbaar gemaakt wordt, is dat de anonimiteit van zowel betrokken atleten als staf gewaarborgd moet worden, zoals bij de start van het onderzoek is gegarandeerd aan de deelnemers.