Hij kwam zojuist als 57e over de streep, werd zodoende bijna laatste op ruim zes minuten achterstand en dat is uiteraard niet waar Donald Hillebregt voor naar Italië reisde. Nee, hij had het beter willen doen tijdens de World Cup Arzachena, maar is ook realistisch genoeg om vooruit te kijken. ,,Dit is een ontwikkelingsjaar. Ik weet wat er in mij zit en dat komt er echt een keer uit. Wat in het vat zit, verzuurt niet.”
Het zijn mooie woorden, maar pijnlijk is het natuurlijk wel dat het er vandaag dan niet uit kwam. ,,Natuurlijk had ik op veel meer gehoopt: het zou raar zijn als ik hier blij mee was. Het meest vervelende is misschien nog wel dat het de laatste weken écht goed gaat op trainingen. Daar ga ik niet normaal hard. Ik zoek nu nog naar een manier om die lijn door te trekken naar de wedstrijden.”
Dat lukt de afgelopen tijd nog niet zo goed erkent Hillebregt, daarbij terugkijkend op de World Cup in Karlovy Vary – waar hij last had van zijsteken – en nu dus Arzachena. ,,We zijn in mei begonnen met het aanpassen van mijn looptechniek. Sindsdien heb ik chronische spierpijn in mijn buik; soms kan ik niet eens normaal mijn bed uit, maar het levert me tegelijkertijd enorm veel op. Ik loop tempo’s die ik voorheen bij lange na niet haalde. Maar, het levert me óók steken op tijdens de wedstrijden: iets waaraan we nu keihard aan het schaven zijn.”
Ondanks zijn teleurstelling over zijn matige wedstrijd, begrijpt Hillebregt ook dat deze race zonder echte gevolgen is. ,,De rankings zijn bevroren, dus het kost me niet heel veel. Daarentegen heb ik wel heel veel geleerd en dat is ook waardevol. Dit jaar is echt een opstap naar 2021. Een ontwikkelingsjaar. Makkelijk is het niet, maar ik weet waar ik dit allemaal voor doe. En ik weet ook wat er allemaal uit kan komen.”