Het wordt terecht wel eens het vierde onderdeel van een triathlon genoemd: voeding. Voor iedere sport is de juiste brandstof natuurlijk ontzettend belangrijk, maar misschien bij triathlon nog wel extra; en dan al helemaal als we het over de lange afstanden hebben. Hoe belangrijk energie voor je lichaam is ondervond Evert Scheltinga aan den lijve. Na veel sprint en Olympische afstanden finishte hij in 2014 zijn eerste halve triathlon. ,,Terwijl ik het totaal geen probleem vond om zo lang te zwemmen en te fietsen, raakte ik tijdens het lopen steeds helemaal leeg. Ik had ook veel last van mijn buik: niet alleen in wedstrijden, maar zelfs in training”, aldus Scheltinga. Een diëtiste wist er uiteindelijk haar vinger op te leggen: fructose intolerantie.

Fructose is een andere naam voor vruchtensuiker. Je vindt het dan ook terug in fruit, groenten, honing of zelfs voor de helft in de doorsnee suikerpot in de keuken. Mensen met fructose intolerantie kunnen de suiker niet goed verdragen doordat het enzym xylose isomerase onvoldoende – of zelfs niet – aanwezig is in de dunne darm en zo de suiker niet kan worden opgenomen. Als gevolg daarvan komt de fructose onverteerd in de dikke darm terecht. Dit kan uiteindelijk buikpijn- en diarreeklachten geven. Bovenal haalt het lichaam dus ook geen energie uit de suiker.

‘Moeilijke darmen’
,,Ik had vroeger eigenlijk altijd al moeilijke darmen”, neemt Scheltinga ons mee terug in de tijd. ,,Het is niet echt een heel lekker onderwerp”, lacht hij. ,,Maar ik ben niet anders gewend dan dat ik hele dunne ontlasting heb. Als je dat altijd al hebt, vind je dat normaal. Ik weet nu wel dat het niet goed is.”

De 32-jarige atleet let dan ook sowieso meer op zijn voeding: ,,Het is niet alleen fructose waar ik gevoelig op reageer, ik denk dat mijn darmen sowieso lastig zijn. Als ik iets eet wat mijn lichaam niet bevalt – en het blijft lastig te zeggen wat dat allemaal precies is – dan zit ik een uur later alweer op de WC. Als je mij een muntje had laten eten, vind je die denk ik dan al weer terug. Dat zou ik eigenlijk ook eens moeten testen”, lacht hij. ,,Gelukkig heb ik de grootste veroorzaker van deze problemen dus ontdekt. Dat zorgt dat ik met mijn eigen voeding tijdens races nu niet meer leeg raak; niet doordat ik de verkeerde brandstof binnenkrijg in ieder geval.”

In het dagelijks leven
Of Scheltinga in het dagelijks leven dan ook heilig producten met fructose vermijdt? ,,Dan let ik er niet super veel op”, zegt hij. ,,Ik probeer wel op mijn voeding te letten en gezond te eten. Maar ik eet bijvoorbeeld wel gewoon fruit of koekjes en taart. Niet iedere dag taart, hoor”, lacht Scheltinga. ,,Ik heb ook vooral last tijdens inspanning en ik denk dat mijn lichaam er gewoon niets aan heeft; het kan er geen energie uit halen. Plus mijn darmen reageren dus slecht. Maar als ik buiten de training met mate wat fructose suiker eet – of zelfs tijdens een lichte training – gaat dat prima. Zolang ik in een wedstrijd en training maar zorg de juiste energie binnen te krijgen.” Gelukkig valt Scheltinga ook dan niet direct om bij het nemen van een suikerklontje: ,,In de laatste paar kilometers van een hele triathlon pak ik zelfs nog wel eens Cola aan; dan kan het geen kwaad meer – tenminste niet tot aan de finish – en ik heb altijd het idee dat de cafeïne nog een fijne laatste boost geeft.”

(tekst gaat verder onder foto)

(Foto: Romy Louise van Schooneveld)

Races
Al zijn er voldoende alternatieven, het vormt soms toch een praktisch probleem, vooral tijdens races: ,,Eigenlijk bieden wedstrijden bijna nooit fructosevrije gels of sportdranken aan. Dus ik neem deze altijd zelf mee in mijn pakje of ik laat iemand ze aangeven vanaf de kant als dat is toegestaan. Helaas mag dat alleen vaak niet meer; dat vind ik wel een groot nadeel, vooral tijdens een hele triathlon. Dan kan ik alleen maar op gels racen, terwijl ik het liefst een basis van sportdrank gebruik.”

Fructosevrije sportdrank en gels
Scheltinga heeft ondertussen de juiste formule gevonden voor zijn voeding. ,,Wat ik het meeste gebruik in training en in races is een oplossing met een basis van maltodextrine, dextrose (andere suikers, red.) en zout in water. Daarnaast heb ik het geluk dat mijn sponsor speciaal voor mij fructosevrije gels heeft ontwikkeld. Als ik dus geen eigen voeding aan kan pakken in een wedstrijd, race ik puur op die gels.”