Frankrijk heeft opnieuw laten zien een ijzersterk duathlon land te zijn. Het EK Duathlon, dat zojuist op Ibiza werd gehouden, werd namelijk gedomineerd door de Fransen: bij de mannen ging de winst naar Yohan Le Berre en bij de vrouwen naar Sandra Levenez. Bij de elite was er Nederlandse inbreng van Yennick Wolthuizen (top twintig) en Marlou Bijlsma (gelapt en dus niet gefinisht).
Na afloop van de race, die halverwege het fietsonderdeel ophield voor Bijlsma, keek de Nederlandse terug op een bijzondere wedstrijd. ,,Het is zo gek om iedereen weg te zien rennen en dat je dan zelf nog vijftien seconden moet wachten”, blikt ze terug op de tijdstraf die een groot deel van de Nederlanders had omdat ze gisteren onverhoopt te laat waren bij de atletenbriefing. ,,Al die meiden lopen al zo hard, dus mentaal is het dan zwaar om met die achterstand te beginnen. Ik wist dat ik mijn eigen plan moest trekken en me niet gek moest laten maken.”
Toch ging het lopen vanaf het begin slecht. ,,Ik weet niet wat ik had. Ik lag vanaf het begin helemaal achteraan. Het was warm, ik was een beetje duizelig en had kippenvel over mijn hele lichaam. Ik zag dat ik op een gegeven moment boven de vier minuten per kilometer liep en vroeg mezelf af waar ik mee bezig was op een EK. Tijdens het lopen overwoog ik al te stoppen, maar dat was mijn eer te na. Ik vond het heel lastig om door te gaan, heb naar een aantal Nederlandse toeschouwers geroepen dat het ‘kut’ was, maar ben wel doorgegaan. Ik bleef tegen mezelf zeggen dat het toch een EK is. Dat het gaaf is dat ik hier mocht starten. Mezelf positieve moed inspreken, dus.”
Haar wissel naar het fietsen ging ook niet zoals het eigenlijk zou moeten. ,,Ik ben geen held met wisselen en ben nog vrij nieuw in deze sport. Ik zat te prutsen met mijn schoenen en helm, ben te vroeg op mijn fiets gesprongen en moest er dus ook weer af. Eenmaal op de fiets waren mijn benen helemaal aan het trillen. Het was haast een slechte, komische film.”
Toch kon Bijlsma tijdens het fietsen eindelijk een beetje in haar ritme komen. ,,Ik heb mezelf goed verzorgd en kon naar een Spaanse, die een seconde of veertig voor me reed, toe rijden. Dat motiveerde me enorm. Maar toen ik er net bij was, werden we opeens ingehaald door de koploopster. Ze reed zo ontzettend hard. Toen was de race voor ons dus afgelopen. Ja, ik stond net wel even met tranen in mijn ogen te balen.”
Gelukkig lukt het Bijlsma om snel te relativeren. ,,In maart heb ik een schouderoperatie gehad en kon ik drie maanden niet trainen. Ik dacht dat dit seizoen verloren zou zijn, maar mocht hier toch nog meedoen. Ik ga dit nu als een hele gave ervaring zien en als een leerpunt richting volgend jaar. Alles wat nu verkeerd ging, kan dan alleen maar beter gaan.”
(tekst gaat onder foto verder)
Wolthuizen: ‘qua lopen ben ik voor dit veld te licht bevonden’
Voor Yennick Wolthuizen was het wedstrijdverloop heel anders. Hij finishte top twintig. De uitslagen lieten na de race lang op zich wachten en waren op moment van schrijven nog niet bekend. ,,Maar ik vermoed dat ik rond de 18e, 19e plek ben geëindigd.”
Het eerste looponderdeel viel Wolthuizen in ieder geval erg zwaar. ,,Het ging eigenlijk zoals verwacht. Met het lopen ben ik voor dit veld eigenlijk te licht bevonden. Het gaat echt heel hard. Op dit moment heb ik dat niveau gewoon nog niet. Ik hoop dat ik daar de komende tijd in kan verbeteren.”
Tijdens het fietsen, van oorsprong het sterkste onderdeel van voormalig wielrenner Wolthuizen, maakte hij echter een mooie inhaalslag. ,,Ik kwam in een grote groep te zitten en heb nog geprobeerd om met meerdere jongens weg te springen, maar dat lukte niet. De groep was te groot, het parcours niet specifiek genoeg. Maar we zijn mooi teruggekomen in het deelnemersveld.”
Het tweede en afsluitende looponderdeel verliep beter dan de eerste run voor Wolthuizen. ,,Voor een race als dit heb ik er het maximale uit gehaald. In dit veld was dit het best haalbare. Het is bijzonder om hier te zijn en ik zie het als een hele mooie ervaring. Mijn seizoen zit er nu op. Lekker herstellen en in de winter kijk ik wel of er nog wat leuke winterwedstrijdjes zijn.”