In 2019 zag Geert Schipper toe hoe Jetze Plat er voor zijn neus met het Werelduurrecord vandoor ging; Schipper verloor zijn record toen aan Plat en had toen nog niet het plan om een nieuwe poging te wagen, maar ondertussen is hij er klaar voor: morgen zien we de paratriatleet een poging doen om meer dan 44.749 meter te handbiken in één uur. Om 15:00 uur en op de wielerbaan in Alkmaar, zal Schipper alles op alles zetten om het record van Plat te doen sneuvelen. We blikken met hem vooruit naar deze gewaagde poging. “Het is een heel scherp record dat Jetze heeft gefietst… je moet wel brutaal zijn om daar overheen te willen gaan”, aldus Schipper, die ondertussen de zenuwen al voorzichtig op voelt spelen.

“Tot nu toe heb ik steeds goed geslapen, maar ik vraag me af hoe dat vanavond zal zijn”, vertelt de atleet. “Ik heb altijd zin in een race; alleen als het dan echt dichtbij komt, vraag ik me wel eens af waarom ook alweer. Het doet altijd zeer en met dit uurrecord nog meer dan in bijvoorbeeld een triathlon.” De druk zal constant op de pedalen moeten liggen, want ieder rondje – op de opstartronde na – moet Schipper een tijd onder de twintig seconden klokken. “In een triathlon maakt het verschil in snelheid tegen het einde van de wedstrijd vaak niet zoveel meer uit – al kan het een plaats schelen – maar meestal rol je de laatste vijf kilometer evengoed wel uit. Morgen, daarentegen, zullen de laatste tien minuten gewoon heel veel zeer doen.”

Het idee om een aanval te doen op het Werelduurrecord – voordat Plat hem in handen kreeg al op naam van Schipper dus, die toen 42.165 meter fietste – ontstond enkele maanden geleden, toen Schipper de baan weer opzocht voor zijn (winter)trainingen. “Ik train drie keer per week op de baan”, vertelt de atleet. “Als je dat niet doet, kun je ook geen uurrecord rijden. Het zomerse weer is nu over en ik woon in de buurt van Alkmaar, waar ik de afgelopen jaren door Alkmaar Sport iedere winter de gelegenheid heb gehad om binnen te mogen trainen”, legt Schipper uit. Dat idee om het uurrecord opnieuw aan te vallen, ontstond dus pas laat, want in eerste instantie zag Schipper dat nog niet zomaar zitten. “Nadat Jetze het had afgepakt was ik ervan overtuigd – wij allebei eigenlijk – dat het absoluut harder moest kunnen, want in principe kan alles altijd harder, maar ik was er toen nog niet van overtuigd dat ik het zou kunnen.”

“Nu, twee jaar later, nadat ik iedere winter goed heb kunnen trainen, merk ik dat ik steeds dichter bij die snelheid kom”, vervolgt Schipper. “Om op 45 kilometer per uur gemiddeld te komen, moet ieder rondje – op een opstartronde na – in minder dan twintig seconden gefietst worden. Op een gegeven moment merkte ik dat ik dat vijf minuten vol kon houden, daarna tien minuten, een kwartier, twintig minuten… Dan ga je je afvragen hoe het is als je het een half uur probeert.” Ondertussen heeft Schipper er vertrouwen in dat hij morgen een goede poging kan doen om Plat’s afstand te overtreffen.

In eerdere pogingen was Schipper slechts beperkt voorbereid. Zo had hij niet de ideale uitrusting en was de training ook nog niet optimaal. Dat is nu allemaal anders en daarbij zullen de omstandigheden morgen extra gunstig zijn, aangezien de verwarming morgenochtend al aan zal gaan in de hal. “Het was nog een heel gesteggel om te regelen dat de kachel aan gaat, maar dat is gelukt; als het goed is, gaat hij morgenochtend aan; dat wordt het tussen de 22 en 24 graden.” Dat zorgt voor snellere tijden: “Als het relatief warm is in de hal, krijg je een laag luchtdrukgebied; dat kan wel tien tot vijftien watt schelen.”

Plat zal morgenmiddag – net als Schipper destijds deed – langs de kant staan om de poging te aanschouwen. “Ik heb Jetze heel specifiek gevraagd, want ik vind dat hij erbij moet zijn. We hebben meerdere keren overlegd over de exacte datum en tijd, zodat hij erbij kan zijn.”

We zullen Schipper morgen zijn eerste rondje waarschijnlijk in zo’n dertig seconden zien rijden, de volgende mag nog net boven de twintig zijn, en daarna moeten ze er allemaal onder. “Ik heb goed overlegd met mijn trainer, Bas de Bruin. We hebben vooraf uitgedacht hoe hard ik kan rijden. Ik wil er morgen zó hard overheen gaan dat er niemand in de wereld is die er op korte termijn over denkt om het over te doen.”