Het is altijd maar een beetje de vraag hoe het is gesteld met het loopniveau na een bizar jaar waarin er nauwelijks wedstrijden zijn gehouden. Dan kun je één ding doen: jezelf testen en dat is dan ook precies wat Stijn Jansen, Menno Koolhaas, Joep Staps, Joost Somsen en Lars van der Knaap de afgelopen dagen hebben gedaan. Allemaal liepen zij een vijf kilometer en lieten zij zien dat het met die vorm meer dan goed zit: bij alle vijf de atleten rolde er een tijd van onder het kwartier uit.

De snelste tijd stond bij Koolhaas op de klok. De regerend kampioen Olympische Afstand noteerde hand geklokt 14:34 minuut, terwijl zijn Strava na afloop zelfs 14:19 minuut aangaf. Ook Stijn Jansen had er een goed tempo in zitten: na 14:45 minuut had hij zijn vijfduizend meter erop zitten en had hij zich verzekerd van een dik persoonlijk record. Lars van der Knaap noteerde een tijd van 14:54 minuut en Joep Staps had precies dezelfde tijd nodig voor zijn vijf kilometer, al gaf ook zijn Strava na afloop een iets snellere tijd weer: 14:46 minuut. Joost Somsen maakte het rijtje compleet door 14:57 minuut te lopen.

Jansen ziet in ieder geval nog ruimte voor verbetering: “Ik kan nog harder denk ik. Dit is een eerste blok van acht weken met 930 kilometer, waarvan zeven kilometer harder dan 3:00 minuut per kilometer tempo.”

Staps kijkt vooral naar de data: “Dan zie ik dat ik dertig seconden sneller ben dan drie weken geleden, terwijl ik pas een ruime maand weer aan het opbouwen ben. De komende tijd blijf ik van dit soort tests doen en in 2021 zal ik ook weer op de baan lopen.”

Ook Joep Staps duikt onder de vijftien minuten. (Foto: Instagram)