Baanwielrenner Jeffrey Hoogland heeft zojuist geschiedenis geschreven. Dat deed hij in minder dan een minuut, want de Nederlander deed in Mexico een aanval op het wereldrecord over 1 kilometer en deed dat met succes. Slechts 55.433 seconden had Hoogland nodig voor zijn 1000 meter op de baan.

Natuurlijk is die tijd – en dus snelheid – al indrukwekkend, maar des te meer als je je bedenkt dat Hoogland vanuit stilstand van start moest gaan en zichzelf dus echt op gang moest trekken. Het wereldrecord stond sinds 2013 op naam van de Fransman Francois Pervis, die vooraf overigens al aangaf dat hij ervan overtuigd was dat Hoogland vandaag het wereldrecord zou verbeteren. Pervis reed tien jaar geleden 56,303 seconden. Het wereldrecord dat Hoogland nu reed, was op, vrij toepasselijk met de achternaam van de renner, een hooglandbaan in Mexico (1800 meter hoogte, red.)

Hoogland was al in het bezit van het wereldrecord op de 1 kilometer op een laaglandbaan. Daar noteerde hij eerder al eens 57,813. Laaglandbanen zijn langzamer dan hooglandbanen.

Voor de start was de spanning – logischerwijs – van het gezicht van Hoogland af te lezen. Terwijl hij zijn kleding prepareerde  – onder andere toepasselijke sokken met de afbeelding van de Hulk – was de blik strak en volledig gefocust. Geen wonder ook, want om het wereldrecord te verbreken, moest Hoogland richting een piekwattage van 2700 watt en een gemiddelde van ongeveer 1000 watt rijden en richting een snelheid van ongeveer tachtig kilometer per uur gaan.

Vanaf de start dook Hoogland onder de tijd van het wereldrecord en het verschil werd iedere seconde groter. Uiteindelijk finishte Hoogland in een tijd van 55.433.

Jeffrey Hoogland voor de start van zijn wereldrecordpoging (Foto: 3athlon.nl)