Met vrijwel alleen Amerikaanse deelnemers aan de start – internationale lopers deden niet mee vanwege de corona-maatregelen – kende de Barkley Marathons afgelopen weekend voor de derde keer op rij geen finishers. Geen wonder ook, want dit evenement staat bekend als misschien wel het zwaarste loopevent ter wereld, waarbij atleten dagenlang ploeteren om 160 kilometer en 18.000 hoogtemeters af te leggen.

Misschien nog wel zwaarder is het dat die afstand over 160 kilometer verdeeld is over vijf rondes en er elke ronde een tijdslimiet geldt. Haalt een loper die tijdslimiet niet, dan valt hij of zij noodgedwongen af. Daarnaast worden de starttijd en het parcours pas een uur van tevoren bekendgemaakt. Jaren Campbell en Luke Nelson kwamen dit jaar het verst, maar moesten na drie van de vijf rondes ook uit de wedstrijd worden gehaald. De laatste keer dat iemand de finish haalde was in 2017: toen wist John Kelly de Barkley Marathons uit te lopen.

De afgelopen editie waren er slechts zestien deelnemers die de eerste ronde binnen de tijdslimiet wisten te volbrengen. Na twintig uur waren er nog maar tien lopers over en uiteindelijk trokken Campbell en Nelson dus aan het langste eind. Zij staakten de strijd na 39 uur en 4 minuten.