“Bij lange afstanden heb je altijd wel zo’n golfbeweging in je motivatie en dan zijn er momenten dat je denkt: ‘ik heb pijn aan mijn poten en ben pas halverwege, wat ben ik aan het doen?’ Dan kun je het even niet overzien. Maar, ik moet zeggen: het lukte mij meer dan anders om in een soort flow te blijven.” Dat is maar goed ook, want twee weken terug liep Marc Weening maar liefst 8848 hoogtemeters over een afstand van 41 kilometer. In de omgeving van Doorwerth (Gelderland, red.) – waar Weening ook woont – vond hij een geschikte, steile heuvel. En na deze 366 keer achter elkaar beklommen te hebben, kent Weening de bult ondertussen als zijn broekzak. We spraken hem over de bijzondere en extreme uitdaging die hij aanging. 

“Gisteren heb ik voor het eerst even gelopen en dat voelde niet verkeerd”, vertelt Weening die ondertussen al anderhalve week heeft kunnen herstellen van zijn geslaagde Everesting poging. “Maar ik heb wel acht of negen dagen benen als beton gehad, iets dat ik nog nooit eerder had ervaren”, lacht hij. Toen dit jaar alle doelen als sneeuw voor de zon verdwenen nadat corona zich aankondigde, bedacht Weening een mooi plan: het aantal hoogtemeters dat de Mount Everest hoog is – 8848 – rennend afleggen. “Het speelde al een tijdje in mijn hoofd en in eerste instantie wilde ik dit in een weekend doen met een groepje mensen. Een tentje onderaan een mooie klim in België zetten en dan tussendoor daar slapen, eten, muziekje en een lekker sfeertje. Maar toen kwam corona. En ik had mijn plannen al eens tegen wat mensen aan gehouden en ze vonden het wel gaaf, maar wilden het niet per se zelf doen.” Weening putte inspiratie uit de vele extreme uitdagingen die andere atleten voor zichzelf bedachten en stuitte zo op de Everesting Challenge. Slechts twee Nederlandse lopers gingen hem ooit voor op de Challenge die doorgaans door fietsers wordt aangegaan.

‘Voor het afdalen gebruikte ik een touw’

Toen volgde de grootste uitdaging: hoe leg je bijna 9000 hoogtemeters af zonder al te veel kilometers te lopen in het platte Nederland? “Volgens de regels van de Everesting website moet je het binnen 24 uur doen. Lopers mogen daarbij in plaats van lopend naar beneden ook met een kabelbaan of fiets dalen. In Nederland was dat allemaal niet echt relevant, maar ik wilde wel een zo kort mogelijke afstand lopen, dus zocht ik een zo steil mogelijk stuk op. Voor het afdalen maakte ik gebruik van een touw, zodat ik heel snel terug naar beneden kon lopen en niet via het slingerpad terug hoefde.” Om brandblaren van het touw te voorkomen, droeg Weening leren tuinhandschoenen en tapete hij zijn vingers in. “Zo kon ik mezelf afremmen, maar wel snel beneden komen. Daardoor voelde het ook als spelen in de bergen en heb ik mij geen moment verveeld.” 

(tekst gaat verder onder foto)

Weening tijdens de 25 meter hoge klim. (Foto: Sonja Jaarsveld)

‘Ik probeer jaarlijks 120.000 hoogtemeters te lopen’

Trainen voor zulke extreme uitdagingen in Nederland is niet ideaal, maar met wat aanpassingsvermogen kom je er wel. “Ik probeer altijd in hoogtemeters te denken. Zeker in deze omgeving merk je dat een snelheid van tien of elf kilometer per uur eigenlijk wel een stevige interval is, terwijl dat op de weg niet zo is. Dus ik kijk meer naar de hoogtemeters dan naar snelheid. Ik probeer jaarlijks zo’n 120.000 hoogtemeters te lopen”, vertelt Weening, die regelmatig deelneemt aan extreme hardloopwedstrijden. Logischerwijs vinden deze races niet zelden plaats in bergachtige gebieden. “Idealiter woon je in de omgeving waar je ook wedstrijden hebt, maar ik stel mij zo voor dat het vergelijkbaar is met een triatleet die zich in Nederland voorbereid op Ironman Lanzarote. Die zou ook het liefst in die omstandigheden trainen; dat weer, die luchtvochtigheid en de klimmetjes. Maar dat neemt niet weg dat hij zich in Nederland ook aardig voor kan bereiden, al is het op een andere manier. Misschien ga je dan bijvoorbeeld in de klimaatkamer zitten. Voor mij betekent het meer herhalingen maken op klimmetjes.” Daarnaast is Weening veel in het krachthonk te vinden. 

‘Daar zie je als een flatgebouw tegenop’

Tijdens zijn uitdaging werd Weening vergezeld door verschillende atleten. “Ik had een indeling gemaakt met verschillende tijden waarop mensen mee zouden lopen. Die aanwezigheid helpt enorm en het geeft frisse energie als mensen je weer weten te motiveren of op je letten qua voeding of voortgang. Dat is heel erg fijn. Eigenlijk was het een ontzettend gezellig gebeuren.” Dat viel hem alles mee, want Weening geeft eerlijk toe dat hij er ook wel tegenop zag. “Als je je bedenkt dat je 366 keer zo’n klim omhoog en omlaag moet, zie je daar als een huis – of zelfs flatgebouw – tegenop. Dat is niet te overzien.” Daarom deelde Weening de gigantische uitdaging op in kleine behapbare blokken: “Dan rol je eigenlijk zo door het proces heen. Dat is ook heel boeiend aan een dergelijke inspanning. Als je tien kilometer over de weg loopt, is dat voorbij voor je er erg in hebt. Dan maak je dat proces veel minder mee, maar dit is echt een ‘experience of a lifetime’. Je maakt zoveel mee op zo’n dag.”  

16:35 uur, 41 kilometer en 8848 hoogtemeters

Niet gek ook als je nagaat dat Weening voor zonsopkomst van start ging en pas in het donker de klok stopte. “Ik dacht er vooraf achttien uur over te doen en wilde eigenlijk om 04.00 uur ‘s nachts beginnen zodat ik relatief weinig in het donker hoefde te lopen, maar toen zag ik dat het weer enorm om zou slaan aan het einde van de dag.” Daarom besloot Weening al om middernacht zijn avontuur af te trappen. “Ik zou dan voor 18.00 uur binnen zijn en uiteindelijk werd dat 16.30 uur. Toen ik om 17:30 uur thuis was, ging het helemaal los qua weer. Anders had ik dat in het laatste stukje nog gehad. Dan zit je al laag in je energie en dan zou het wel lastig worden.” Het ging Weening ook tijdens zijn 16:35 uur lange loop voor de wind. Althans, op één uitglijder na. “Ik ben een keer ‘s nachts, toen een maatje van mij uitgleed, ook onderuit gegaan doordat ik omkeek om te zien of het goed ging met hem. Ik viel op mijn stuitje en toen schoot het er even in aan de achterkant. Maar voor de rest heb ik eigenlijk geen misstap gemaakt.” 

8848 hoogtemeters achter de rug! (Foto: Sonja Jaarsveld)