Margret IJdema was jaren de beste Nederlandse para-triatleet binnen haar categorie – en is dat misschien nog steeds – en draaide ook internationaal sterk mee. Toch is het nu genoeg voor de inmiddels 48-jarige atlete die al sinds 2000 de gevolgen draagt van een zwaar ongeluk tijdens het paardrijden, waarbij ze een dwarslaesie opliep. Stilzitten doet ze echter niet. “Ik hoop de jeugd te enthousiasmeren voor de parasport en mijn kennis over te dragen.”
Het is een nobel streven van de atlete die meerdere malen Nederlands Kampioen Paratriathlon werd, maar die zelf ook wel ziet waarom de parasport het soms lastig heeft om interessant genoeg gevonden te worden door sportliefhebbers of mainstream media. Vooral de kritiek op de grote hoeveelheid verschillende categorieën en te weinig deelnemers lijkt daar debet aan, maar volgens IJdema moet dat wel in het juiste perspectief worden gezien. “Er willen vaak meer atleten starten dan diegenen die op de startlijst staan, maar dan zijn er niet voldoende startplekken. Dat heeft er ook mee te maken dat onze rolstoelen veel ruimte in beslag nemen en de wisselzones dus veel sneller vol zitten dan bij een ‘reguliere’ triathlon.”
IJdema vertelt het allemaal lekker nuchter, maar benadrukt vooral het belang van parasport en wat dit voor de deelnemers betekent. “Sport verrijkt je leven en maakt alles mooier. Het uiterste uit jezelf willen halen is iets heel bijzonders. De drang hebben om je eigen prestaties te verbeteren. Ik denk dat Olympiërs en Paralympiërs daarin niet zoveel van elkaar verschillen. Het is hetzelfde slag volk.”
Tekst gaat verder onder afbeelding
Toch snapt ook IJdema dat de sportbeleving wel degelijk heel anders kan zijn, al is het alleen al omdat para-sporters vaker een veel inzichtelijker – zoals ze het zelf noemt – ‘0.0-punt’ hebben. “Ik lag voor mijn eigen gevoel als een kasplantje in een kantelbed, kon helemaal niks en had het vooruitzicht dat dit niet zou veranderen. Vlak voor mijn ongeluk had ik net een relatie gekregen, maar ik had steeds de gedachte dat een relatie met een lamme vrouw te zwaar voor hem zou zijn. Ik gunde hem een betere vrouw en voelde mezelf niks waard. Het zijn misschien heftige woorden, maar zo voelde het wel. Ik zag mezelf niet meer als een potentiële partner. Het toont aan hoe je op zo’n moment naar jezelf kijkt en hoe je over jezelf denkt. Gelukkig had ik een hele goede vriend, inmiddels mijn man, en een hechte vriendengroep. Dat heeft me er in die beginjaren doorheen geholpen.”
Tegenwoordig, vele jaren én prachtige sportprestaties later, denkt IJdema na over manieren om de parasport beter te promoten. Op eigen initiatief gaat ze zelfs basisscholen in haar omgeving af om daar te vertellen over de door haar zo geliefde sport. “Aanvankelijk zijn kinderen dan toch een beetje bang voor ‘die vrouw in de rolstoel’, maar vaak ontstaan er al heel snel prachtige gesprekken. Met elkaar praten; dat is sowieso héél belangrijk. Ik wil kinderen ook echt op het hart drukken dat het geen zwart gat is, mocht er ooit iets erg gebeuren waardoor je in een rolstoel komt. Er zijn nog meer dan voldoende manieren om echt van het leven te genieten.”
Dat genieten moet IJdema nu zelf dus wel doen zonder para-triathlon op het hoogste niveau, want ook al is ze er nog niet hélemaal over uit, zal ze waarschijnlijk niet meer internationaal racen en zullen ook nationale wedstrijden op een lager pitje komen te staan. “Ik ben 48 en zie die jonge atleten steeds sneller worden. Dan word je zelf vanzelf wat minder fanatiek. Daarnaast hebben we in ons privéleven wat andere tegenslagen gehad, dus het is wel goed zo. Maar écht stoppen? Dat weet ik niet. Deze sport zit zó in mij.”