Jorik van Egdom is zojuist met een achttiende plaats de beste Nederlander geworden bij de World Cup Cape Town, nadat Rachel Klamer eerder vandaag knap vierde werd bij de vrouwen. Naast Van Egdom stonden ook Donald Hillebregt en Menno Koolhaas namens Nederland aan de start. Zij werden respectievelijk 36e en 41e in hun eerste race van het seizoen. De Brit Alex Yee won de wedstrijd in een tijd van 52:04.
Het zwemmen ging in rap tempo: Richard Varga was zoals gebruikelijk met 8:01 minuten de snelste zwemmer en kwam samen met Henri Schoeman en Igor Poliyansky als eerste uit het water. De Nederlanders volgden allen op krap een minuut.
Bij het fietsen werden de drie koplopers bijgehaald en ontstond er binnen twee van de vier rondes een kopgroep van negen man. Aan het einde van het fietsonderdeel kwam een groot deel van het veld weer samen en wist ook de voltallige Nederlandse equipe aansluiting met de voorste groep van maar liefst 42 atleten te krijgen.
Schoeman wist als eerste de tweede wisselzone te verlaten, maar werd al snel in de vijf loopkilometers voorbijgesneld door de Brit Alex Yee, die met een looptijd van 14:41 minuten zijn eerste ITU World Cup winst naar zich toe trok. De Amerikaan Tony Smorgiewicz wist uiteindelijk tweede te worden, terwijl Portugees Joao Silva als derde finishte. De Nederlanders moesten helaas terrein toegeven tijdens het lopen. Jorik van Egdom werd 18e (+1:02), Donald Hillebregt 36e (2:14) en Menno Koolhaas 41e (+2:31). Marco van der Stel kon wegens damrproblemen helaas niet starten.
Koolhaas baalde van het zwemmen. ,,Daar zat ik er totaal niet bij. Met fietsen miste ik power en daardoor net de aansluiting tot de groep die bij de grote groep kon aansluiten. Ik kwam in een groepje met vijf atleten, maar dat liep voor geen meter en we kwamen nauwelijks vooruit. Uiteindelijk heb ik tijdens het lopen nog alles gegeven tot de finish. Het looponderdeel was dan ook het meest positieve van deze race.”
Koolhaas benadrukt dat de rest beter moet. ,,Maar ik heb er vertrouwen in dat het er zeker in zit. Ik ben sterk genoeg, dat weet ik, dus laten we dat doortrekken naar de rest van het seizoen. Ik heb een goed trainingskamp gehad en dat ga ik nu verder uitbouwen.”