Het is een beetje de mythische grens waar diverse profatleten ooit eens onder hopen te duiken – en Patrick Lange kwam al meerdere keren gevaarlijk dichtbij – maar tot nu toe slaagde niemand erin: in een volledige triathlon afsluiten met een marathon onder de 2:30 uur. Olaf van den Bergh, dit jaar voor het eerst als profatleet in actie, maakt er meteen zijn missie van met ‘Project 2:29’.

Van den Bergh liep al eens een losse marathon in 2:22 uur (vorig jaar Sevilla, red.) en een 2:40 uur tijdens Ironman Kopenhagen, waar hij naar eigen zeggen kort daarvoor een eenzame en zware dag op de fiets beleefde. “Nu ik als pro ga racen, krijg ik vaak de vraag wat mijn doel gaat zijn voor 2025. Competitief meedoen in dit veld is de droom en dat is ook het meerjarenplan. De reden waarom ik met triathlon ben begonnen, is het opzoeken van mijn eigen grenzen, hier tegenaan schuren, er soms overheen gaan en ze verleggen.”

Van den Bergh vervolgt: “Het looponderdeel is altijd mijn ‘wapen’ geweest. Ik weet dat ik op dit onderdeel kan vertrouwen en dat er nog meer in zit. En dus wil ik komend jaar iets doen wat nog nooit iemand gedaan heeft. Niet door in te houden op andere onderdelen of door rustig richting de start van de marathon te ‘peddelen’, maar puur door slim te racen. Komend jaar wil ik de marathon in een volledige triathlon onder de 2:30 uur lopen. Project 2:29.”

Met de loopvorm van Van den Bergh zit het in ieder geval wel goed. Hij opende het seizoen bij de halve marathon van Egmond met een persoonlijk record: 1:08:58.