Nu de temperatuur daalt en de dagen korter worden, wordt het aantrekkelijker om indoor te trainen. Daarnaast is het ook nog eens super efficiënt, omdat je direct van start kunt gaan en niet eerst de stad uit hoeft voordat je je tempo kunt opvoeren. Waar moet je rekening mee houden bij het trainen op een loopband of fietstrainer?

Loopband
Beschik je niet zelf over een loopband, dan vind je er wel een bij de sportschool om de hoek. Zet het hellingspercentage van de loopband op 1 procent, zodat de weerstand vergelijkbaar wordt met het lopen buiten. Begin wandelend en voer het tempo langzaam op terwijl je jezelf opwarmt. Het ideale van een loopband is dat je precies het juiste tempo kunt instellen, waardoor je niet snel te hard of te langzaam traint. Heb je een heuvelachtige race op het oog? Simuleer het parcours dan door het hellingspercentage te verhogen.

Houd er rekening mee dat de belasting op je spieren, pezen en gewrichten bij een loopband groter kan zijn. Dus ben je niet gewend om op een harde ondergrond te lopen, bouw dit dan geleidelijk uit en zorg voor schoenen met goede demping. Loop je normaal gesproken op asfalt? Dan zal een loopband niet voor problemen zorgen.

Fietstrainer
De meest voorkomende vorm van indoortraining voor triatleten is waarschijnlijk de Tacx (of een andere fietstrainer), waarop je je eigen fiets kunt aansluiten. Doe je je training op een hometrainer? Dan kun je het beste kiezen voor een wattbike of een spinningfiets met vermogensmeter, zodat je je hartslag, trapfrequentie en vermogen in de gaten kunt houden. Waar je op de loopband het aantal minuten per kilometer gebruikt om het juiste tempo te vinden, kun je dat op een fietstrainer doen aan de hand van het aantal wattages dat je trapt.

Het grote voordeel van een fietstrainer is dat je een lange duurrit of intervaltraining ongestoord kunt afwerken, omdat je niet hoeft te stoppen bij verkeerslichten en bovendien is het een stuk veiliger, omdat je niet aangereden kunt worden of onderuit kunt glijden. Daarentegen is de omgeving wat minder spannend dan wanneer je buiten rijdt, waardoor de tijd soms langer lijkt te duren. Maak een training uitdagender door intervallen toe te voegen of kies een koers uit via Zwift, waarbij je door een realistische, virtuele omgeving rijdt en jezelf kunt meten met (virtuele) andere fietsers.

Omdat je veel zult zweten op een Tacx of loopband, is het verstandig om een handdoek binnen handbereik te leggen. Vergeet ook niet het verloren vocht aan te vullen en stop een gelletje in je zak wanneer je een lange training gepland hebt.  

Zwemmen doe je waarschijnlijk het hele jaar door al binnen in een zwembad, dus wat dat betreft zal er weinig veranderen. Hoewel indoor trainen natuurlijk fijn is wanneer het buiten koud en nat is, is het toch ook verstandig om af en toe de kou te trotseren en de ‘echte’ omstandigheden te ervaren. Wedstrijden doe je tenslotte ook buiten.