Derk de Korver zette afgelopen weekend tijdens het WK Ironman op Hawaii een ijzersterke race neer, behaalde een tiende plaats bij de Age Groupers overall en mag zich met een tijd van 8:52:54 snelste Nederlander noemen. En dat na een zeer twijfelachtige voorbereiding aangezien hij slechts acht weken geleden zijn voet nog brak. Looptrainingen boven de twintig kilometer kon De Korver niet volbrengen en daarmee lag het volume lager dan hij gewend is. Toch wist hij er alles uit te halen en zette hij zijn beste prestatie ooit neer op het eiland: ,,Soms kom je de finish over en vraag je je af of je er meer uit had kunnen halen. Ik denk dat het dit jaar niet het geval was. Dus ik ben heel blij.”
Voorbereiden met een gebroken voet
Acht weken geleden zakte De Korver de moed nog even in de schoenen toen hij zijn voet brak tijdens een stranddag in zijn thuisstad Los Angeles: ,,Het zag er allemaal heel somber uit.” Na een ongeluk dat De Korver zelf omschrijft als ‘een beetje flauw’, brak de atleet zijn middenvoetsbeentje. ,,We gingen met vrienden een middag naar het strand voor een leuke stranddag. Op een gegeven moment stonden we allemaal vanaf de kant naar de zee te kijken en iedereen twijfelde of ze het water in zouden gaan omdat het koud was. ‘Zo doen wij triatleten dat’ zei ik stoer en ik rende het water in; ik sprong over een golf en kwam verkeerd terecht in een kuil. Een stom ongelukje dus.” Gelukkig herstelde De Korver snel. ,,Ik ben eigenlijk elke week bij de dokter geweest voor X-ray’s (röntgenfoto’s, red.) en na vijf weken mocht ik alweer hardlopen. In de tussentijd kon ik wel gewoon zwemmen en fietsen met loopgips.”
(tekst gaat verder onder foto)
Na vijf weken werd het vooral een kwestie van langzaam opbouwen: ,,De eerste week deed ik alleen maar ‘loop-ren’ trainingen; een paar minuten hardlopen en dan stapvoets lopen. We hebben het langzaam opgebouwd en ik heb dus ook niks boven de twintig kilometer kunnen doen.” Toch viel het De Korver niets tegen: ,,Toen ik na vijf weken weer begon te rennen zag alles er gek genoeg goed uit qua vorm en tempo.” Maar een ideale voorbereiding was het niet. ,,Waar ik mij wel zorgen om maakte was dat ik minder volume had gedaan dan normaal.”
Minuten voor het startschot
Na deze onzekere weken stond De Korver dan toch – voor de vierde keer op rij – aan de start in Hawaii. Een klein verschil met andere jaren, want dit jaar maakte Ironman gebruik van wave starts: ,,Dat was heel anders, maar wel heel prettig. Ik had gewoon ruimte om te bewegen. Voorgaande jaren voelde je je – met 2000 man in het water – als een vis in een net. Nu waren het er misschien 500, dus dat verschil merk je wel.”
Toch was het zwemmen niet makkelijk. ,,Er stond best wat wind en dat zorgde voor golven in de zee. Dat zorgde eigenlijk wel voor een wat langzamer zwemonderdeel dan ik had gehoopt. Maar zwemmen is nooit echt mijn sterkste kant, dus ik weet dat ik werk te doen heb als ik uit het water kom.”
Inhalen en knallen op de fiets
En zo begon De Korver aan zijn inhaalslag: ,,Ik ben gewoon – zodra ik op de fiets stapte – gaan knallen.” En dat werd al snel beloond. ,,Ik denk dat ik na het zwemmen ruim 100 man voor mij had. Ik ben langzaam naar de twintigste positie gereden.” In voorgaande jaren zag het fietsparcours er echter heel anders uit dan zaterdag: ,,Toen waren er altijd veel ‘draft groups’. Dat had je dit jaar gewoon niet, wat heel prettig was. Dus ik heb dezelfde strategie gebruikt als normaal: daarmee zou ik andere jaren ingeslikt worden door een peloton fietsers, maar dat gebeurde nu niet. Iedereen moest hard werken om een snelle tijd neer te zetten.”
,,Bovenaan Hawi (uiteinde van het fietsparcours, red.) lag ik rond een twintigste positie. Toen ik uiteindelijk weer op Queen K terecht kwam om terug te gaan naar Kona, zag ik het laatste groepje fietsers. Toen ik ze benaderde zag ik al snel dat één van hen de hele groep aan het trekken was en dat de andere negen lekker op legale afstand aan het draften waren.” De Korver liet het hier niet bij zitten: ,,Ik sloot mij een paar minuten aan en toen ging ik er gewoon voor, ik dacht ‘als er iemand is die mee wil, moet hij hard zijn best doen om mij bij te houden’. Dus ik ben er voorbij geknald. Ze probeerden aan te haken, maar dat lukte uiteindelijk alleen de atleet die de hele groep aan het trekken was.”
(tekst gaat verder onder foto)
‘De top vier amateurs zaten heel dicht bij elkaar’
Bij ingang van de tweede wissel kreeg De Korver ook de laatste twee Age Groupers voor hem in het vizier. ,,De top vier amateurs zaten heel dicht bij elkaar. We kwamen ongeveer tegelijkertijd de transition uit. Daarna haalde ik nog één van de mannen voor mij in en zo lag ik tweede.”
Energy Lab
,,Mijn strategie in het begin van de marathon was om gecontroleerd te lopen, mijn hartslag laag te houden en veel vloeistof en ijs naar binnen te werken om koel te blijven. Dat lukte mij aardig tot Queen K. Dat is als niemandsland.” Daarna volgde het gevreesde Energy Lab: een zwaar punt in de marathon, waar weinig publiek staat en het vaak ook nog eens heel heet is. ,,Ik wist mij redelijk goed te houden tot en met de Energy Lab. Ik kon goed tempo houden, maar moest wel een paar aid stations lopen om goed af te koelen. Maar de Energy Lab zelf heb ik goed kunnen lopen.”
Daarna kreeg De Korver het echter wat zwaarder: ,,Toen ik bij de ‘turn around’ kwam, zag ik al wat sterke renners aankomen die ik kende, dus ik wist dat mijn positie nog niet gegeven was. Toen ik daarna de Energy Lab uit kwam begon ik steken te krijgen in mijn linker en rechter zij. Daardoor moest ik een paar aid stations lopen, en dat is ook waar een paar mensen mij voorbij kwamen.”
Snelste Nederlander
In de laatste vier kilometer trof De Korver zijn coach nog langs de kant. ,,Hij gaf mij een peptalk, maar had mijn positie verkeerd”, lacht De Korver. ,,Hij zei dat ik zevende lag; toen zag ik er nog twee voor mij en ik focuste om hen in te halen. In mijn hoofd lag ik daarna vijfde. De laatste twee kilometer zei mijn coach: ‘je kunt er nog één hebben’. Dus ik heb de laatste twee kilometer echt zó hard gelopen en toen ik die atleet inhaalde, merkte ik dat het Els Visser (16e plaats vrouwen pro race, red.) was. Toen riep ik naar mijn coach ‘it’s a girl!’.”
(tekst gaat verder onder foto)
De Korver waagde er een behoorlijke eindsprint voor, maar mag zich nu wel ruim snelste Nederlander noemen. ,,Dat was eigenlijk toen ik de Energy Lab uitkwam wel één van mijn motivaties. Toen kreeg ik het gewoon zwaar en wist ik dat ik niet meer in de top vijf van de wereld terecht zou komen. Maar ik had mij wel bedacht in ieder geval die snelste Nederlander positie nog bij mij te houden.”
De laatste twee kilometer verhoogde De Korver het tempo met ruim een halve minuut per kilometer: ,,Toen ik over de finish kwam had ik het wel een beetje zwaar door die laatste kilometers. Dat was toch wel het laatste wat ik in mij had.” Het mag dan wat extra herstel vragen, maar het brengt veel voldoening: ,,Soms kom je de finish over en vraag je je af of je er meer uit had kunnen halen. Ik denk dat het dit jaar niet het geval was. Dus ik ben heel blij.”