Let op: de naam in dit artikel is wegens privacy-redenen gefingeerd. De echte naam is uiteraard bij de redactie bekend.
Hij had wel het idee dat zijn lichaam niet meer functioneerde zoals dat zou moeten, hij was vrijwel constant moe en had last van pijntjes die hij nog niet kende, maar toch schrok Mark Eemdijk (43) toen hij de diagnose ‘sportverslaafd’ kreeg. Niet van de huisarts, wel van een psycholoog. ,,Ik wist helemaal niet van het bestaan van deze ziekte af. Ik noem het inderdaad een ziekte, want dat is het gewoon. Een sportverslaving kan je echt kapot maken.”
Eemdijk reageerde op een bericht dat wij eerder schreven en waaruit bleek dat triatleten een relatief groter risico lopen op een sportverslaving dan andere sporters. Eemdijk sport overigens al sinds zijn kinderjaren. Eerst voetbal, later hardlopen en sinds een jaar of tien triathlon. Zeker de afgelopen drie jaar deed hij dat steeds intensiever en nam hij minder rust. Zich van geen kwaad bewust, zijn lichaam leek alle trainingen en afstanden prima aan te kunnen en Eemdijk genoot van alles wat hij deed. Tot de problemen een paar maanden geleden begonnen. ,,Ik begon slechter te slapen, pakte daardoor minder rust en mijn lichaam werd moeier en moeier. En hoe moeier ik werd, des te slechter ik ging slapen. Het was een negatieve, vicieuze cirkel.”
Langdurig over grens heen
De verminderde nachtrust uitte zich al snel in pijntjes en kwaaltjes. ,,Ik was vaker verkouden, werd grieperig en ik kreeg blessures waar ik eerder nooit last van had. Het vervelende en vooral ook tegenstrijdige: ik wilde niet stoppen met trainen. Of beter gezegd, ik kón niet stoppen met trainen. Ik had het idee dat sporten de enige manier was om fitter te worden, om weer gezond te raken en om zo sterk mogelijk te blijven. Ik kende mijn grenzen niet en zonder het in de gaten te hebben, ging ik er uiteindelijk langdurig overheen. Rust had ik echt nooit.”
Wakker worden in het ziekenhuis
Tot Eemdijk daadwerkelijk instortte. Tijdens een hardlooptraining om precies te zijn. ,,Ik weet niet meer precies wat er gebeurde, maar wel dat ik al de hele dag moe was en terugkwam van een zware dag op mijn werk. Ik begon aan mijn rondje hardlopen, maar werd wakker in het ziekenhuis. Daar bleek dat ik was flauwgevallen. Gelukkig was er een fietser die het zag gebeuren en meteen de ambulance belde.”
Vanaf dat moment begon het medische (herstel)traject waar Eemdijk nu nog steeds in zit. ,,Diverse bezoeken aan de huisarts, het ziekenhuis en uiteindelijk een sportpsycholoog. Mijn bloeddruk was te hoog, mijn hartslag ook en ik maakte constant teveel endorfine aan. Het advies: geef je lichaam rust en laat het sporten even voor wat het is.”
Gillend gek
Hij nam het advies ter harte, maar slaagde daar slechts gedeeltelijk in. Na een paar dagen werd Eemdijk ‘gillend gek’. ,,Ik heb van alles geprobeerd om niet aan sporten te denken, om de drang om te trainen te onderdrukken. Maar ik heb het gewoon nodig. Nodig om mijn verstand op nul te zetten en nodig om mijn lichaam tot rust te brengen. Maar als ik dit zeg, begrijp ik wel dat dit dus precies de kern van het probleem is. Die bewustwording heb ik nu gelukkig al wel. Dat is een begin.”
Dat die bewustwording er is, zorgt er ook voor dat Eemdijk in ieder geval een betere balans in zijn leven heeft gevonden. ,,Elke dag sporten doe ik niet meer, hoe moeilijk ik dat ook vind. Er zijn dagen dat ik nog steeds heel moe ben en dat zelfs een simpel klusje als de auto wassen al teveel energie kost. Maar er zijn nu ook dagen dat ik me energiek voel. Fit. Dat is al hartstikke fijn om te ervaren.”
Sportverslaving maakt kapot
Het hersteltraject van Eemdijk is nu vooral gericht op meerdere gesprekken met een sportpsycholoog, waarbij de bewustwording van zijn sportverslaving het belangrijkste doel is. Minder trainen is daarvan het logische gevolg, of in ieder geval het voelen van minder noodzaak om te moeten trainen. ,,Wat dat betreft is sportverslaving echt nog een ondergeschoven kindje. Als je in je omgeving vertelt dat je dit hebt, krijg je al snel de reactie dat het in ieder geval beter is dan bijvoorbeeld roken of het gebruiken van drugs. Maar ik weet niet of je dat zo kunt zeggen. Van een sportverslaving ga je uiteindelijk net zo kapot.”