Afgelopen zondag behaalde Tristan Olij een nette dertiende plaats tijdens Ironman 70.3 Cascais, Portugal. Een prestatie waarmee de atleet toch wel verrassend uit de hoek kwam op deze voor hem nog onbekende afstand. Toch ligt de focus voorlopig op het korte werk, aldus Olij na zijn tweede halve triathlon: ,,Ik stap nu nog niet over, maar over een paar jaar ga ik denk ik wel over op de middellange afstand; daar ligt wel meer mijn kracht. Maar ik blijf mij nu nog wel twee of drie jaar op de korte afstand focussen om meer snelheid op te doen. Dat is ook wel echt belangrijk om hard te lopen. Dat zag je nu ook weer in dit deelnemersveld: ik werd dertiende, maar er lopen er tien voor mij die 1:15 (op de halve marathon, red.) of eronder lopen.” Het was dan ook niemand minder dan Javier Gomez die in een indrukwekkende tijd van 1:10:45 de halve marathon afwerkte en de wedstrijd won. Nog heel even proefde Olij van de koppositie. ,,De eerste tweehonderd meter lag ik op kop en toen kwamen Gomez enzo voorbij”, grapt Olij over zijn goede start. ,,Iedereen dook meteen het water in, maar ik rende nog vijftig meter door en toen dook ik er pas in; toen had ik meteen een meter of twintig voorsprong.”
Hoge wattages
Lang hield Olij het voor Gomez dus niet vol, maar daar slaagde dan ook geen enkele andere atleet in. Olij fietste echter sterk mee in de groep: ,,Ik kwam uit het water en sprong de fiets op. Terwijl ik dacht dat er al heel veel mannen voor me zouden zitten, bleek dat ik op een vijfde of zesde positie te rijden. Pas later kwamen er weer een paar snelle mannen voorbij, die ik eigenlijk al wel eerder voor mij had verwacht. Er ontstond een grote groep, waarin hard werd gefietst. Ik had een bepaald wattage in gedachten, maar zat daar eigenlijk de hele tijd dik boven. Toch wilde ik ook niet lossen uit de groep, dus ben ik maar mee gereden. De eerste vijftig of zestig kilometer waren vlak, maar daarna zaten er nog wel wat hoogtemeters in. Daar ben ik wel meer eigen tempo gaan rijden.”
Brandende pijn
Ondanks het hogere wattage wist Olij zich sterk staande te houden tijdens de halve marathon. ,,Ik was wel bang voor het lopen en dacht ‘hoe zijn mijn benen nu’. Maar evengoed ging het vrij prima en er zaten echt wel flinke stukken omhoog en naar beneden in. Toch had het wel beter gekund, want ik heb twintig kilometer met hele zere voeten gelopen. Aan de onderkant van mijn voeten had ik echt brandende pijn. Ik ben nog gestopt en heb mijn sokken uitgedaan, maar dat hielp ook niet echt.” Desondanks behaalde Olij met een halve marathon van 1:20:53 zijn streeftijd. En dat terwijl het parcours niet helemaal voldeed aan zijn verwachtingen: ,,Eigenlijk had ik verwacht dat het parcours nagenoeg vlak was, maar het loopparcours ging eigenlijk alleen maar op en neer. Het was dus zwaarder dan ik had verwacht.”
‘Oh dit gaat lukken’
Met deze tijd kreeg Olij ondertussen Milan Brons – die voorin het veld meedeed – steeds helderder in beeld. Na het fietsen wisselde Brons als vierde, maar tijdens het lopen verloor hij veel posities en tijd. Zo begon Olij langzaam op hem in te lopen: ,,Ik zag hem al de hele tijd en zag wel dat ik inliep op hem. En natuurlijk had ik de stille hoop dat het ging lukken. Op een gegeven moment – na vijftien kilometer – dacht ik ‘dit gaat lukken’. Halverwege dacht ik nog ‘dit gaat wel moeilijk worden’ en liet ik het een beetje gaan. Dus ik hield mijn eigen tempo aan, maar in de laatste drie kilometer zag ik hem voor mij en had hij het tempo echt laten zakken en haalde ik hem in.” Of hij dit van tevoren had verwacht? ,,Milan is over het algemeen wel echt een sterke fietser en ik weet dat ik op zich wel harder zwem en over het algemeen harder loop. Maar in een halve weet ik dat niet, want dit was ook nog maar mijn tweede halve en zoveel focus ik mij niet op de lange afstand. Dus nee, ik had eigenlijk niet verwacht voor hem te eindigen.”
Voorlopig houdt Olij het dus bij het korte werk: ,,Ik wil Europa Cups doen en Wereldbeker niveau proberen te halen; mij focussen op de tien kilometer en daar een goede tijd lopen. Focussen op de sprint- en olympische afstand. Maar’’, gaat hij verder: ,,ik vind de halve wel leuker.”