Pieken wanneer het moet: dat is precies wat Rachel Klamer zojuist heeft gedaan tijdens de WTCS Finals in het Spaanse Pontevedra. In een meer dan sterk bezette wedstrijd, waar de beste atletes ter wereld van start gingen, liep Klamer zojuist naar een vijfde plaats. Het betekent niet alleen een wereldprestatie, maar ook rechtstreekse kwalificatie voor de Olympische Spelen van Parijs 2024. Ook Maya Kingma ging van start aan de race en zorgde tot en met T2 voor vuurwerk, maar tijdens de run zakte ze steeds verder weg.
Kingma liet meteen vanaf de start zien goed in de wedstrijd te liggen en ook al zwom ze niet direct vooraan, zat ze toch sterk van voren. In de laatste meters van het zwemmen zwom ze zelfs nog even naar de kop van de wedstrijd toe; ze won daar uiteraard niks mee, maar het was mooi om te zien en ze verschafte zich er een mooie uitgangspositie voor op de fiets mee. Toen Olivia Mathias als eerste uit het water kwam – na 19:42 minuut – volgde Kingma als derde op slechts 2 seconden. Rachel Klamer kwam als 26e uit het water en lag toen 26 seconden achter.
De kleine verschillen die tijdens het zwemmen ontstonden, zorgden voor een zenuwachtig begin op de fiets. Diverse kleine groepjes kwamen samen en alle vrouwen probeerden aan te sluiten bij de kopgroep die zich langzaam maar zeker aan het vormen was. Het was er Kingma in ieder geval alles aan gelegen die kopgroep juist zo klein mogelijk te houden en dat resulteerde in een situatie waarbij de Nederlandse hard aan de leiding reed en haar medestanders probeerde op te roepen ook wat kopwerk op zich te nemen.
Ondanks de verwoede pogingen van Kingma lukte het een tweede groep om toch naar voren te rijden, waardoor na één van acht fietsrondes een kopgroep van vijftien vrouwen was ontstaan. Naast Kingma waren de grootste namen hier Sophie Coldwell, Cassandre Beaugrand, Taylor Spivey, Emma Lombardi, Beth Potter en Laura Lindemann. Achter deze kopgroep vormde zich een eveneens grote groep, met onder andere Klamer, maar deze vrouwen zagen hun achterstand in de eerste helft van het fietsonderdeel oplopen tot vijftig seconden. Gedurende deze kilometers probeerde Kingma nog een paar keer weg te komen uit de kopgroep; dat lukte niet, maar ze reed wel een paar keer mooi een paar seconden weg en deed haar concurrentes zichtbaar pijn.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Na de eerste twintig kilometer op de fiets – en dus halverwege – begon het wedstrijdbeeld ineens te kantelen; de kopgroep begon juist tijd te verliezen op de achtervolgende groep en zag deze steeds dichterbij komen. Met nog één ronde te gaan was er nog slechts 20 seconden voorsprong over en eenmaal in T2 nog maar dertien seconden. Op papier leverde dat vrijwel gegarandeerd een spannend looponderdeel op; des te meer omdat de vier looprondes (2.5 kilometer per ronde, red.) iedere keer een loodzware klim voorschotelden.
Tijdens de run gingen er meteen vijf vrouwen met elkaar vandoor: Potter, Beaugrand, Lombardi, Coldwell en ook Kate Waugh. Ook binnen dit kopgroepje ontstonden alweer snel verschillen en bleken vooral Potter en Waugh dominant, al kon ook Lombardi met de versnelling van de Britse vrouwen mee. Ondertussen leek Kingma haar kruit op de fiets aardig verschoten te hebben; ze zakte in de eerste loopronde weg naar een 27e plaats op bijna 45 seconden achterstand. Daarentegen begon Klamer juist voor vuurwerk te zorgen; zij deed precies het tegenovergestelde van Kingma en liep naar een achtste plaats toe, op slechts 20 seconden van de koploopsters.
Wat volgde was een interessante run waarin vooral Waugh het tempo dicteerde en Potter en Lombardi vooral volgden. Maar, na zes kilometer en op het steilste stukje van het parcours, versnelde Potter en dat kwam Lombardi duur te staan: alleen Waugh kon nog mee en dus gingen er vanaf dat moment twee Britse vrouwen aan de leiding. Ondertussen bleef Klamer pieken en liep ze op een geweldige zevende plaats, op 34 seconden van de twee Britse dames. Kingma verloor meer tijd; ze was wel weer opgerukt naar een 25e plaats, maar dat op 1:49 minuut achterstand.
Met nog 3 kilometer te gaan plaatste Potter nog een keer een versnelling en dat bleek ook teveel voor Waugh; vanaf dat moment begon Potter dan ook aan een soort zegetocht, al moest ze nog wel voluit blijven lopen om haar voorsprong te behouden, richting de finish. Ondertussen streed Klamer voor wat ze waard was en verzekerde ze zich van een topklassering.
Potter won de race in 1.53:19. Waugh werd tweede op 18 seconden achterstand en Beaugrand werd derde op 31 seconden achterstand.
Klamer werd vijfde op 49 seconden achterstand. Kingma werd uiteindelijk 29e op 3:24 minuut achterstand.