Dit voorjaar stond alles in het teken van 1 wedstrijd, de ¾ triatlon van Stein. Sint Laureins en Leuven lagen op de weg naar, een goed resultaat was daar mooi meegenomen. Maar alles stond in het teken van het langere werk. Voor mij was dit een eerste kennismaking met deze afstand. Na mijn omschakeling van duatlon naar triatlon nam ik vorig jaar deel aan de ½ in Eupen, Leuven was mijn 2de halve triatlon uit mijn carrière, Stein was dus een logisch gevolg.
De weken voor de wedstrijd had ik vooral vragen bij mijn loopcapaciteiten op zo’n afstand. Vorig jaar in Eupen stelde ik mij dezelfde vragen en daar liep het goed af, hopelijk ook zo in Stein. Met een degelijke en gestructureerde voorbereiding (al was dit niet altijd makkelijk) zou dit wel moeten lukken. Toen ik twee weken voor de wedstrijd mijn laatste lange duurloop van 2h deed, waren er toch al wat vraagtekens weggewist. Zonder enig probleem haalde ik 28km aan een relatief comfortabel tempo.
Over de wedstrijd zelf, mijn verwachtingen waren vooral op een comfortabele manier aankomen en zien waar we uitkwamen, was dit een 10de plaats zou dit bevredigend geweest zijn, bij een 5de plaats zou ik mezelf overtroffen hebben (dacht ik…)
Eens in het water voelde ik mij direct redelijk goed, ik kon ‘rustig’ meezwemmen met een groepje. Na 1500m moesten we even een acte de présence geven op de kade om dan weer het wijde sop in te duiken. Hier verloor ik contact met mijn collega’s. Zo’n landgang breekt toch altijd even het tempo en blijkbaar zijn er anderen die dat toch iets beter verteren. Gevolg, 1500m alleen ploeteren en dan verlies je natuurlijk wat tijd. Langs de andere kant kon er mij dan ook wel niemand meer bijhalen. Als de bliksem naar mijn fiets, want daar begint steeds mijn echte race. Marieke riep me toe dat ik toen al rond positie 20 lag, de inhaalrace kon beginnen.
Na één ronde, waarin steeds 3 hellingen van meer dan 10% moesten overwonnen worden, zat ik in een groepje dat streed voor de 8ste plaats. Geen enkele atleet was in staat mij bij te halen, enkel Bas Borreman (nummer 2 van vorig jaar) kon volgen op de hellingen. Iets later was ik heel blij dat ik hem kon bijhouden. Eens zijn turbodiesel aanstond stoomde hij door zonder omkijken. De hellingen nam ik voor mijn rekening, hij de rest. Een vijftal kilometer voor de 2de wisselzone hadden we plots de groep met onder andere Rolf Lautenbaucher bij de kraag. Zo kon ik als vijfde aan de afsluitende 30km loop beginnen.
Ik voelde al vrij snel dat mijn maag niet 100% in orde was, een kleine kilometer later kwam er dan een boertje met inhoud. Net zoals bij mijn zoontje Jul luchtte dit wel op en kon ik mijn weg zonder problemen verder zetten. Iets verder had ik Lautenbacher voor de tweede keer bij de kraag, ik kon zo verder opschuiven naar plaats 3. De eerste lag een kleine 6’ voor, die was dus buiten bereik, dacht ik. Nummer 2 kreeg het ook lastig en aan het einde van ronde 2 moest die er ook aan geloven. Lautenbacher bleef constant in zicht, ik moest dus tempo blijven maken om hem af te houden. Toen de inhoud van mijn maag voor de tweede keer de buitenlucht opzocht stond ik iets langer stil en speelden we weer haasje over. Net voorbij het ingaan van de derde ronde eiste ik mijn tweede plaats terug op. Op dat moment stoof Remy Vasseut ons voorbij en was ik mijn 2de plaats weer kwijt. Bij de laatste doortocht merkte ik dat Vasseur echt veel te snel liep en dat Lautenbacher definitief begeven had. Een 3de plaats was dus mijn deel, dacht ik. Met nog een dikke 5 kilometer voor de boeg passeerde ik tot mijn grote verbazing een uitgeputte Jerzy Kasemier, die tot dan de wedstrijd volledig bepaald had. Hij moest zijn wedstrijd staken en zelfs met de bezemwagen teruggebracht worden…. Op deze manier kon ik toch onverwacht terug mijn tweede plaats opeisen! Even uitzinnig als de even onverwachte winnaar bereikte ik na 5h49’50” de finish, waar ik recht in armen van Marieke en Jul liep.
Uiteindelijk liep ik mijn 30km in 2h00’30”, fietse ik 107km in iets langer dan 3h en zwom ik 44’, tel daar de wissels bij en je komt net niet aan 5h50’. Vasseur liep uiteindelijk 8’ minuten sneller als iedereen en had een de meet een kleine 3’ voorsprong op mij en 8’ op Lautenbacher. Bas Borreman, mijn fietsmaat eindigde tevreden 4de en Corné Klein vervolledige de top 5, maar dit was al 11’ na de winnaar.