Als grote verrassing kwam Non Stanford tijdens de laatste vijf kilometer van het Europees Kampioenschap OD opzetten tijdens de run en verslond ze iedereen; dankzij een ijzersterke run pakte ze de Europese titel en gaf ze al haar concurrentes het nageven. Namens Nederland stonden er vier dames aan de start; Rachel Klamer eindige het beste, maar was met een zestiende plaats en 2:23 minuut achterstand ver weg van een topklassering. 

Het EK – waar een behoorlijk aantal favorieten helaas niet aan deelnam – begon onder geweldige omstandigheden; het zonnetje scheen en het meer in München waar werd gezwommen, had prachtig helder water. Na 19:20 minuut was het de Britse Sophie Alden die als eerste uit het water kwam, met eigenlijk alle grote kanshebsters dicht in haar voeten. Barbara de Koning was van de Nederlanders het eerste terug op het droge; zij volgde als zevende en had toen tien seconden achterstand. Rani Skrabanja volgde als veertiende op 18 seconden en Rachel Klamer kon met 21 seconden achterstand nog nét de aansluiting houden. Dat lukte Marit van den Berg niet; zij moest alles op alles zetten om haar achterstand niet al tijdens het zwemmen te groot te laten worden. 

In de eerste van acht fietsrondes ontstond een kopgroep van dertien, maar na een paar kilometer ging Alden onderuit en nam in die val drie anderen mee. De Koning, de enige Nederlandse in de kopgroep, reed constant in laatste positie en zat dus achter de valpartij, maar verloor daardoor wel de aansluiting met de eerste dames, die vanaf dat moment met z’n achten doorgingen. In deze groep waren de grootste favorieten op papier Laura Lindemann, Non Stanford en Cassandre Beaugrand. 

De acht dames werkten goed samen, maar konden niet voorkomen dat de grote achtervolgende groep – met daarin Klamer, Skrabanja en De Koning – steeds wat dichterbij kwamen. Iedere vijf kilometer was er weer een aantal seconden van de achterstand afgesnoept, tot die achterstand nog maar twintig seconden was. Vanaf dat moment – ongeveer halverwege het fietsonderdeel – kantelde het wedstrijdbeeld echter weer en lukte het de acht koploopsters toch weer om hun voorsprong uit te breiden. Ondertussen verloor De Koning ook de aansluiting met de achtervolgende groep en daarmee ook het zicht op een goede klassering.

In de laatste kilometers op de fiets reed de achtervolgende groep toch nog naar de lead group toe en zo kwamen de twee groepen nagenoeg gelijk terug in T2. Daar was het Beaugrand die als één van de eerste vrouwen vertrok voor de 10 kilometer run en al snel de leiding in de wedstrijd pakte. Ze sloeg een klein gaatje, maar na twee kilometer waren het haar landgenote Emma Lombardi en de Duitse Lindemann die weer naar haar toeliepen. De Zwitserse Julie Derron liep een paar seconden achter het leidende trio, terwijl de Nederlandse dames verder naar achteren zakten. Niet veel later sloot ook Stanford nog aan bij de kopgroep.

Met nog zo’n vier kilometer te gaan, begon Stanford het tempo meteen te verhogen en het eerste slachtoffer daarvan was Beaugrand. Toch moesten niet veel later ook Lombardi en Lindemann er af, ook al bleef hun achterstand beperkt tot slechts een paar seconden. 

In de laatste kilometers vergrootte Stanford haar voorsprong en bleek dat de Britse veel te sterk was voor haar concurrentes. Ze won de wedstrijd – en daarmee de Europese titel – in een tijd van 1:52:10. Daarachter woedde een prachtige strijd tussen Lombardi en Lindemann, die uiteindelijk werd gewonnen door laatstgenoemde. Zij werd tweede op 9 seconden achterstand, terwijl Lombardi derde werd op 12 seconden.

Klamer werd uiteindelijk zestiende op 2:23 minuut. Skrabanja werd sterk 20e en De Koning zakte weg naar een 37e plaats. Van den Berg werd niet in de eerste uitslag opgenomen; het is op moment van schrijven onduidelijk of ze de finish heeft gehaald.