Afgelopen weekend werd er hard geracet tijdens Ironman Tulsa. Eerder spraken we Michiel de Wilde al over het pittige fietsonderdeel en nu deelt de Canadese pro triatleet Cody Beals zijn cijfers. Opvallend: er zaten flinke uitschieters in. “Dit is gekkenwerk”, schrijft Beals, die zijn wattage gegevens van de race Instagram deelt. Vanwege twee lekke banden verloor Beals na zo’n vijftien kilometer fietsen veel tijd. Hij koos er dan ook voor om na het fietsonderdeel uit te stappen en zijn benen voor een andere wedstrijd te sparen, zo verklaarde hij na de race.
“Het lijkt meer op een korte afstands triathlon dan de start van een triathlon die ongeveer acht uur duurt.” Beals – die 71 kilogram weegt – trapte op een piek maar liefst 748 watt over tien seconden. Over een minuut was gemiddeld 424 watt, twee minuten 399 watt, vijf minuten 376 watt en tien minuten 346 watt.
Tekst gaat verder onder afbeelding
“Waarom delen pro mannen hun race zo ‘slecht’ in?”, vraagt Beals zichzelf af. “In tegenstelling tot alles wat we weten over de voordelen van ‘pacing’, gaan pro mannen in een Ironman altijd heel hard weg en zakt het tempo daarna. Het is deels strategie: na de wissel een goede positie zien te vinden, een gat dichten, een stayer-voordeel behouden in een groep en het lossen van slechtere fietsers. Maar het lijkt soms net een door testosteron en adrenaline veroorzaakte slooptocht.” In de ideale wereld zou Beals zich richten op een gemiddeld wattage van 270 tot 280 watt, gelijkmatig verdeeld over het fietsonderdeel.
Daarbij concludeert Beals dat hij in zijn beste races altijd met een constant wattage reed. “Mijn eerste drie Ironman’s waren als een individuele tijdrit. Mijn laatste drie Ironman’s, die een sterker startveld hadden, waren een ander verhaal als het op dynamiek en tactiek aankomt. Het trainen en racen met wattages helpt mij om dit soort situaties te analyseren en erop te reageren.”