“Ik heb echt even staan janken toen ik die lekke band had, vooral toen hij na het oppompen nog steeds zacht bleek te zijn.” Na 155 kilometer te hebben gefietst met zijn ‘vingers tussen de deur’, zoals Michiel de Wilde het zelf mooi verwoord, gooide een lekke band roet in het eten. Ondanks dat De Wilde met een patroon nog wat lucht in zijn band wist te krijgen, was het onvoldoende om snelheid te kunnen maken. De minuten die De Wilde met zoveel moeite had goedgemaakt na het zwemmen verdwenen als sneeuw voor de zon en daarmee ook de motivatie om Ironman Tulsa nog te volbrengen. We spreken hem over deze teleurstelling.

“Het is super irritant, want het was eigenlijk de beste race van mijn leven”, blikt De Wilde terug. “Ik zwom beter dan normaal en lag eigenlijk wel goed in een groep. Ik merkte dat niemand het echt boeide om een bepaalde tijd te zwemmen, want mensen die voor een tijd racen doen het als een soort timetrial van A naar B. Bij het zwemmen gingen we de eerste 500 meter heel hard weg, maar daarna zwommen we echt chill. Ook na de boei werd er steeds even volle bak gezwommen, maar dan ook weer rustig. Met fietsen was dat hetzelfde”, spoelt De Wilde – die rond een 30e plaats op tien minuten van de kop uit het water kwam – vooruit naar het volgende onderdeel.

‘Het was echt een positiespel’

“Ik zat samen met Michael Weiss op de fiets en we zijn met zijn tweeën naar voren gefietst. Dat was super tof, want het ging heel goed. We reden in de stromende regen, het was erg vochtig en redelijk warm. Het wegdek was ook best wel slecht, met veel bobbels en gaten. Maar we bleven mensen inhalen, op een gegeven moment ook bekende atleten. Rond 80 kilometer kwam Boris Stein erbij; dat is echt een goede fietser. Met zijn drieën hebben we toen een grote trein ingehaald en die daarna deels mee getrokken. Het toffe was dat we de hele tijd volle bak omhoog reden, maar dan heel rustig naar beneden. Sommige stukken trapten we daardoor maar 100 watt, maar andere stukken juist tegen de 400 watt. Het was echt een positiespel en dat was mentaal heel leuk.”

‘Laat maar’

Maar na de grote inspanning die De Wilde leverde om mensen in te halen, zakte hij door een lekke band vlak voor de wissel weer net zo hard terug in het veld. “Super shit…maar er waren nog genoeg gasten achter mij. Dus ik heb snel de band gewisseld en wilde weer door…maar hij bleef zacht, ook na het patroon. Dus toen ben ik doorgefietst en heb ik gewacht op een motor. Dat duurde vijftien minuten en ik kon maar 26 kilometer per uur fietsen in die tijd. Hij heeft toen mijn band opgepopt, maar toen dacht ik op een gegeven moment wel ‘laat maar’. Dan heb je zoveel moeite gedaan en pijn geleden om hard te fietsen en zie je gasten die je eerder hebt ingehaald weer voorbij komen. Dan kun je nog wel een ‘oké marathon’ lopen voor een ‘oké uitslag’, maar voor een 25e plek in 8:30 uur kom je hier niet.”

‘Dat wordt nooit comfortabel’

Over zijn vorm met zwemmen en fietsen is De Wilde in ieder geval tevreden. “En met lopen ben ik er ook zeker van dat het goed zou zijn gegaan. Maar ik ga nu mijn benen sparen en Ironman UK of Ironman Coeur d’Alene doen. Dan ga ik daarvoor misschien nog naar Joe (Skipper, red.) toe om daar te trainen óf ik ga eerder naar Amerika toe. Ik ben er mentaal in ieder geval wel weer op voorbereid. Een Ironman is gewoon echt lang…dus ik weet weer waar ik in mijn trainingen nog bij moet schaven. Maar mentaal ben ik wel echt sterker geworden; zeker met fietsen…je kunt blokken rijden wat je wil, maar 180 kilometer met je vingers tussen de deur fietsen wordt nooit comfortabel.”