“Ik had gehoopt dat het iets beter zou gaan.” Met de spierpijn nog in zijn benen spreken we Derk de Korver over zijn race gisteren tijdens Ironman Tulsa. De Nederlander, die in Amerika woont, werd 33e pro atleet, maar finishte anderhalf uur achter de winnaar – Patrick Lange – en kijkt terug op een race vol ongemakken. Eerder spraken we ook Michiel de Wilde over zijn race.
“Het zwemmen is gewoon echt mijn zwakke punt. Om in het pro-veld een beetje competitief te zijn, moet ik gewoon sneller kunnen zwemmen”, legt De Korver uit. “Anders ben je de hele dag alleen…en dat was gisteren het geval. Ik kwam als één van de laatste uit het water en probeerde daarna een goede harde push te geven op de fiets. Ik reed ruim een uur op 70.3 tempo, en dat had zijn gevolgen, want ik kreeg op een gegeven moment ontzettend last van mijn rechter heup.”
‘Ik kon geen kracht meer zetten’
Nu achteraf kan De Korver wel raden waar dat door kwam. “Ik had afgelopen week nog een nieuwe fiets in elkaar gezet, want mijn oude fiets was stuk. Dus ik zat op een fiets waar ik niet op had getraind en volgens mij was de positie iets te agressief op het aero-aspect. Dat was gewoon niet goed voor mijn rug en heup. Op de fiets kon ik daardoor bijna geen kracht meer zetten. Zodra ik boven de 220 watt trapte, deed het gewoon teveel pijn. Dus eigenlijk heb ik het hele parcours onder de 240 watt gereden, terwijl ik in het verleden tegen de 260 watt aan zat.”
“Dat was voor mijn mindset niet geweldig. Ik dacht de eerste twee uur alleen maar ‘waarom doe ik dit’, maar tegen het einde van het fietsen dacht ik: er is één voordeel en dat is dat ik niet veel heb kunnen geven op de fiets en dus – hopelijk – meer over heb voor het rennen. Daardoor kreeg ik er weer enigszins zin in.”
‘Dat gevoel wilde ik niet nog een keer hebben’
Helaas ging het lopen echter ook niet van een leien dakje. “De eerste vijftien kilometer gingen best prima, maar daarna begon mijn linkerbeen stijf te voelen en kon ik mijn knie niet goed buigen. Vermoedelijk doordat ik op de fiets zoveel last had gehad van de rechterzijde. Doordat ik dat waarschijnlijk gecompenseerd heb, voelde ik juist de linkerzijde weer met rennen. Ik heb wat snelheid geminderd en heb tussendoor veel geprobeerd te koelen.” Stoppen was voor De Korver in ieder geval geen optie: “Ik was vastberaden om te finishen. Ik heb in het verleden een keer een DNF gehad en dat gevoel wilde ik niet nog een keer hebben.”