We lezen vaak over de winnaars van een triathlon: top triatleten die een goede race hebben gedraaid. Soms gaat een race echter niet als gepland. Anoniem wordt er in de achterhoede gevochten om te finishen. Arie van der Kuil beleefde tijdens Challenge Almere-Amsterdam een slechte dag, maar wist door te vechten toch nog binnen de tijdslimiet te finishen: 14:49:49.

Triathlon is de grootste passie van Van der Kuil: ,,Ik ben in 2008 gaan zwemmen om gewicht te verliezen en niet veel later met triathlon in aanraking gekomen. Triathlon is nu mijn grootste passie. Naast mijn baan als coördinator bij een aannemer in de bouw ben ik zwemtrainer bij Triathlon Vereniging Spijkenisse en maak ik ook trainingsschema’s voor beginnende triatleten.” Bovenop de te overbruggen afstanden heeft van der Kuil nog een extra uitdaging: ,,In 2001 heb ik wegens een hartafwijking een pacemaker gekregen. Sinds die tijd is het vechten met mijn gewicht.” Het was de droom van Van der Kuil om een Long Distance te finishen: ,,Inmiddels heb ik er drie volbracht.” 

Van der Kuil debuteerde ook in Almere op de Long Distance: ,,In 2013 heb ik in Almere mijn eerste gedaan. Ik had toen met een paar trainingsvrienden besloten om Challenge Almere-Amsterdam te doen. We hebben er toen samen naartoe getraind en als toetje de race gedaan. Almere was voor ons de ideale race omdat het relatief dichtbij is en in eigen land is altijd leuk. Afgelopen januari heb ik met mijn coach Robert de Korte van Edo Sports de stoute schoenen aangetrokken en besloten om weer aan Challenge Almere-Amsterdam mee te doen.” 

Geen beste dag

Van der Kuil beleefde tijdens Challenge Almere-Amsterdam 2018 echter niet zijn beste dag. ,,In één woord samengevat: hels. Nadat ik een seizoen heb gedraaid die alle verwachtingen te boven ging, ontstonden er zeven weken voor Challenge Almere-Amsterdam problemen binnen de familie. Dit kostte me veel energie, waardoor het trainen niet lekker meer ging. Uiteindelijk toch besloten om de hele te starten omdat ik mezelf niet zomaar uit het veld wilde laten slaan.” 

Daardoor stond Van der Kuil acht september dus toch aan de start van Challenge Almere-Amsterdam. ,,Uiteindelijk heb ik redelijk ontspannen naar de start toe kunnen leven.” Normaal gesproken is het zwemonderdeel het sterkste punt van Van der Kuil, maar dit keer ging alles anders. ,,Met het zwemmen ging het eigenlijk al niet lekker. Ik kwam door de drukte nooit echt in mijn ritme. Bij de tweede ronde kwamen daar nog enige golfslag en de start van de Middle Distance bij. Voor het eerst in mijn triathloncarrière was ik blij dat het zwemmen achter de rug was.” 

Goede moed ondanks stroeve start

Ondanks de stroeve start hield Van der Kuil moed. ,,De wissel ging lekker snel en ik ben met goede moed op de fiets gestapt. Uiteraard met respect voor de afstand en de stevige wind, ik wist dat ik berekenend moest gaan rijden. Na veertig kilometer begon ik echter pijn in mijn rug te krijgen. Deze was na zestig kilometer zo heftig dat ik besloot om door te rijden naar de coachings-zone bij het negentig kilometer punt, zodat ik van daar af terug kon naar de wisselzone om mezelf daar af te melden.” 

(tekst gaat verder onder de foto)

Van der Kuil over de Almeerse dijken. (foto: Arie van der Kuil)

In de coachings-zone aangekomen kwam de frustratie eruit: ,,Mijn fiets en helm werden in de berm gegooid en ik was blij dat ik op de grond kon liggen om mijn rug te strekken.” Daar stond ook Natasha, een vriendin van Van der Kuil. Zij was het niet helemaal eens met de plannen van Van der Kuil: ,,Ze heeft op me ingepraat en me rek- en strekoefeningen laten doen. Daarnaast heeft ze mijn bidons gevuld en gezorgd dat ik te eten had. Toen ik een beetje bijgekomen was heeft ze me min of meer gesommeerd verder te gaan. Daar heb je vrienden voor.” 

Ook de tweede ronde sloeg de rugpijn toe: ,,Ik heb de tweede ronde veertig kilometer pijnvrij kunnen rijden, maar daarna begon mijn rug weer op te spelen. Met name naar het einde toe werd het erg zwaar.”

Opluchting

In de wisselzone aangekomen was er opluchting: ,,Toen ik zag dat ik binnen de tijd kon finishen, gaf me dat moed om weer door te zetten. Mijn vriendin en haar dochtertje hielden mij op de been, evenals alle anderen die mij volgden.” 

Ook het looponderdeel verliep niet optimaal. ,,Het lopen begon goed, maar al na 500 meter kreeg ik krampscheuten in mijn linker bovenbeen waardoor ik moest wandelen. Ik heb mij toen gefocussed om de kramp eruit te wandelen. Na een kleine twee kilometer was de kramp weg, waarna ik de eerste halve marathon heerlijk heb kunnen hardlopen. Ik heb genoten van de geweldige sfeer langs het parcours en vooral bij de drankposten. De tweede helft van de marathon begon vermoeidheid een rol te spelen. Ik moest toen bijvoorbeeld wandelen om hellingen op te komen. De drive die ik toen nog had om te finishen werd iedere keer toen ik door het stadion kwam versterkt. Het was echt geweldig om daar iedere keer langs te komen, mede door de dertig man van Triathlon Vereniging Spijkenisse die daar stonden. Ik kreeg daar echt kippenvel van.” 

(tekst gaat verder onder foto)

Van der Kuil tijdens de marathon. (Foto: Van der Kuil)

Hoe dichter Van der Kuil bij de finish kwam, hoe zwaarder het werd. ,,De laatste twee loopronden zijn Cathy en Gerard, twee clubgenoten, met me meegelopen en gefietst om me te ondersteunen. Ze vertelden me dat iedereen van de vereniging zou wachten tot ik gefinisht was. Bij het ingaan van de laatste ronde kreeg ik te horen dat ik genoeg tijd zou moeten hebben om op tijd te finishen. Toen ik tijdens de laatste ronde uit het bos kwam, zag ik in de verte het stadion met alle lichten. Deze kwam langzaam dichterbij en het geluid werd ook steeds harder. Langzaam kwam ook het besef dat ik ging finshen. Het laatste stuk richting de finish liep ik door een erehaag van supporters, confetti en vuurwerk voordat ik mocht finishen. Ik heb hier echt enorm van genoten. Dat ik mijn medaille van Yvonne van Vlerken kreeg, was toch wel de kers op de taart.” 

Bijna twee weken na de race kan Van der Kuil zich langzaam toch trots voelen. ,,Ik kijk met gemengde gevoelens terug naar Challenge Almere-Amsterdam 2018. Enerzijds ben ik trots en dankbaar, anderszijds teleurgesteld omdat er veel meer in had gezeten na zo’n top seizoen. Nadat alles in de dagen erna bezonken is, ben ik toch wel trots geworden dat ik alsnog kon finishen. Inmiddels durf ik naar de volgende Long Distance uit te kijken. Welke dat gaat worden weet ik nog niet, maar ik zou heel graag Ironman Lanzarote een keer willen doen. Dat lijkt nu nog niet haalbaar, maar wat ik altijd zeg op de club: ‘pijn is emotie en emotie kun je uitschakelen’. Waarmee ik wil zeggen dat je meer kunt dan je denkt, dus wie weet komt het er nog van. Nu ga ik eerst alleen sporten voor mijn plezier, om mijn fitheid weer een beetje op niveau te krijgen en verder af te vallen.”