Ik heb de "Hel van Kasterlee" overleefd. Alleen hoe…

Ik had een vrij goede nacht achter de rug en vol goede moed vertrokken naar
Kasterlee. Ik was blij dat het eindelijk 18 december was. De dag waar ik een
vol jaar naar had uitgekeken. Na de nodige succeswensen en het klaarleggen
van kledij werd het al snel 8u, klaar om te starten. Ik voel me super. Doel
dit eerste jaar: uitdoen!

1ste run: De eerste paar honderd meter lagen er vrij glad bij, even opletten
om daar al niet meteen onderuit te gaan. Al snel had ik m’n juiste tempo te
pakken en al babbelend links en rechts waren we vertrokken. Hier liep ik
dan, voor misschien wel de 30ste keer. Maar eindelijk in wedstrijd.

2km: Ik krijg steken in de zij, zowel links als rechts. Hoe in godsnaam is
dat nu mogelijk??? Lag het aan de voeding? Nee, die was reeds vele malen
getest. Lag het aan het vroege uur? Nee, vele malen trainde ik ‘s morgens
rond dit uur. Op dat moment geen idee hoe het kwam. Het genieten van de 1ste
run werd al meteen veranderd in de open vraag hoe die steken kwamen.

8km: Ik drink een beetje water. Het gaat er niet in. Ik had 2 kleine busjes
bij in een loopgordel. Voor mij zijn ze plots enkel nog maar balast omdat ik
ze toch niet binnenkrijg. Ik giet ze onderweg uit. Steken in de zij, geen
water binnenkrijgen. Jongens wat gebeurt er hier???

10km: Ik moet plassen. Zet me even aan de kant, maar krijg m’n rits niet
open. Oh f*ck, laat het dan hé seg. Ik loop verder. De plasdruk wordt groter
en zet me dan toch een tweede keer aan de kant. Het supergevoel van bij de
start is volledig weg. Na 1u12’07" kom ik binnen. Uiteindelijk in de
voorziene tijd, maar het is vooral de manier waarop.

Wissel 1: Het was de bedoeling om volledig van kledij te wisselen. Neem m’n
tijd, eet iets en dan ben ik weg.

MTB-ken:

Ronde 1: Nog geen 3km ver gebeurt hetgeen m’n hele dag zal bepalen. KRAMPEN,
verdomde krampen! Alle "worst case scenario’s" had ik vooraf overlopen, maar
nooit, nooit had ik gedacht aan krampen. En dan nu al??? Na 3km fietsen! Wat
is/was er toch mis met mij??? Het aantal koppeltrainingen dat ik in de
voorbereiding naar Kasterlee, maar ook daarvoor, gedaan heb is groot, alle
groepstrainingen in Kasterlee, een rondje lopen en daarna 2 of 3 ronden
fietsen, nooit, maar dan ook nooit had ik krampen en dan nu, op D-day,
krampen in de 2 volledige benen. En dan spreek ik van linker- en
rechterkuit, linker- en rechterdij.
Ik kom voorbij het kerkhof om dan rechts af te slaan en een klein
hellingetje op te rijden, maar het lukt me niet. En daar sta je dan stil
langs de kant, naast de MTB, amper 5km ver. Ik voel me verlegen tegenover de
mensen die daar langs de kant staan en krijg een mentale slag van jewelste.
Stretchen lukt niet, want als ik m’n kuiten stretch krijg ik krampen in m’n
dijen, en omgekeerd. Terug de fiets op, maar elke put is er teveel aan en
voldoende om weer krampen te krijgen. Ik mag niet van m’n zadel komen of het
is van da. Een streep door Kasterlee, denk ik op dat moment. Als dit nu was
gebeurd in ronde 3 of 4, door vermoeidheid, koude of dergelijke, dan kan ik
daar mee leven, maar nu al. Dit was een raadsel waar ik geen antwoord op
had. Ik had het niet koud (net volledig gewisseld), ik was niet moe (hé zeg,
na 5km fietsen, ni beginnen hé). Ik besluit 1 ronde uit te rijden en dan de
situatie te bekijken.
Ik voel mij slecht, erger, ik voel mij een loser, een janet op ne MTB. Jaja,
lach maar, maar het is zo. Maar ik heb geen keus. Als ik kracht zet om
snelheid te maken, dan blokkeren de benen, als ik van m’n zadel kom om een
helling te doen, net hetzelfde. Gewoon blijven zitten en rustig rijden is
het meest "comfortabele".

Na 1u30’00" kom ik aan de bevoorrading waar m’n supporters me opwachten om
m’n voedselpakket aan te reiken. Ik stop heel even, schoonvader Marcel doet
die bevoorrading voortreffelijk en ben al snel terug weg voor ronde nr 2. We
zullen wel zien wat het geeft. Misschien verdwijnen die krampen wel. Yeah
right.

Ronde 2: Onderweg moet ik plassen. Dit doet pijn, vreselijke pijn. Man, man,
man… Ik ben op dat moment waarschijnlijk het grootse wrak dat daar aan ‘t
rondrijden is. Het probleem met de krampen blijft duren. Wederom blijf ik
geen keus hebben en moet ik ook deze ronde verder zoals ronde 1. Ik geef ook
de moed op voor ‘t lopen. Als een duathleet al krampen krijgt, dan is dat
meestal bij de 2de run. Dus ik moet er niet aan denken…

Bij de bevoorrading stap ik even af. Ik moet m’n MTB eerst plat tegen de
grond leggen, want krijg gewoon m’n been er niet overgezwaaid, want anders
weer, inderdaad, u raadt het al, krampen. Toch zal deze stop een lichte
ommekeer worden. Rudi, m’n begeleider is dan toegekomen. Hij verzekert me
dat ik straks perfect kan lopen, terwijl schoonbroer Kurt en neef Chris m’n
ketting wat proper maken.

Ronde 3: Deze rij ik dan mentaal al een beetje beter, maar snelheid komt er
niet in. Ik zie een gemiddelde van 18km/u. In de voorbereiding zou ik moeite
moeten gedaan hebben om zo traag te rijden. Ik verschiet er zelfs van dat ik
nooit van mijne fiets ben gevallen, want met deze trage snelheden telt de
wet van de zwaartekracht: je valt makkelijker om dan je kan rechtblijven.
Gelukkig gebeurt dat niet.

Ronde 4: Elke strook die ik nu afleg, is de laatste keer. Maar door het feit
dat ik natuurlijk zeer lang op die fiets zit, veel langer dan voorzien, komt
ook de rugpijn. Maar dat vind ik normaal, dat zijn normale pijnen. Na 80km
op de fiets MAG de rug pijn doen. Alle vorige kwalen zijn niet normaal,
zijnde:
– steken in de zij na 2km lopen
– krampen over de volledige benen na 3km fietsen
– stekende pijnen bij elke plasbeurt

Het is stil tijdens de vierde ronde. Niet al teveel deelnemers zijn nog aan
‘t rijden. Onderweg staat nog een enkeling te supporteren, de ene al wat
meer "komaan hé, nog efkes" roepend. Als ik uiteindelijk aan de tent met de
balkjes kom, dan is daar niemand meer, het is daar doods. Gelukkig weet ik
dat het aan de sporthal anders is.
Het tripje van aan de tent (De Mast) tot aan de sporthal, daar heb ik enorm
naar uitgekeken. Iedere keer dat ik in Kasterlee ging trainen dacht ik daar
"wat zal ik blij zijn dat ik hier op D-Day rij". En zo voelt het ook. De
grote baan over en naar de wisselzone. Als een wrak stap ik van m’n fiets.
"Gij ga toch nimeer lopen?" hoor ik mijn moeder roepen… Euh, u zei???
Natuurlijk. Dit is Kasterlee, dit is afzien, dit is doorgaan, wat er ook
daarvoor is gebeurd. In de sporthal rustig omgekleed. M’n vrouw komt even
tot bij mij, maar ik stuur haar vriendelijk terug. Ik zie dat ze te
geëmotioneerd is en dat mag niet overslaan naar mij.
En nu, nu ga ik het echt weten. Wat met de krampen, en wat met die rug.
Hoewel ik van die rug minder schrik had. Ik had nog al trainingen gedaan van
meer dan 100km fietsen, gevolgd door zelfs onmiddellijk te lopen. Die
rugpijn gaat steeds weg.

2de run:

1ste ronde: Rudi, Chris en m’n zus Elke gingen me vergezellen op de fiets.
Geen last van de rug zoals voorzien, maar ook geen krampen. ZALIG! In m’n
korte duathlons geniet ik altijd van de 2de run. Ook nu is dat niet anders.
Nu voel ik mij weer duathleet. Voor de allereerste keer vandaag ben ik niet
in gevecht me een of ander lichamelijk of mentaal probleem, nee, voor de
eerste keer krijg ik het wedstrijdgevoel. Moet ne mens daar eerst 8u45′ voor
bezig zijn geweest???

Onderweg kan er nog "gezwanst" worden en haal ik enkele athleten in. Vanaf
de Oudmolsedijk voelt het wat minder, maar de W-Cupkes doen hun werk.
Passage aan de Sporthal. Een man doet teken waar ik moet binnenlopen. Nee,
nee, den deze moet nog een rondje hoor. Ons ma wordt zot. Rustig moeder, het
is nog maar 15km 🙂

2de ronde: We gaan door. M’n neef Chris haakt af zoals voorzien. Hij heeft
heel de fietsproef paraat gestaan voor het geval er technische problemen
zouden zijn. Ik heb ‘m niet moeten opbellen, wat wil zeggen dat het fietske
perfect in orde was. Ik bedank hem.

M’n zus Elke loopt nu de laatste ronde mee, Rudi nog steeds op de fiets. Hij
maakt er me steeds op attent dat ik niet mag vergeten te eten en te drinken.
Geen "peptalk" maar bemoedigende woorden. Dat is zijn taak, en hij doet dat
goed. Ik voel me goed dat hij er bij is.

Het looptempo zakt. Het is nu stikkedonker. De vermoeidheid is er. Ik heb
zin om eens te stappen, maar dat zeg ik niet en ondertussen probeer ik m’n
voeten deftig van de grond te houden. Het is afzien. In de Oudmolsedijk
pikken we aan bij een vrouw die begeleid wordt door 2 gasten. Ik besluit om
samen te blijven. Ze is enorm grappig (volgens mij ook van vermoeidheid) en
dat verzet de gedachten. Aan km-bord 12 versnel ik. Die laatste 3km wil ik
nog even doorbijten want wil binnen de 12u binnen zijn, maar ook omdat ik
niet wil toekomen als men met het podium bezig is. Vorig jaar zag ik dat er
op dat moment wel eens een aankomende deelnemer werd "vergeten".

Ik bedank Rudi voor wat hij gedaan heeft en draai Duineneind op. Een krop in
de keel. Ik draai de rode loper op en m’n dochtertje Lente van bijna 3 jaar
staat klaar, klaar om met mij de over de meet te gaan. Jan Daems wacht me
op, zoals bij iedereen. Hij had mij waarschijnlijk veel eerder binnen
verwacht, net zoals vele andere deelnemers, maar ook ikzelf, hadden gedacht.
Het mysterie rond de krampen dacht daar echter anders over. Ik ben door een
hel gegaan, de Hel van Kasterlee, maar ik heb niet opgegeven. Eindtijd
11:56:36 Ik signeer het bord met alle aangekomen deelnemers.

Dank aan iedereen die er die dag bij was: ma, pa, Jos, Simonne, Marcel,
Paula, Miel, Inge, Laurant, Kurt, Barry, Vera, Elke. Speciale dank aan m’n
neef Chris voor de MTB trainingen, aan Rudi en Mieke voor het geloof in mij
en de goede trainingsschema’s, dochtertje Lente en m’n vrouw An. Ook zij
zijn de afgelopen weken/maanden door een kleine hel moeten gaan met mij.
Maar ze zijn fier.

Gisteren heb ik gezegd "nooit meer, jamais". Vandaag twijfel ik nog. En
binnen een paar weken loop ik waarschijnlijk in een Kempisch dorp, dat
zichzelf Kasterlee noemt, vertrekkend aan de sporthal Duineneind, tussen de
weiden, langs de boeren, door het Prinsenpark, via de Oudmolsedijk terug
naar de sporthal. Me klaar te stomen voor een 2de keer de zwaarste
winterduathlon van de wereld te trotseren. En dit keer zonder onbewuste
innerlijke stress van "ik moet Kasterlee uitdoen". Want hoe langer ik er
over nadenk, volgens mij is dat de reden van de krampen geweest. Maar het
blijft hoe dan ook toch nog een beetje een raadsel. Wie er een antwoord op
denkt te kennen, ik ben al voorhand dankbaar voor een antwoord.

Voor ik nog wat cijfers meegeef nog even de woorden van Jan Daems citeren:
"Athleten die de Hel van Kasterlee overleven, kunnen zich met recht en rede
"duathleet" noemen. Sinds gisterenavond 19u56 kan ik dan ook met opgeheven
hoofd de naam van deze website verder blijven dragen.

Sportieve groeten,
Dave
www.duathleet.be

Ingeschreven deelnemers: 234
Starters: 195
Aangekomen deelnemers: 148
Mijn plaats: 142
Afgevallen: 5kg