“Ik kan het nog.” Menno Koolhaas zegt het met een lach, want hij heeft net zijn eerste zwemtraining na zijn prachtige overwinning bij Ironman Arizona – afgelopen weekend – er weer op zitten. Even écht rustig aan doen en genieten van die historische prestatie, waar hij ook nog eens ruim onder de magische grens van 7:30 uur dook, is er niet bij: Koolhaas komt dit jaar namelijk nog in actie bij de T100 Grand Final in Qatar.
De dag na zijn overwinning werd in Amerika wel even gevierd, onder andere samen met Milan Brons, Joep Staps en Daaf Plomp. “Na zo’n race voelt je lichaam natuurlijk best wel klote: veel spierpijn en je hebt echt tijd nodig om te herstellen. Afgelopen maandag zijn we naar een schietbaan geweest – ‘als je daar bent, wil je dat toch een keer proberen’ – en in de avond hebben we golf gespeeld en lekker gegeten.” Dinsdag volgde bijna een volledige dag in het vliegtuig, woensdag een dag vol afspraken in Nederland en vandaag – donderdag dus – weer de eerste voorzichtige trainingen. “Maar als ik nu te snel zou trainen, wat ik best zou willen en misschien zou kunnen, weet ik niet of dat mijn herstel zou bevorderen.” Met andere woorden: deze week is het vooral rustig trainen en vanaf volgende week gaat de intensiteit weer snel en aanzienlijk omhoog.
Beste race ooit
Koolhaas beleefde afgelopen zondag zijn waarschijnlijk beste wedstrijd ooit. Hij won in 2023 het Europees Kampioenschap Long Distance bij Challenge Almere-Amsterdam, was een jaar later ijzersterk bij Ironman Frankfurt en zijn vijfde plaats bij het WK Ironman op Kona, ook vorig jaar, spreekt nog steeds tot de verbeelding. Maar, zo sterk als hij zondag was, was hij waarschijnlijk nooit. Toch moet het er bij Koolhaas bijna uitgetrokken worden, want de topatleet lijkt niet per se makkelijk te willen zeggen wat eigenlijk iedere buitenstaander van grote afstand zag: dit was zijn beste race en niet zo’n beetje ook. En ook al zag je dat niet, spreken de cijfers voor zich: 48:00 minuten in het water, 4:01:26 uur op de fiets, 2:35:47 op de marathon en een totaaltijd van 7:28:52. Een dikke verbetering van zijn eigen Nederlands record en meteen ook een tijd die schuurt tegen de allersnelste tijden óóit op een Long Distance.
‘Dit zegt wel iets over mijn niveau’
En toch blijft Koolhaas dus enigszins gereserveerd als gevraagd wordt naar de waarde van die tijden. “Ik kwam naar Arizona met één doel: om te winnen. Uiteindelijk is dat het enige dat telt: je wil die ‘1’ achter je naam hebben staan. Natuurlijk zie ik online ook alles voorbij komen, inclusief jullie artikel waarin je mijn tijden vergelijkt met die van Blummenfelt. Dat is leuk, maar tegelijkertijd lastig te vergelijken. Maar, het is waar, ik heb nu een paar keer laten zien hele snelle tijden neer te kunnen zetten, dus ik mag me wel voorzichtig in het rijtje met grote namen op de Long Distance gaan scharen. Dat ik nu met ruim acht minuten voorsprong op de nummer twee (Sam Long, red.) win, zegt ook wel iets over mijn niveau natuurlijk.”
‘Bijna perfecte race’
Koolhaas maakt dan ook duidelijk dat hij inderdaad zijn waarschijnlijk beste wedstrijd ooit heeft laten zien, nog los van de tijd die daar dus na minder dan 7:30 uur uit kwam rollen. “Vooral de manier waarop ik de race heb aangepakt: ik zorgde voor een gat tijdens het zwemmen, zorgde er op de fiets voor dat de kopgroep van acht man uitdunde tot vier man, daarna reed ik samen met Ben Kanute weg en deed ik zo’n zeventig procent van het kopwerk, mijn wattages waren 20 watt hoger dan op Kona en vervolgens loop ik een 2:35 marathon op een parcours en met omstandigheden die absoluut niet makkelijk waren. Als ik de laatste 8 kilometer van de marathon vergeet, had ik eigenlijk een perfecte race.”
Een bijna perfecte race dus, al weet Koolhaas dat hij in het water nog zeker twee minuten sneller zou kunnen en ook is hij dus niet helemaal tevreden over de laatste acht kilometer lopen, waarin hij overgaf en moeite kreeg om noodzakelijke voeding naar binnen te werken. “Het hielp ook niet mee dat mijn voorsprong toen al zo groot was, dat de echte druk er eigenlijk vanaf was. Tijdens de laatste kilometers zag ik nog wel dat ik onder de 7:30 uur zou kunnen duiken: dat was m’n doel, maar dat het nu ook gelukt is, is bizar.”
Tekst gaat verder onder afbeelding
Roth en Kona grote doelen voor 2026
Met een WK slot vroeg op zak – en dus de zekerheid dat we Koolhaas in 2026 op Kona gaan zien – kijkt de wereldtopper alvast vooruit naar aankomend jaar. “Ik heb dan twee grote doelen: Challenge Roth en het WK Ironman.” Daarover gesproken, je zou haast vergeten dat Koolhaas dit jaar een zeer moeilijke periode kende met blessureleed, waardoor hij een streep moest zetten door Challenge Roth 2025, dat eigenlijk dit jaar al zijn grote hoofddoel was. “Ik ben af en toe bang geweest dat ik nooit meer een Long Distance zou kunnen doen, omdat mijn enkel dat niet zou aankunnen”, spreekt hij eerlijk over het versleten kraakbeen dat hem vrijwel nooit meer pijnvrij laat lopen en ook zorgt voor een lagere maximale wekelijkse loopomvang dan hij eigenlijk zou willen: tegen de 80/85 kilometer in plaats van 100/110 kilometer. “De dokter heeft me gezegd dat ik voorzichtig moet zijn, omdat er meer kapot kan gaan en mijn carrière daarmee over kan zijn. We moeten het overigens ook niet groter maken dan het is: het gaat vooralsnog goed. Aan het einde van dit seizoen kijken we of de schade groter is geworden, of gelijk is gebleven.” Eén ding is zeker: aan versleten kraakbeen valt niks te doen, dus de schade is sowieso niet minder geworden.
‘Meekunnen met de snelste mannen’
Terug naar die grote doelen voor 2026: Challenge Roth en het WK Ironman op Kona dus. Na zijn winst in Arizona, wordt er online druk gespeculeerd over de mogelijkheden van Koolhaas en de potentie die hij heeft om mogelijk de grootste wedstrijden te winnen. “Zelf kan ik daar alleen over zeggen dat ik nog meer uit mezelf kan halen dan ik nu heb gedaan: er is nog steeds ruimte om te verbeteren. Dat ik niet aan het einde van mijn mogelijkheden zit, is een fijn gevoel. Vooral het lopen moet beter; ik denk dat ik een 2:30 moet kunnen lopen en dat is ook nodig om met de snelste mannen als Casper Stornes, Kristian Blummenfelt, Sam Laidlow en in de toekomst wellicht ook Marten van Riel en al die andere gasten die eraan komen, mee te kunnen.
Naast zijn twee grote races blijft Koolhaas flexibel om zijn seizoen voor volgend jaar in te richten. Zo hoopt hij in 2026 ook nog wat in Nederland te racen – wellicht wat NK’s – en mogelijk wat T100-races mee te pakken.
Menno Koolhaas na historische IM Arizona: ‘Ik kan nog steeds doorgroeien, heb mijn limiet nog niet bereikt’




















