Natuurlijk was de druk hoog, maar dat werd nu ook uitgesproken door de Nederlandse atleten die zich eerder vandaag op geweldige wijze wisten te kwalificeren voor de Olympische Mixed Team Relay race in Parijs. Eén kans was er nog, door minimaal tweede te worden in Huatulco, Mexico, en precies dat werd klaargespeeld. “We hebben gevochten tot het einde.”
Met een grote lach staan Mitch Kolkman, Barbara de Koning, Richard Murray en Rachel Klamer, de vier hoofdrolspelers van deze Nederlandse prestatie, de media te woord. Maar achter die lach schuilt ook nog een stukje ongeloof. Niet zo gek ook, want de allesbeslissende kwalificatiewedstrijd in Mexico ging alle kanten op: na een prachtige start van Kolkman verloren De Koning en Murray juist terrein, terwijl Klamer de wedstrijd in de laatste meters uiteindelijk toch nog in het voordeel van Nederland wist te kantelen. “Toen we vierde en zelfs vijfde lagen”, vertelt Klamer daarover, “moest ik huilen. De druk was zó hoog en ik wist niet goed wat ik nog kon doen. We hebben een team met jongere en oudere atleten, maar we hebben laten zien dat we vooral hard kunnen vechten. Ik was echt heel nerveus en was bang dat ik het zou verpesten.”
Maar Klamer verpestte het niet, al was dat ook te danken aan de geweldige start van Kolkman, die vooraan de race meedraaide en Nederland, samen met Canada en Noorwegen, in een geweldige positie afleverde richting heat 2. “Voor mij was dit het perfecte scenario. Ik heb hard gepusht tijdens het zwemmen en op de fiets, en tijdens het lopen bleven we bij elkaar. Toen kon ik Barbara goed wegtikken. Dit is echt ongelooflijk.”
De Koning, die het vandaag wat moeilijker had, was vooral aan het hopen op een goede afloop. “Het voelde geweldig om als team te racen en we hebben er alles aan gedaan. Dat betaalt zich nu uit. Ik bleef gaan tot het einde en daarna hoopte ik alleen maar dat het genoeg zou zijn.”
Tot slot Murray, die streed voor wat hij waard was, maar niet kon voorkomen dat hij tijd en posities verloor. “Het was een gekke race, met ups en downs. Het ging echt alle kanten op. De mannen die mij van achteren inhaalden: daar kon ik gewoon niet tegenop. Het was drie tegen één”, aldus zijn terechte verklaring over het fietsonderdeel waarin hij inderdaad drie samenwerkende landen voorbij zag komen. “Tijdens het lopen had ik hele zware benen, maar kon ik gelukkig dicht genoeg bij Hongarije (de uiteindelijke nummer drie, red.) blijven. Toen heb ik gebeden dat Rachel het zou afmaken.”