,,Moe, maar voldaan. Dat is de beste omschrijving”, aldus triatleet Niels Esmeijer, die met de spierpijn nog in zijn bovenbenen terugdenkt aan zijn 2:30:30 marathon van afgelopen weekend. Samen met drie vrienden organiseerde hij een ‘coronaproof’ marathon rondom Soest. ,,Ik ben blij dat we nog konden lopen al was het geen écht evenement. We waren allemaal (Esmeijer, Gijsbert van der Vuurst, Timo van Beek en Daan van Doorn, red.) in voorbereiding op de marathon van Amsterdam, die niet doorging. Toen schreven we ons in voor de marathon van Abcoude, maar ook die ging niet door. We wilden onze trainingsuren toch op een andere manier ten goede doen komen.” En dat deden ze absoluut, want drie van de mannen liepen een persoonlijk record.
,,We besloten met zijn vieren in twee groepjes te starten. Timo en ik wilden 2:30 uur lopen en Gijsbert en Daan 2:34 uur. We hadden een parcours uitgezet in de polder bij Soest en de route met ‘Jones-counter’ (meetapparatuur, red.) nagemeten.” Al is het natuurlijk totaal anders dan een ‘normale’ marathon zagen de atleten op deze manier toch kans om hun harde werk te belonen met een mooie finishtijd. ,,Het is qua beleving wel heel anders. De entourage is toch wat minder. En het is lastiger om gefocust te blijven en te blijven pushen. Je hebt ook niet het voordeel van een grote groep om mee te lopen. Maar we hadden voor tien kilometer gelukkig wel twee hazen: Steff Overmars en Ricardo Scholten.” Dat was zeer welkom, want gezien de flinke wind die er zondag stond, had Esmeijer het niet helemaal getroffen met de weersomstandigheden. ,,Maar als je de marathon van Amsterdam loopt, heb je het ook niet voor het kiezen”, reageert Esmeijer realistisch.
Ondanks het weer slaagde hij er dus toch in om in de buurt van zijn doeltijd – 2:29 uur – te komen. ,,In normale omstandigheden zou ik misschien gebaald hebben, maar ik ben nu heel blij dat het überhaupt gelukt is. En ik denk dat er nog verbeterpunten in mijn voorbereiding en de race zelf zijn.” Met nog een lange winter voor de boeg, ziet Esmeijer kans om deze punten aan te pakken en dan volgend jaar, in een officiële wedstrijd, die 2:29 alsnog te lopen. ,,Ik heb daar wel vertrouwen in.”
Vol vertrouwen op naar de 2:29 marathon
Nadat Esmeijer zichzelf eerst de kans geeft hiervan te herstellen en wat ruimte maakt voor ‘coronakilootjes’, pakt hij zijn trainingen weer op. ,,Ik had dit keer echt een goede marathon voorbereiding, dus ik ben super gemotiveerd om te kijken of ik hierop door kan bouwen en dan hopelijk in een echte marathon een nog snellere tijd neer kan zetten. Dit was voor het eerst dat ik echt grote volume weken heb gedraaid met lopen. De grootste week was 170 kilometer. Ik wist niet of mijn lichaam dat aankon en nu blijkt van wel. Nu ik dat weet, heb ik meer vertrouwen.”
Daarnaast wil Esmeijer de volgende keer zijn race iets anders indelen: ,,Op het eind was het wel zwaar, maar ik verloor de laatste drie kilometer maar iets van vijf seconden per kilometer. Dus dat is best ‘steady’. Dat wetende, kan ik misschien toch iets sneller van start, want ik ben wel eens ‘kapotter’ over de finish gekomen. Dat is een nieuwe grens die je gaat ontdekken.”
‘Ik heb veel geluk gehad’
Het afgelopen jaar spitste Esmeijer – die zich daarvoor op Long Distance triathlons richtte – zich meer toe op de marathon. ,,Steff (Overmars, red.) is mijn trainer en ik had met hem besloten om mij dit jaar meer op het hardlopen te focussen. Ik heb een jonge dochter en tijd is wat schaarser. Hardlopen is effectiever in tijd dan zwemmen en fietsen. En ik merk ook dat zwemmen en fietsen meer energie vraagt, omdat ik vier jaar geleden een zwaar ongeluk heb gehad.” Dat Esmeijer nu zo hard kan lopen en enkele jaren na het ongeluk een Long Distance in 8:59 uur kon volbrengen, mag een wonder genoemd worden. ,,Vier jaar geleden ben ik tijdens een wielerwedstrijd in de Franse Alpen met de fiets in het ravijn gestort”, legt de atleet uit. ,,Ik heb toen mijn rug, nek, borstkas, ribben, sleutelbeen en alles vanaf mijn middenrif omhoog, gebroken. Ik heb heel veel geluk gehad dat ik dat heb overleefd.”
Esmeijer onderging een aantal zware operaties, maar kwam er uiteindelijk – naar eigen zeggen – sterker uit. ,,Maar ik merk wel dat ik met zwemmen minder mobiliteit heb en daardoor niet zo’n krachtige doorhaal. En met fietsen kan ik niet zo heel lang diep zitten.” Toch ziet Esmeijer het niet als een probleem: ,,Het hindert mij niet in de dingen die ik doe. Met wat kleine aanpassingen, kan ik alles nog. Het had een stuk erger kunnen zijn.”
‘Ik ben er een blijer mens door geworden’
Dat zo’n ingrijpend ongeluk je als mens kan veranderen, ondervond Esmeijer aan den lijve. ,,Ik ben er mentaal een stuk sterker door geworden. Enerzijds door de pijn die ik heb ervaren, maar ook omdat ik zo dankbaar ben dat ik weer kan sporten. Dat had ik bijna niet meer gehad. Ik probeer elke kans die ik krijg aan te grijpen. Wat dat betreft ben ik er een leuker en blijer mens door geworden.”