Nog drie dagen tot het startschot klinkt van de legendarische Pho3nix Sub7 en Sub8 poging. Vanmiddag, tijdens de persconferentie, blikten Kristian Blummenfelt, Joe Skipper, Kat Matthews en Nicola Spirig alvast vooruit.
Blummenfelt: ‘Ik wil het tempo niet te snel verhogen’
Het wordt pas zijn derde Long Distance ooit, waardoor Blummenfelt zeker niet de meest ervaren atleet is, maar hij wordt door veel fans toch als de grote favoriet gezien. De Olympisch kampioen verbrak officieus al het Ironman wereldrecord tijdens zijn eerste Long Distance, tijdens zijn tweede Long Distance werd hij Ironman Wereldkampioen, dus de verwachtingen voor zijn derde race zijn hooggespannen. “Het is goed om hier te zijn en te zien hoe het team opbouwt richting zondag. Dat geeft me veel vertrouwen”, aldus Blummenfelt. “Ik moet zeggen dat ik zelfs meer vertrouwen voel dan voor St. George vorige maand.”
De afgelopen twee jaar focuste hij niet alleen op Olympisch goud, maar hield hij zich ook bezig met dit grote Sub7 project. “Het is een combinatie geweest van veel dingen. De afgelopen twee jaar probeerden we vooral een goed team met hazen samen te stellen voor het fietsen, want ik denk dat dat het belangrijkste onderdeel wordt. We trainen al bijna een jaar voor de Long Distance en ik kan zeggen dat ik iedere week nog leer. Dit zal pas mijn derde Long Distance worden en ik verwacht dat het een goede wordt”, zegt Blummenfelt met vertrouwen.
Over het looponderdeel zegt hij: “Ik denk dat een marathon van 2:25 uur wel veilig is (een tempo van 3:26 minuut per kilometer, red.). Ik liep al eens een tempo van 3:45 min/km in St. George – een heuvelachtig parcours – dus ik denk dat ik dat op een vlak parcours én dankzij de hulp tijdens het fietsen kan verlagen naar 3:30 min/km. Hopelijk, zullen we kijken naar een tempo van 3:25 min/km. Als ik me fris voel, kan ik dat zelfs verlagen naar 3:20 min/km (dat komt neer op een marathon van 2:20 uur), maar ik wil het tempo zeker niet te vroeg aanscherpen.”
Skipper: ‘Shit, dat lijkt wel wat snel’
Skipper sloot pas laat aan, gezien de blessure van Alistair Brownlee. “Ik hoorde pas op vrijdag dat ik hem zal vervangen”, vertelt Skipper, die uitlegt dat hij Brownlee daarna snel opbelde om hem om tips te vragen. “Ik was heel blij dat ze me vroegen. Ik volg alles al een hele tijd en was voor de Kerst onderdeel van een training met Alistair en het team, dus ik kende veel van de jongens al. Het is niet alsof ik helemaal nieuw in een team terecht kom.”
Blummenfelt was wellicht minder blij, lacht Skipper, terwijl hij grapt dat de Noor zichzelf opsloot in zijn kamer. “Ik denk dat Kristian bang werd. Ik heb hem helemaal niet gezien die eerste dag.”
Met een tijdsdoel van 6:46 uur, heeft Skipper zichzelf een scherp doel gezet, maar misschien had hij daar ook niet al te lang over nagedacht. “Ik zou niet zeggen dat ik me daar vertrouwd over voelde, maar ik zag het als een mogelijkheid”, zegt Skipper, die aangeeft dat hij nogal verrast was toen hem plots om zijn beoogde tussentijden werd gevraagd. “Toen ik al die tijden bij elkaar zag, dacht ik ‘shit, dat lijkt wel wat snel’, maar ik denk dat ik het er maar gewoon mee doe.”
Spirig: ‘Mijn voorbereiding was niet perfect’
“Dit is een grote uitdaging voor mij. Ik ben blij om hier te zitten en de kans te hebben om onderdeel uit te maken van een stukje geschiedenis en het doorbreken van de acht uur barrière”, zegt Spirig, die zelfs ook betrokken is bij een sportproject voor kinderen, net zoals Pho3nix. “Het is heel belangrijk. Ik begon in 2014 met de ‘kids’ series’ in Zwitserland, omdat mijn coach en ik vonden dat ik iets met mijn Olympische titel moest doen; kinderen inspireren. We hebben een organisatie in Zwitserland met hetzelfde doel als de Pho3nix Foundation: zoveel mogelijk kinderen aan het sporten krijgen en hen laten zien hoe belangrijk het is.”
“Ik voel me top”, reageert Spirig kort maar krachtig toen haar naar haar vorm wordt gevraagd. “Mijn voorbereiding was niet ideaal. Ik had een fietsongeluk in februari en brak verschillende botten, zoals mijn sleutelbeen, ribben en ik had een gat in mijn long. Het was een lelijke valpartij en het duurde lang om daarvan te herstellen, maar ik was blij met de steun van mijn coach, Brett Sutton; hij is expert in het terugkomen van blessures.”
Kat: ‘Dit is een ander spel’
“Natuurlijk won ik St. George niet en misschien win ik hier ook niet, maar ik vind het gaaf om hier te zijn”, zegt Matthews – de vervanger van Lucy Charles – nuchter. “Ik had een goede race in St. George (waar Matthews tweede werd, red.) maar dit is een ander spel. Ik kijk ernaar uit om samen te werken met het team en om te zien wat ik nog over heb voor het lopen.”
Het samenwerken met een team, is voor Matthews heel speciaal: “Ik kom vanuit de teamsport en ik heb een achtergrond in het leger als fysiotherapeut. Communicatie, loyaliteit en alles wat bij een team komt kijken, is een beetje mijn passie. En triathlon is nu mijn baan… dat deze twee dingen nu op deze manier samenkomen is heel mooi.”
Over de strategie tijdens het fietsonderdeel, zegt Matthews’ pacer, Ruth Astle: “We hebben twee teams tijdens het fietsen. Eén team brengt ons van het meer naar de baan en op de baan zal steeds één team vier rondes (van ongeveer zes kilometer, red.) rijden. Ik ben de buffer tussen het team en Kat om ervoor te zorgen dat de overgang steeds soepel is. We willen de snelheid constant hoog houden en steeds mensen wisselen.”