De T100-series: toen de PTO de wedstrijdreeks begin dit jaar aankondigde – acht wedstrijden verspreid over de hele wereld, een grote prijzenpot en met de twintig beste mannelijke én twintig beste vrouwelijke triatleten aan de start – klonk het allemaal prachtig. Sterker nog; Ironman en Challenge Family, de twee andere grote organisatoren op Long én Middle Distance gebied, zullen ongetwijfeld met lichte argusogen naar de ontwikkelingen hebben gekeken. Maar hoe is dat nu, vijf maanden en drie van de acht wedstrijden later? Gaat het allemaal wel goed met de PTO, of hebben we misschien te maken met een luchtkasteel?
Volgens de definitie is een luchtkasteel – vrij vertaald – een ideaal dat je eigenlijk nooit zult verwezenlijken. Eén ding is zeker; het ontbreekt de PTO niet aan idealen. Betere omstandigheden en bestaanszekerheid creëren voor profatleten, spannende wedstrijden op het hoogste niveau die ook nog eens live op televisie worden uitgezonden, rechtstreekse duels tussen alleen de allerbeste atleten ter wereld en, los van dit alles, een enorme kapitaalinjectie om de triathlonsport vooruit te helpen. Er wordt al een paar jaar groots uitgepakt – en dit jaar des te meer met de T100-series – en alles bij elkaar gaat het om tientallen miljoenen. Maar of de idealen ook worden verwezenlijkt?
Tegelijkertijd klinken namelijk steeds meer geluiden (lees: geruchten) dat de dollars er vooral hard uitvliegen bij de PTO, maar dat er eigenlijk veel te weinig binnenkomt. Het is geen onrealistische aanname, want aan de uitzendrechten zou voorlopig nauwelijks tot zelfs niets worden verdiend en daarnaast zijn de races die de PTO openstelt voor Age Groupers ook niet lucratief. Ondertussen wordt er fors geïnvesteerd om een relatief zeer kleine groep topatleten enorme bedragen te betalen en uiteindelijk moet dat ergens vandaan komen. Volgens dezelfde geruchtenmolen zouden diverse investeerders al hebben aangegeven dat er snel iets moet veranderen en dat er dus vooral meer geld (terug)verdiend moet worden.
Over de T100-series valt genoeg positiefs te zeggen – we hebben tenslotte al drie prachtige en zeker ook spannende wedstrijden gezien, met hele mooie battles, soms verrassende winnaars en zeker ook goede uitzendingen. In ieder geval wel als je de originele uitzendingen van de PTO kijkt – er is veel lof voor Jan Frodeno, alhoewel er veel kritiek is op commentator Jack Kelly – want op nationaal gebied wordt er in verschillende landen behoorlijk geklaagd over het niveau van verslaggeving en commentaar. De PTO heeft – om maar een voorbeeld te noemen – sowieso vanuit Nederland, Duitsland, België en Frankrijk commentaar gehad over het niveau van de uitzendingen. Vanuit andere landen zal dat niet anders zijn.
Afgelopen weekend – toen de derde wedstrijd (San Francisco) in de T100-series plaatsvond – kwam daar een extra dreun bovenop. In heel veel Europese landen werd kort voor uitzending besloten dat de race toch niet live op Eurosport zou worden uitgezonden. Ondanks grootse aankondigingen dat iedere T100-race live op televisie zou worden uitgezonden, moesten Nederlanders het bijvoorbeeld doen met motorsport en tennis en was iedereen dus aangewezen op de PTO-stream online, óf een samenvatting die pas uren na de finish werd uitgezonden.
Over San Francisco gesproken; daar werd tevens opnieuw duidelijk dat de PTO moeite heeft om inderdaad de twintig beste mannen en twintig beste vrouwen tegen elkaar uit te laten komen. Bij de eerste twee races (Miami en Singapore) gingen al veel atleten op basis van wildcards van start – die overigens in veel gevallen uitstekend presteerden – en lieten een aantal echte wereldtoppers de wedstrijden links liggen. Ook in San Francisco was dat het geval en voor het eerst was het vrouwenveld zelfs niet eens volledig bezet: in plaats van twintig dames, raceten er ‘slechts’ achttien vrouwen met de Golden Gate Bridge als decor.
Misschien nog wel de grootste klap kreeg de PTO een paar dagen vóór San Francisco, toen bleek dat uitgerekend Lucy Charles-Barclay haar focus van de PTO verlegt – of eigenlijk teruglegt – naar Ironman. In januari, toen de T100-series groots werd aangekondigd, was de Britse topatlete daarbij aanwezig en liet ze weten het WK Ironman in Nice te laten schieten en daarmee haar wereldtitel niet te verdedigen. Twee redenen: het parcours zou haar niet liggen, maar ook wilde Charles-Barclay zich volledig kunnen focussen op de T100-series. De triathlonwereld schudde op haar grondvesten, want dat de titelverdedigster de PTO boven Ironman verkoos, werd als ongehoord gezien. In San Francisco was ze er echter ineens niet bij en wat blijkt, Charles-Barclay gaat toch naar Nice en zet daarmee de T100-series weer op een zijspoor.
De PTO zorgt voor genoeg moois binnen de triathlonsport, maar tegelijkertijd lijkt het de organisatie minder voor de wind te gaan dan aanvankelijk werd gedacht. De tijd zal uitwijzen hoe de situatie zich doorontwikkelt.