De PTO World Ranking is zeer geliefd onder profatleten – logisch ook, het klassement levert hen behoorlijk wat prijzengeld op bij goede prestaties – maar toch kwam er de laatste jaren ook steeds meer kritiek; de ranking zou onduidelijk zijn, ondoorgrondelijk, te subjectief en te ondoorzichtig. De PTO heeft naar de kritiek geluisterd en introduceert per direct een nieuw systeem achter de rankings. “We maken de ranglijsten transparanter en objectiever.”

De nieuwe ranking is nu gebaseerd op een aantal pijlers, drie om precies te zijn. Ten eerste worden races trapsgewijs gewaardeerd, waarbij belangrijkere races ook een hogere ranking opleveren. Atleten worden daarnaast beloond als ze hoger in een deelnemersveld eindigen en daarnaast worden eindtijden met elkaar vergeleken. Dat is enigszins opvallend, want juist daar kwam vaak kritiek op.

Wedstrijden – van welke organisatie dan ook – worden door de PTO nu ingedeeld in vijf niveau’s: diamant, platina, goud, zilver en brons, uiteraard aflopend in hoe belangrijk deze wedstrijden dan zouden zijn voor de PTO World Rankings. “Hoewel dit voornamelijk is gebaseerd op het prijzengeld, hebben we rekening gehouden met andere criteria zoals prestige, media-aandacht en livestreams.”

Hieronder een overzicht van hoe de punten voor de ranking nu worden verdeeld.

Punten op basis van wedstrijdniveau – 40%

Elk niveau wedstrijd heeft een vastgesteld aantal ‘basispunten’, waarbij de eerste finisher het volledige aantal basispunten krijgt en de volgende atleten een steeds lager aantal.  “Dit helpt professionele atleten om hun seizoen te plannen en potentiële scores op voorhand in te schatten, terwijl het atleten in ontwikkeling ook een duidelijker pad biedt om hun rangschikking bij wedstrijden van een lager niveau te verhogen.” Deze punten vormen veertig procent van de punten voor de rankings.

Sterkte van het veld – 30%

De sterkte van het veld bepaalt voor dertig procent de totale score voor de PTO Rankings. Het aantal te verdelen punten wordt bepaald aan de hand van de top vijf starters. Hoe sterker het veld, des te meer punten er worden aangeboden.

Eindtijden atleten – 30%

De overige dertig procent aan punten worden verdeeld op basis van de eindtijden die atleten tijdens een betreffende wedstrijd noteren. De tijden worden nu – en dat is nieuw – niet meer vergeleken met een theoretische beste tijd, maar de tijden worden onderling, dus binnen de wedstrijd en tussen de deelnemende atleten, met elkaar vergeleken. Door de gemiddelde tijden van de snelste atleten te nemen, ontstaat een zogenaamde ‘basistijd’. Afhankelijk van hoever een atleet daar vanaf zit – positief dan wel negatief – levert dat een bepaalde hoeveelheid punten op.

Tot slot laat de PTO weten dat Long Distance triathlons met vijf procent meer punten worden toebedeeld, zodat atleten die zich op de lange afstand richten, meer kans hebben zich ook een goede positie binnen de ranglijst te verwerven.

De nieuwe regels hebben meteen een nieuwe ranglijst tot gevolg. Je vindt de rankings van de mannen hier en van de vrouwen hier.