Belgisch onderzoek van Bert Blocken toont iets waarvan de gemiddelde wielrenner wellicht niet blij wordt, maar waar we ons allemaal wel heel goed bewust van moeten zijn: ‘we’ moeten tijdens het fietsen véél meer afstand van elkaar houden dan de door het RIVM geadviseerde 1.5 meter. Doe je dat niet, dan loop je volgens de wetenschapper een veel groter risico om het coronavirus op te lopen.

Dat alles heeft te maken met de zogenaamde slipstream. Niet voor niets vinden fietsers – en dus triatleten – het heerlijk om in elkaars wiel te rijden. Minder weerstand en dus bespaar je energie. Maar als de voorste fietser hoest, niest, zijn neus leegt of zelfs maar uitademt, laat hij een wolk van ragfijne vochtdruppeltjes na. ,,In die hoest- of nieswolk terechtkomen, kan gevaarlijk zijn”, aldus Blocken. ,,Het is daarom belangrijk om een ruimere marge aan te houden”, zo staat te lezen op zijn Twitter-account.

Maar welke afstand moet je dan eigenlijk aanhouden? Uiteraard verschilt dit per activiteit en is vooral de snelheid die je daarbij hebt, leidend. Zo moet je tijdens het hardlopen al snel een afstand van tien meter in acht nemen, maar tijdens het racefietsen zeker het dubbele. Naast elkaar sporten is volgens Blocken dan een beter advies – zolang je daarbij wel de anderhalve meter afstand in acht neemt – omdat je dan veel minder risico hebt om in die zogenaamde ‘hoest- en nieswolk’ terecht te komen.