Robin Dreyling is zojuist tiende in de A-finale van de World Triathlon Indoor Cup in Lievin geworden. De Nederlandse atlete sloot daarmee een lange dag van verschillende wedstrijden af en ook al speelde ze in de beslissende race geen rol voor de medailles meer, is de conclusie wel dat Dreyling van topniveau is.
In de A-finale gingen dan ook een aantal echte toppers van start: Georgia Taylor-Brown, Laura Lindemann, Cathia Schär, Gwen Jorgensen, Leonie Periault, Jolien Vermeylen, Lena Meissner, Zuzana Michalickova, Audrey Merle, Nora Gmür, Jessica Fullagar en dus ook Robin Dreyling. Twee vrouwen staken er met de 150 meter zwemmen bovenuit, want Michalickova en ook Vermeylen hadden een klein gaatje te pakken, maar op de fiets kwam toch iedereen weer samen. Dreyling begon als laatste aan het fietsen, maar handhaafde zich meer dan prima in de groep.
Gedurende de drie kilometer op de fiets werd het tempo opgevoerd, maar werd er vooral ook naar elkaar gekeken. Een tactisch steekspel ontvouwde zich dan ook op de indoor baan van Lievin en toen was al duidelijk dat de afsluitende kilometer hardlopen de beslissing zou opleveren.
Het was Vermeylen die haar fiets als eerste wist op te hangen en aan die 1000 meter begon, maar alle vrouwen zaten op dat moment dicht bij elkaar. Toch lag het tempo – niet onverwachts – meteen hoog, waardoor er al meteen verschillen ontstonden. Dreyling viel daarbij op omdat ze, zij het nipt, wist aan te sluiten bij de snelste acht vrouwen en dus vier vrouwen achter zich liet.
Vooraan ging het, voornamelijk door de Franse Periault, te hard voor de Nederlandse. Periault trok flink door en kreeg alleen Lindemann en Taylor-Brown mee, al zette ook Jorgensen alles op alles om in de laatste fase het gat – zo’n vijf meter – te dichten. Dat lukte, waardoor de laatste tweehonderd meter bloedstollend werden, met nog vier vrouwen in de strijd om de podiumplaatsen.
Taylor-Brown ging het eerste aan, maar zag al snel Lindemann voorbij komen. De Duitse ging volle bak en wist uiteindelijk naar de zege te sprinten. Taylor-Brown werd tweede, Jorgensen derde en Dreyling finishte uiteindelijk op een prima tiende plaats.