Het zag er even niet goed uit voor Rutger Beke zondag in Nice. Hij moest bij de eerste drie pro’s zijn om een ticket voor Hawaii te bemachtigen en met zijn vijfde plaats was hij afhankelijk van de plannen van de mannen voor hem. Zamora was al gekwalificeerd en Bringer bedankte voor de eer. Zo kon Rutger toch zijn startplaats op Kona in oktober verzilveren.

In de Standaard (die overigens uitpakten met verslag van Nice én Brugge) vertelde Beke het volgende: ‘Ik wilde nog voor de Col de Vence bij de eerste achtervolgers geraken’, vertelde Beke. ‘Daar ben ik dan ook in geslaagd. Bij de 120ste kilometer kwam ik bij het groepje met Le Floch en Zamora. Dat we bij de wissel tegen een achterstand van meer dan negen minuten op de Zwitser aankeken, was daarbij geen punt.’

De afsluitende marathon zou immers de kaarten grondig door elkaar schudden. Intussen was het ook bloedheet geworden. ‘Er was geen zuchtje wind te bespeuren’, vervolgde Beke. ‘Zamora startte als een bolide. Nog voor halfweg had hij Aigroz te pakken. Bij mij vlotte het van geen kanten. Na tien kilometer was het alsof ik al een volledige marathon in de benen had. Ik heb echter alles gegeven wat ik in mij had. Met de Zwitser heb ik in de slotkilometers nog een stevig robbertje uitgevochten’, aldus Beke die na afloop meteen aan het infuus gelegd werd.