Stijn Jansen hoopt aankomende zaterdag – morgen dus – tijdens de ETU Cup in Tartu, Estland op geluk. Na alle pech die hij de afgelopen twee seizoenen voor zijn kiezen kreeg is dat wel tijd, vindt hij: ,,Ik ben heel scherp en meer gemotiveerd dan ooit. Ik heb echt heel veel zin om te racen en hoop dat de gifbeker leeg is, want tussen mij en de European Cups gaat het niet zo goed.” Jansen heeft een frisse blik – een betere focus – en hij hoopt dan ook korte metten te maken met de opstapeling van pech.
Wat Jansen dan zoal tegenzat de afgelopen twee jaar? ,,Het is een behoorlijk lijstje”, waarschuwt hij lachend. ,,Mijn eerste European Cup was in Weert 2017. Toen kreeg ik tijdens het lopen zo erg pijn in mijn buik dat ik moest stoppen en op de grond liggen om te rekken. Ik heb hem uiteindelijk wel afgemaakt, dat was tot nu toe nog mijn beste race (Jansen finishte als 37e, red). Toen kwam Holten en ging er een Ier voor mij onderuit in een afdaling, waardoor ik rechtdoor de bosjes in ging. Ik ben alsnog gefinisht. Daarna Wuustwezel, ik klikte mijn schoen verkeerd in bij het opstappen. Mijn schoen vloog er af en ik was zo dom om die op te gaan halen, waarna er een Portugees tegen mij aan vloog. Ik ben alsnog doorgegaan, maar toen ik bijna terug bij de groep was had ik een leegloper achter. En dan komt 2018 nog”, gaat Jansen verder. ,,Dat begon weer in Weert, dit keer met een steentje in mijn voet. Dat bloedde zo erg dat het ging soppen en ik niet meer kon lopen. Vervolgens Malmö. Bij de warming-up verrekte ik iets in mijn bovenbeenspier. Met fietsen verkrampte dit zo erg dat ik uit moest stappen, terwijl ik er wel prima bij zat (in de fietsgroep, red). Dan nog Alanya, daar kwam ik als vijftiende uit het water, op twintig seconden van de kop. In de eerste bocht sneed een Duitser mij af en gingen we beiden de hekken in. Ik stond weer op, maar kon niet meer verder omdat mijn heup teveel pijn deed. De volgende race werd ik gediskwalificeerd in Lievin.”
Na zoveel tegenslag is het moeilijk om nog verwachtingen te hebben van aanstaande wedstrijd. ,,Het probleem van verwachtingen roepen is dat ik zoveel pech heb gehad, dat het alleen maar tegen mij gebruikt kan worden. Ik heb ook niet de status om te zeggen ‘ik ga top tien halen’. Toch heb ik tegen mezelf gezegd dat als ik binnen de top twintig finish, het prima is dit keer. Maar ik heb er veel stress van. Vannacht had ik er bijvoorbeeld al weer nachtmerries over. Dit keer droomde ik geloof ik dat ik niet kon starten en ik de rest wel van start zag gaan vanaf de kant. Het is mentaal dubbel zo hard, omdat ik weet dat ik in staat ben top tien te halen.”
,,Als mijn rug meewerkt en ik nergens last van heb in de race, weet ik dat ik een goede race kan draaien. Naar mijn mening had ik de triple mix laatst in Rotterdam ook moeten winnen. Ik was de beste van iedereen, maar maakte een domme fout. Dat kan ik dan nu wel roepen, maar dat heeft geen zin.” Achteraf is inderdaad makkelijk praten, maar Jansen hoopt dat zijn niveau er nu ook eens in belangrijke internationale races uitkomt. ,,In training – als niemand meekijkt – dan kan ik hard gaan. Want dan is het niet eng. Ik weet daardoor dat ik bijvoorbeeld hard genoeg kan lopen. Ik hoop gewoon dat ik dit in een wedstrijd kan laten zien.”
(tekst gaat verder onder foto)
,,Het enige positieve is dat ik heb geleerd wat verliezen is”, probeert Jansen er nog een optimistische draai aan te geven. ,,Het ergste wat kan gebeuren is dat je een paar dagen baalt. Maar zo erg is dat niet.” Toch is de angst in aanloop naar een race toe wellicht groter dan de daadwerkelijke teleurstelling naderhand. ,,Ik wil vooral mezelf niet teleurstellen, daardoor ben ik angstig en heb ik nachtmerries. Ik ben gewoon bang weer een blessure te krijgen, ofzo.” Deze angsten ontstaan niet zomaar: ,,Mijn onzekerheid is gecreëerd door alle pech die ik in het verleden heb gehad. Terwijl ik verder best bestendig ben, want er zijn ook wel eens mensen die zeggen: ‘moet je nog wel zo ver gaan rijden, het gaat toch steeds mis’, maar dat kan ik los laten. Alleen de verwachtingen die ik van mezelf heb niet.”
Jansen heeft zich voorgenomen met meer focus naar een wedstrijd toe te gaan. ,,Ik wil meer bezig zijn met de race dan met randzaken. Eerst liet ik mij nog wel eens door onbelangrijke zaken afleiden. Zoals in mijn Duitse team. Daar praten ze natuurlijk allemaal Duits en je wilt dan wel een beetje in het team horen. Ik kan Duits goed verstaan en praten, maar ik word een beetje onzeker om het ook echt te doen, want ik weet niet of mijn uitspraak goed is. Dus wat ik dan ga doen is praten in het Engels en grapjes maken. Daardoor verleg ik de focus van de race op grappen maken in de groep. Ik zou dat soort wedstrijden in de tweede Bundesliga moeten winnen, maar dan raak ik weer uitgedroogd of verrek ik een enkelband. Gewoon omdat ik niet gefocust ben.” Maar Jansen bruist van energie en motivatie. Zoals hij zegt: ,,Als het niet gaat zoals het moet, dan doe ik het maar zoals het gaat!”