Als er één ding is dat in de persconferentie voor de PTO 2020 Championship zojuist naar voren kwam dan was het wel dankbaarheid. Dankbaarheid namens atleten dat zij toch nog de kans krijgen om zichzelf van hun beste kant te laten zien tijdens een ongekend zwaarbezette wedstrijd in dit gekke jaar. Wat ook duidelijk naar voren komt: niemand durft te zeggen wie de titel op zal eisen aanstaande zondag. “Het wordt een soort combinatie tussen de Olympische Spelen en het WK Ironman op Hawaii”, reageert Anne Haug. “De beste triatleten ter wereld zien elkaar hier. Wie hier wint is de beste in de wereld en daarom is deze race zo belangrijk voor ons allemaal.” Negen topfavorieten blikken vooruit.
(tekst gaat verder onder foto)
Gustav Iden
“Ik heb het idee dat deze afstand mij nog veel kan leren over racen en kan motiveren”, reageert ITU atleet, maar ook 70.3 Wereldkampioen Gustav Iden op de vraag hoe de lange afstand hem helpt voor het kortere werk. “Het was dit jaar lastig om voldoende race ervaring op te doen, maar het is geweldig om hier te zijn en een kans te krijgen om te racen. Het is namelijk zoveel makkelijker om hard te trainen als je een doel hebt.”
Ondanks dat hij de huidige Wereldkampioen op de Middle Distance is, beschouwt de Noor zichzelf toch nog wel als een Short Course atleet: “Ik ben nog steeds vooral een korte afstands atleet en ik zet mijn geld ook op hen in deze zondag. Ik denk dat ik, Vincent (Luis, red.) en Alistair (Brownlee, red.) de top mannen zullen zijn. En ik hoop vooral ikzelf natuurlijk”, lacht Iden. “Het is een heel groot startveld dus het is heel lastig om te voorspellen wat er zal gebeuren. “Dit komt aan op kracht en aerodynamica, tactieken spelen zondag veel minder een rol dan vorig jaar tijdens het WK 70.3 bijvoorbeeld. Je kunt niemand te slim af zijn. We gaan zien of ik sterk genoeg ben of slechts een ‘one hit wonder'”, grapt de atleet met wat zelfspot.
(tekst gaat verder onder foto)
Vincent Luis
De momenteel onverslaanbare korte afstands atleet Vincent Luis kijkt alvast uit naar zijn ontgroening op de langere afstand. “Dit wilde ik altijd al eens proberen en deze wedstrijd is iets langer, maar nog niet zó lang.” Nooit eerder was de Fransman langer dan twee uur onderweg in een wedstrijd, hoe dat hem zal bevallen durft hij dan ook nog niet te zeggen: “Dat is ook voor mij nog een groot vraagteken. Ik heb mijn best gedaan om te trainen op het vasthouden van een aerodynamische positie en goed gekeken naar een voedingsplan. Er zijn veel dingen waar je aan moet denken en wat dat betreft is het een totaal andere sport. Sterker nog: ik had niet eens een nummerband”, lacht de atleet die er gisteren nog een aan moest schaffen.
“Dit veld is ongekend. Het is een mooie kans om tegen deze mannen te racen en het was leuk om Lionel (Sanders, red.) voor het eerst in levende lijven te ontmoeten.” Maar toch vreest hij Sanders niet het meest, Luis’ ogen zijn vooral gericht op Alistair Brownlee. “We racen al vijftien jaar tegen elkaar en hij heeft mij vaker verslagen dan ik hem. Hij heeft vorig jaar al wat Ironmans geracet en een tijd van 7:45 uur staan. Alistair is sterk op deze langere afstanden. Tijdens de World Cup in Valencia ontsnapte hij even, maar dat was een stayerwedstrijd, ik weet nog niet wat ik tegen hem kan betekenen in een non-stayer race. Als we samen kunnen rennen, heb ik een goede wedstrijd. Het zou mij vertrouwen geven als we het in de laatste 500 meter tegen elkaar op moeten nemen”, aldus Luis die zich over zijn eindsprint in ieder geval niet druk maakt.
(tekst gaat verder onder foto)
Sebastian Kienle
Sebastian Kienle lijkt eigenlijk niet helemaal te begrijpen waarom hij tijdens de persconferentie naar voren wordt geroepen. “Ik ben misschien wel een favoriet, maar ik ben geen topfavoriet meer”, lacht de Duitser. Toch geeft hij zich nog niet gewonnen tegen de mannen van de korte afstand. “Het is altijd hetzelfde praatje. Ieder jaar hoor je hetzelfde verhaal: de korte afstands atleten zullen je laten afzien. Maar uiteindelijk gebeurt er niks. Tot vorig jaar”, verwijst Kienle naar het WK 70.3 waarbij Iden aan het langste eind trok. “Het racen op de korte afstand is veel veranderd. De enige manier om dit een interessante race te maken is door het geen ‘gun fight’ te maken maar een nucleaire oorlog”, grapt Kienle
Aanstaande zondag zal Kienle na jaren lange dienst van zijn Scott fiets, voor het eerst het nieuwste model in een wedstrijd testen: “Het is compleet anders en er is veel aan mijn positie veranderd. Het was moeilijk om er zo snel aan te wennen. Ik heb nu pas zes à zeven weken deze nieuwe fiets. Na twee WK-titels met de oude fiets is het moeilijk om aan iets nieuws te wennen, maar ik ben blij. De fiets past bij deze baan; het voelt als thuis.”
Als topfavoriet wijst Kienle niet geheel onverwacht zichzelf dus niet aan. “Alistair Brownlee”, antwoordt de Duitser stellig op de vraag wie gaat winnen zondag. “Maar er zijn wel 30 mannen met een realistische kans op een top vijf plek. Het is een moeilijke race om een inschatting van te maken. Maar Alistair heeft de snelheid van de korte afstand en is gewend aan het lopen van de lange afstand. Hij kan de aeropositie aanhouden voor een tijdje een heeft de topsnelheid niet meer, maar wel het uithoudingsvermogen om achttien kilometer hard te gaan. Dus dat is mijn voorspelling. Ik probeer nog te ontdekken hoe ik mijn geld op hem in kan zetten, zodat ik zondag toch nog goed kan verdienen”, lacht de atleet. En zijn eigen kans op goud? “Als er veel platte banden zijn of een NASCAR-achtige crash in de kopgroep.”
(tekst gaat verder onder foto)
Alistair Brownlee
Alistair Brownlee is zich maar al te bewust van de favorietenrol die hij met zich meedraagt aanstaande zondag, maar die druk komt niet alleen van buitenaf. “Die leg je ook jezelf op”, legt de Engelsman uit. In ieder geval heeft de atleet alle vertrouwen in zijn voorbereiding richting deze wedstrijd: “Ik weet onderhand wat voor training ik nodig heb in de weken en maanden vooraf aan zo’n wedstrijd. Ik heb een goed idee van hoe snel ik moet zijn en hoe alles moet voelen. En ik moet Jonny sneller af zijn in trainingen, dat is het ultieme”, grapt hij richting zijn broer die dit weekend ook racet.
“Ik heb geluk dat ik al zo lang mee mag draaien in de sport en ik heb meer bereikt dan ik ooit had durven dromen. Maar je bent ambitieus en je zet weer nieuwe doelen. Dit is er zeker één: een competitieve Long Distance wedstrijd winnen. Veel competitiever dan dit wordt triathlon niet en dit is dus een geweldige kans om de beste Short Distance atleten in de wereld – zoals Vincent Luis – het op te laten nemen tegen de Long Course toppers als Sebastian Kienle. En dan ben ik er nog; iemand die een beetje van beiden doet. We willen uiteindelijk allemaal de beste atleten ter wereld op dezelfde dag elkaar het vuur aan de schenen zien leggen.”
(tekst gaat verder onder foto)
Lisa Norden
Lisa Norden is van alle markten thuis. Niet alleen bracht ze een zilveren medaille mee naar huis na de Spelen van 2012, ook kent ze vele successen op de lange afstand en zelfs als tijdrijdster brengt ze het er goed vanaf tussen de wielrenners. Zo nam de Zweedse dit jaar deel aan het WK tijdrijden. “Voor mij is fietsen een fijne afwisseling voor het hardlopen vanwege blessures. Toen ik de kans kreeg om het WK tijdrijden deel te nemen was dat niet alleen een mooie kans, maar ook een gigantische uitdaging. Triathlon doe ik al jaren, maar om in het fietsen naar het WK te mogen was ik weer een junior en iemand die alles moest leren en dingen moest vragen aan teamgenoten.”
Met een specialisatie in het tijdrijden, is Norden een groot concurrent aanstaande zondag voor de andere dames. “Het is voor mij een voordeel dat dit een tijdrit parcours is. Maar een echt wieler tijdritparcours is toch wel anders dan dit. Die zijn uitdagender en technischer. Een parcours als dit heb ik in een wielerwedstrijd nog nooit gereden. Als triatleet vind ik het wel leuk. Ik hou er ook van om op de trainer te rijden, mijn hoofd omlaag te doen en alles te vergeten.”
(tekst gaat verder onder foto)
Nicola Spirig
Maar liefst vier keer nam Nicola Spirig deel aan de Olympische Spelen. Met haar beste prestatie in 2012 in London, toen ze op een haar na voor de Zweedse Norden over de streep kwam. Ondanks dat de Zweedse Spirig al een tijd meedraait in onze sport en nu zelfs moeder is, richt ze haar peilen ook volgend jaar nog eens op de Spelen. “Ik bereid mij voor op mijn vijfde spelen en ik wilde geen pauze in mijn trainingen, dus wat dat betreft had ik met Daytona een mooi doel om hard te blijven trainen.”
Er bestond nog wat twijfel over de fiets die Spirig aanstaande zondag uit de kast zou trekken. Even ging het gerucht dat de Zwitserse op een normale fiets zou rijden, maar daar is ze toch van teruggekomen. “Ik kies er voor zondag toch voor om een tijdritfiets te gebruiken. Eigenlijk heb ik al mijn 70.3’s op een normale fiets gereden op één wedstrijd in 2014 na. Maar sindsdien heb ik niet meer op een tijdritfiets gezeten. Maar dit parcours is zo vlak, dat het nu toch wel beter is om de tijdritfiets te pakken.”
Spirig is als moeder en toptriatlete een groot voorbeeld voor veel vrouwen binnen de triathlon met een kinderwens. Toen de PTO recent aankondigde vrouwen te supporten voor, tijdens en na hun zwangerschap, was Spirig dan ook erg enthousiast: “Dat is een belangrijk teken. Langzaamaan beginnen mensen zich te realiseren dat vrouwen het allebei kunnen doen en dat ze niet gedwongen mogen worden om te kiezen tussen sport en het stichten van een familie.”
(tekst gaat verder onder foto)
Holly Lawrence
Met maar liefst vijftien Middle Distance overwinningen op haar naam, is Holly Lawrence absoluut favoriet voor de winst dit weekend. “Ik heb vroeger ook wel wat ITU races gedaan, maar dat lag mij niet echt. Het kwam altijd aan op het lopen en als een atleet die een beetje gemiddeld is in alle drie de disciplines, ben ik beter geschikt voor de Middle Distance.” Een gouden medaille in Daytona zou veel betekenen voor de Engelse, maar ze rekent zichzelf uiteraard nog niet rijk: “Je hebt geen idee met een race als deze. We gaan er allemaal onwetend in. Het is de grootste race van het jaar. Ik focus mij op wat ik kan doen en wil zelf graag een goede race hebben, dan komt de goede positie vanzelf.”
(tekst gaat verder onder foto)
Anne Haug
“Het voelt nog steeds onwerkelijk”, reageert Anne Haug op de vraag of ze ondertussen heeft kunnen wennen aan de WK-titel die ze vorig jaar tijdens het WK op Hawaii binnensleepte. “Ik ben niet veranderd denk ik. Het leven gaat door. Maar het is nu onderdeel van mijn geschiedenis en van mijn carrière en het is een heel mooi onderdeel.”
Voordat Haug doorbrak op de Lange Afstand, was ze een zeer succesvol atlete op de korte afstand. “Het geheim is dat mijn hart stiekem bij de korte afstand ligt. Ik hou van het gevecht en de snelheid. Maar ik besefte mij wel dat atleten nu zo hard zwemmen dat ik het niet meer bij kon houden. Ik kon daardoor verwachtingen niet meer waarmaken. Ik realiseerde mij op een gegeven moment dat ik niet meer op het podium kon komen in ITU wedstrijden als ik niet sneller ging zwemmen. Daarom had ik een nieuwe uitdaging nodig en stapte ik over naar de lange afstand.” En gelukkig heeft de atlete daar absoluut geen spijt van: “Ik ben blij dat ik dat heb gedaan.”
Met gezonde spanning kijkt Haug uit naar zondag: “Het wordt een soort combinatie tussen de Olympische Spelen en het WK Ironman op Hawaii. De beste triatleten ter wereld zien elkaar hier. Wie hier wint is de beste in de wereld en daarom is deze race zo belangrijk voor ons allemaal.”
(tekst gaat verder onder foto)
Sarah Crowley
“Ik ben iets zenuwachtiger dan normaal”, reageert Sarah Crowley eerlijk op de vraag hoe het er voorstaat met de wedstrijdspanning. “We hebben dit jaar onszelf nog niet aan elkaar kunnen meten in een wedstrijd. Maar een beetje gezonde spanning is goed. Ik kijk vooral erg uit naar zondag.”
In die laatste dagen voor de wedstrijd pakt de Australische behalve rust, ook nog aardig wat kilometers mee. Zo waren er weinig atleten die in de afgelopen dagen nog zoveel rondjes over het NASCAR-circuit reden. “Ik doe vaak nog een lange rit tegen het einde van mijn voorbereiding aan. Dus dat was mijn lange rit”, lacht Crowley. Maar haar aanval zit hem niet alleen in het fietsen, vooral dat onderdeel daarvoor wordt belangrijk. “Ik heb mij veel gefocust op het zwemmen en geprobeerd dat wat te verbeteren, want ik weet dat veel van die ITU meiden ook door gaan stromen naar de langere afstand. Voor de korte afstands atleten maakt die paar honderd meter meer zwemmen dit weekend niet uit. Maar met een niet-stayer wedstrijd hebben zij dan misschien weer meer moeite. En op dit vlakke parcours zit je echt heel erg vast in je positie, normaal zit je met heuveltjes nog wel eens in een andere houding. Dat zal nu niet zo zijn. En daarna moet er nog gelopen worden…Dus het wordt leuk om te zien wie daar het beste mee omgaat.”