Eigenlijk zou Mathon van Eijsden begin dit jaar de Marathon des Sables hebben geracet. De 251 kilometer lange ultramarathon werd echter uitgesteld van april naar september en uiteindelijk afgelast. Het betekent dat de triatleet nog tot 2021 moet wachten totdat hij zes dagen lang de extreme omstandigheden van de Sahara woestijn mag bedwingen. In het zuiden van Marokko vindt dit extreme meerdaagse hardloopevenement – met een langste etappe van 80 kilometer – jaarlijks plaats. Deze bizarre afstanden houden Van Eijsden niet tegen. Hij heeft namelijk een extra grote motivatie voor het volbrengen van deze iconische wedstrijd: geld inzamelen voor onderzoek naar de spierziekte ALS. In 2019 verloor Van Eijsden zijn beste vriend aan de verschrikkelijke ziekte.

Van onsportieve DJ tot finisher Ironman Maastricht

,,Ik heb eigenlijk nooit echt gesport. Mijn beste vriend in Nederland zei altijd dat als hij zijn huis verkocht, hij achter mij aan zou komen”, waarmee hij doelde op Spanje, waar Van Eijsden tien jaar geleden neerstreek voor een leven onder de zon. ,,Toen ik hem op een gegeven moment een keer opzocht, sprak hij met een dubbele tong; alsof hij gedronken had. Hij dacht zelf dat het een kleine TIA was, maar het bleek ALS te zijn.” Een verschrikkelijke diagnose die alles zou veranderen. Van Eijsden was geschrokt en besloot in actie te komen. ,,Ik ben DJ van beroep. Dat is feesten, zuipen en weinig slapen. Ik had het jaar daarvoor bij Ironman Maastricht gedraaid en toen bedacht ik mij dat ik voor hem een Ironman zou gaan doen om geld in te zamelen. Ik werd door iedereen uitgelachen.”

Donaties: ‘Tegenwoordig moet je steeds gekker doen’

De DJ liet zich niet kennen en begon met trainen voor Ironman Maastricht 2017. ,,Ik deed maar wat. Zoveel mogelijk en zo ver mogelijk. Ik wilde gewoon finishen.” Daar slaagde Van Eijsden in. Ruimschoots zelfs: ,,De eerste keer finishte ik in 11:17 uur. Dat was wel boven verwachting. Het jaar daarna (2018, red) wilde ik meer geld ophalen, maar daarvoor moet je iets speciaals doen en daarom heb ik een jongen met een spierziekte meegenomen.” Om donaties te werven moet het steeds gekker, zo ervaart Van Eijsden. ,,Vroeger was een marathon al een hele prestatie. Tegenwoordig moet je steeds gekker doen om mensen zover te krijgen om te doneren.”

(tekst gaat verder onder foto)

Van Eijsden samen met zijn vriend Glenn Wijntjens tijdens Ironman Maastricht 2018. (Foto: Aangeleverd)

Geduld wordt op de proef gesteld door corona

En met Van Eijsden’s plannen om deze extreme ultra – de Marathon des Sables dus – te lopen, wordt het inderdaad steeds gekker. Eigenlijk hoopte hij dit jaar al deel te nemen, maar zoals we de afgelopen maanden herhaaldelijk schreven, geldt ook hier dat het coronavirus roet in het eten gooide. ,,Ik zou eigenlijk in april lopen, maar toen kwam corona langs en in Spanje hadden we een lockdown waardoor je de straten niet meer op mocht. Ik probeerde thuis te trainen. Op een Tacx gaat dat wel, maar lopen zonder loopband is verschrikkelijk. Ik heb nog een halve marathon door het huis en de voortuin gelopen, maar ik moest ieder rondje zes trapjes op. Na een halve marathon had ik meer dan 1000 hoogtemeters.”

Ondertussen was de Marathon des Sables toen al uitgesteld tot september. ,,Twee weken geleden hebben ze die definitief afgelast en verplaatst naar volgend jaar. Voordat dit bekend was, moest ik de motivatie toch terug zien te vinden voor het geval hij in september wél door zou gaan. Maar ik had in mijn achterhoofd al het gevoel dat het niet door zou gaan. Dat merk je aan training en eten; de andere keren was ik heel strikt, nu zie ik achteraf dat ik minder streng was.”

Specifieke aanpak: bergen omhoog wandelen, niet rennen

Voor de Marathon des Sables in april deed Van Eijsden duurlopen van vier uur. ,,Ik train door wandelen en hardlopen af te wisselen. Toen ik in 2018 de Ironman deed met een gehandicapte jongen woog ik 95 kilogram. Ik ben niet de lichtste, maar heb nog maar 7,2 procent vet. Mijn spiermassa is groot. Ik kan wel rennen, maar ik ga geen records breken. Dan maak je dus een keuze.” Zo besloot Van Eijsden om bergop stevig door te wandelen en niet te rennen. ,,Ik heb dit zowel rennend als lopend geprobeerd, maar qua hartslag en energie zat je rennend veel hoger dan wandelend, terwijl het qua tijd weinig verschilt.”

Praktische zaken: wat neem je mee?

,,Bij de start wordt je rugzak gewogen. Je mag minimaal 6,5 kilogram en maximaal vijftien kilogram meenemen. Alles moet daarin zitten. Je krijgt onderweg geen nieuwe spullen. Als iets kapot gaat, is dat jouw probleem en als je te weinig eten hebt ook.” Dat betekent dat zelfs alle materialen om te koken, meegesleept worden. ,,Ik heb geprobeerd eten te koken en getimed hoe lang het duurt voor het water kookt. Ik heb blokjes die tien tot vijftien minuten branden en daar moet je het water dan op koken. Dan kiep je een zakje met poeder erin en heb je bijvoorbeeld spaghetti bolognese of aardappelpuree. Bij een triathlon ga je de hele dag op gels, maar acht dagen lang iedere twintig minuten een gel nemen, gaat niet. Dus ga je andere dingen proberen.”

Van Eijsden laat niets aan het toeval over: ,,Ik heb geprobeerd om op een nuchtere maag één of anderhalf uur te lopen tot ik niet meer kon, dan een powerbar gepakt en gekeken hoe snel deze aanslaat en hoe lang je daarmee kunt lopen. Dat zijn dingen die belangrijk zijn.”

Minstens 2000 calorieën per dag

De organisatie verplicht atleten om minstens 2000 calorieën aan voeding per dag mee te nemen, maar Van Eijsden verwacht daar ruimschoots overheen te gaan. ,,Ik heb geen zin in een hongerklop of om te bedelen bij anderen. Beter een extra kilo voeding of herstelshakes dan dat je in de problemen komt.” Water krijgen atleten wel, maar ‘slechts’ twaalf liter per dag. Dat betekent dat er niet wordt gedoucht. ,,De hygiëne is nul”, lacht Van Eijsden.

Materiaalkeuze: ‘De slaapzak is goed tot -3 tot -4 graden Celsius’

Aangezien atleten alles zelf dragen en daarom een rugzak zo licht mogelijk willen houden, is de materiaalkeuze belangrijk. Als je één paar sokken mee hebt en deze gaan kapot, heb je een probleem. Daarom heeft Van Eijsden zelfs sokken getest op slijtage. ,,Ik neem ook een donsjas mee. Die komt van pas op de lange dag van 80 kilometer en voor in de avonden.” De grootste investering was een slaapzak, vertelt Van Eijsden. In de avonden slapen atleten in groepjes in tenten. Deze hoeven ze dus niet mee te nemen, maar de rest wel: ,,Het is een slaapzak van ganzendons en toen ik hem geleverd kreeg, was ik verbaasd over hoe groot de doos was. Maar tijdens de race kun je hem heel klein opvouwen. Die slaapzak is goed voor -3 tot -4 graden Celsius in de nacht.” Met zulke intensieve dagen, is slaap heilig: ,,Dan wil je niet steeds wakker worden van de kou.”

Lees meer over Stichting DJ Stop A.L.S. en doneer via deze link.