1) Leg een brede basis
zeker 85% van je trainingen moet extensief zijn. Het kan niet genoeg gezegd worden, maar die basis uithouding is toch ZO belangrijk. Je kan geen snelheidsprikkels opnemen, als je geen stevige fundering hebt. De eerste weken van de opbouw is zelfs 100% extensief. Eens je seizoen bezig is, hoef je ook geen extra intensieve trainingen te doen. Je wedstrijden zijn de meest intensieve prikkels.

 

2) Volume opdrijven
Zeker in de opbouw, het volume met max 10% per week opdrijven. Geef je lichaam de tijd om aan te passen

 

3) Variatie
Zéér belangrijk: variatie. eentonige trainingen leidt tot demotivatie, en het lichaam past zich daaraan aan, zodat de prikkel weinig effect heeft. als je bvb 30km wil lopen in 3 keer, doe je geen 3x10km, maar bvb 13-7-10

 

4) Werk in cycli
Afhankelijk van je conditie, kan dit 1-1, 2-1 tot zelfs 3-1 zijn. Ik kan je verzekeren, 3-1 is afmattend.
Je gaat dus altijd eerst goed trainen (1-2 tot 3 weken), en dan een week veel minder. Die rust is echt essensieel.
Je wordt niet beter van te trainen! Na de training ben je moe. Trainen maakt je dus fysiek slechter. ‘t is de rust die je beter maakt.

 

5) Tapering off
Maak je schema zo, dat je wedstrijd op het einde van een rustweek valt.
Dan ben je normaal in topvorm.

 

6) Enkele tips voor en na de wedstrijd:
* heb je op zondag wedstrijd, dan kan je maandag/dinsdag/woensdag nog trainen. Duur, niet intensief (en niet uitputtend)
* Donderdag niet te veel meer.
* vrijdag is een rustdag: helemaal niet trainen
* zaterdag doe je van alles een beetje: voor een loopwedstrijd eventjes (4-6km) loslopen, voor een duathlon 15-20km fietsen+4-6 lopen, en voor triathlon nog 1000m zwemmen daarbij. Alles los, rustig!!
* de dag na de wedstrijd los fietsen en/of zwemmen, NIET lopen (te belastend)
* 2e dag doe je niks