Ruim anderhalf jaar lang lukte het Debbie Graham om triathlonwedstrijden te mijden. Het idee dat ze er niet klaar voor was, weerhield haar van deelname. Tot ze vorig jaar werd uitgenodigd voor een supersprint (250 m zwemmen – 7,5 km fietsen – 2,5 km hardlopen) in Genève. Die uitdaging bracht ze tot een succesvol einde, waarna ze acht wijze lessen voor de beginnende triatleet opstelde.

  1. Schoolslag is prima, wat anderen ook zeggen

Zoals vele anderen dacht ik dat schoolslag veel gefronste wenkbrauwen zou opleveren, maar in werkelijkheid waren er meer schoolslagzwemmers dan borstcrawlzwemmers, en het zwemonderdeel was lang niet zo eng als ik dacht dat het zou zijn. Ja, het was intimiderend toen iedereen het water instormde, maar ik liet iedereen gaan en ging op mijn eigen tempo – en ik was niet eens de laatste die uit het water kwam.

  1. Als je nog nooit in een wetsuit hebt gezwommen, is het een goed idee om dat van tevoren te oefenen

Uiteindelijk zou het een keuze worden en ik wilde liever geen wetsuit dragen, maar voor het geval ik verplicht zou worden, probeerde ik hem een week van tevoren toch even uit. Dat was het moment waarop de paniek toesloeg, want ik werd sneller moe dan normaal gesproken, omdat je in een wetsuit veel minder bewegingsvrijheid hebt dan in een zwempak. Dit was iets waar ik niet op gerekend had en ineens leek het zwemgedeelte van 250 meter een stuk langer. Gelukkig was het uiteindelijk warm genoeg om zonder wetsuit te zwemmen, maar ik had mijn lesje geleerd.

  1. Maak je niet druk om de wissel

Ja, als je competitief bent, is het goed om een strakke wissel te hebben, maar maak je niet druk als het tijdens je eerste triathlon niet helemaal volgens plan verloopt. Ik had de 62e wisseltijd (van de 64 vrouwen), omdat ik mezelf niet goed had voorbereid, maar weet je wat? Ik had het nog steeds naar mijn zin en het betekende niet het einde van de wereld dat ik iets later dan ik had gewild aan het fietsonderdeel begon.

  1. Gebruik geen nieuwe spullen

Het was niet zozeer een nieuwe fiets als wel een totaal nieuw type fiets. Als een enthousiaste, maar ongeschoolde mountainbiker, had ik nog nooit op een racefiets gereden en achteraf gezien had ik echt tijd moeten maken om voor de wedstrijddag een keer te oefenen. De eerste kilometer was ik wat wankel, terwijl ik probeerde te wennen aan de versnellingen, remmen, het smalle frame – en de positie. Ik overleefde echter zonder in een crash terecht te komen en had het bijna onder de knie toen ik T2 inreed.

  1. Doe koppeltrainingen, ook voor een supersprint

‘Heb je koppeltrainingen gedaan?’ werd mij twee weken voor mijn eerste triathlon door een ervaren triatleet gevraagd. Een nee-schuddend gebaar zorgde ervoor dat ik naar de sportschool werd getrokken en ik een koppeltraining deed, maar dat was ook de enige. Ik was daardoor weinig voorbereid op hoe dood en zwaar mijn benen zouden voelen toen ik aan het looponderdeel begon. Ik concentreerde mezelf op het zetten van mijn ene voet voor de ander, terwijl ik mezelf ervan overtuigde dat het snel voorbij zou zijn. En hoewel dat niet het geval was, werd het wel beter en ging ik van moeizaam strompelen naar dribbelen, en werd het in de buurt van de finish zelfs hardlopen.

  1. Kies je eerste triathlon zorgvuldig en zoek een parcours uit dat bij je past

De afstanden, omstandigheden en het parcours van de Genève Triathlon waren perfect voor mij, en ja misschien was een langer zwem- en fietsonderdeel ook gelukt, maar dit evenement zorgde ervoor dat ik mijn eerste triathlon vol vertrouwen volbracht en direct opnieuw wilde racen – een belangrijke factor voor de beginnende triatleet. Het betekende ook dat mijn collega’s urenlang moesten luisteren naar ‘hoe ik een triatleet werd’. Als ik een finisher-shirt had ontvangen, had ik het overal met trots gedragen.

  1. Raak niet geïntimideerd

Terwijl we ons opstelden op het strand was het makkelijk geïntimideerd te raken door de sportief uitziende atleten en mezelf ongeschikt te voelen. Maar terwijl de race vorderde werd ik (vaak) ingehaald en passeerde ik op mijn beurt (een aantal) mensen. Welke race je ook doet, er zullen snellere en langzamere atleten zijn, en allemaal met sterke en zwakke punten. Het maakt echt niet uit of je de laatste of eerste bent, het gaat om de ervaring en het proberen. Deze sport is voor iedereen, vooral op supersprint-niveau. Er is genoeg tijd om serieus te worden in je tweede of derde seizoen of misschien wel helemaal nooit; het is aan jou – maar bereid je voor op les 8.

  1. Verwacht verslaafd te raken

Nadat ik in Geneve heb deelgenomen heb ik een racefiets gekocht, mezelf ingeschreven voor een volgende triathlon en heb ik mezelf aangemeld bij de lokale triathlonvereniging. Ik weet niet zeker of ze wat van mijn pogingen tot borstcrawl kunnen maken en denk dat ik eerder verteld word om het op te geven en het bij schoolslag te houden, wat ik prima vind.