“Ik heb er heel erg veel zin in.” Aanstaande zondag start Andreas Ressing zijn derde Long Distance van dit jaar. Het zal de laatste race zijn van zijn Triple Dutch-avontuur. Eerder dit jaar voltooide Ressing namelijk al de Frysman en slechts anderhalve week geleden finishte hij de Gelreman, maar zondag hoopt hij zich tijdens Challenge Almere-Amsterdam van zijn beste kant te laten zien en misschien – als de omstandigheden er naar zijn – zelfs onder de twaalf uur te duiken.
Maar, de voorbereidingen op dit pittige programma waren niet perfect, legt hij uit. “Ik heb eigenlijk heel weinig getraind, want ik kreeg pas anderhalve week voor de Frysman te horen dat het door ging. Ik ging er niet vanuit dat het nog zou lukken, dus ik had er niet echt specifiek naartoe getraind. Hardlopen doe ik wel altijd, omdat ik ook trainingen geef, maar voor het zwemmen en fietsen had ik niets gedaan.” Anderhalve week voor de wedstrijd stofte Ressing zijn fiets af om hem maar eens warm te draaien. “Ik heb nog een paar keer meer dan 100 kilometer gereden en ik heb denk ik drie keer gezwommen, maar je kunt de laatste dagen ook niet echt meer iets doen. Ik was dus best wel onvoorbereid.”
‘Een mooie kans’
Ondanks het gebrek aan training, besloot Ressing zich vrij spontaan aan het Triple Dutch-avontuur te wagen. “Ik stond al ingeschreven voor Almere en een paar dagen na de Frysman merkte ik dat ik goed herstelde. Na drie dagen was alle spierpijn weg en kon ik weer een beetje soepel bewegen. Toen bedacht ik me dat dit wel een mooie kans was om ook de Gelreman erbij te doen.”
‘Dat kostte veel kracht’
De Gelreman maakte het hem echter niet makkelijk gezien de felle wind, maar toch klokte Ressing een snellere tijd dan tijdens de Frysman. Slechts acht weken na de eerste Long Distance van 2021, verscheen Ressing in Arnhem aan de start van de Gelreman. “Ik heb de Frysman in 12:39 uur gedaan en de Gelreman in 12:36 uur. Ik hoop eigenlijk nog onder die 12:30 uur te komen in Almere.” Dat de Gelreman beter ging dan de Frysman, kwam als een verrassing: “Er stond een verschrikkelijk harde wind, juist op de dijk; steeds schuin of recht van voren. Dat was hard vechten en het kostte veel kracht. In de laatste ronde fietsen waren mijn benen wel wat leeg. Het verbaasde me dus wel dat ik daarna nog goed kon lopen. Het ging zelfs sneller dan bij de Frysman, net als het zwemmen.” Ondanks dat Ressing voor het fietsonderdeel een half uur langer nodig had, was hij overall vier minuten sneller tijdens zijn tweede race van de Triple Dutch.
‘Finishen ga ik sowieso’
Het is nu aftellen tot het startschot weer klinkt en vooral veel rusten. “Ik heb na de Gelreman eigenlijk niet echt meer getraind. Het is eerst een week herstellen en dan moet je weer taperen. Ik heb gisteren nog wel gelopen en dat ging goed. Vandaag ga ik nog even een stukje fietsen. Ik heb in ieder geval veel zin in dit weekend. Finishen ga ik sowieso”, klinkt Ressing vastbesloten.
