Zonder verwachtingen stond ze aan de start: Els Visser bij het WK Ironman op Hawaii. Afgelopen zaterdag werd ze tussen een veld van ongeveer veertig pro dames weggeschoten, op weg voor 3.8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42.2 kilometer hardlopen. Dat ze 16e zou worden had ze in haar stoutste dromen niet durven hopen. Maar toch gebeurde het. ,,En het gekke is: als ik nu video’s van de race terugkijk, met al die goede dames, dan kan ik me nauwelijks voorstellen dat ik daar tussen hoor. Ik voel me eerder een toeschouwer.”

Het is nog geen twee dagen na de race dat we uitgebreid met Visser spreken. Lichamelijk is ze alweer aardig hersteld, al heeft ze er alweer heel wat ‘dingen’ opzitten. Na haar wedstrijd dook ze de kroeg in, de volgende dag het eiland verkennen, een lekkere lunch en uiteindelijk de Award Ceremony. ,,Het is allemaal bijzonder om mee te maken”, zegt Visser daar nuchter over. ,,Woensdagavond (morgen, red.) vlieg ik weer terug, maar eerst ga ik hier nog even genieten. Snorkelen bijvoorbeeld, maar ook mijn ouders het parcours laten zien.”

‘Fuck, wat is dit?’

En dat parcours kent Visser inmiddels, ondanks dat dit dus haar debuut was bij wat door veel atleten wordt gezien als de belangrijkste race ter wereld. In de Nederlandse nacht van zaterdag op zondag knalde ze er in hoge vaart overheen. Vanaf het fietsonderdeel althans, want het zwemmen ging moeizaam. ,,Ik miste meteen de aansluiting met een groep en daarna ook een tweede groep. ‘Fuck, wat is dit’, dacht ik nog. Je hebt meteen het besef dat je je dag slecht begint, dat je tijd in het water gaat verliezen en daardoor ook de goede fietsgroepen mist. En dus gaat dat je óók tijd kosten. Tegelijkertijd wist ik ook dat ik er niks meer aan kon veranderen en probeerde ik mezelf zo min mogelijk druk te maken.”

Zelfde tempo als Lucy Charles: ‘Hoe cool is dat?’

Met een teleurstellende tijd van 1:02:44 kwam Visser dan ook met behoorlijke achterstand uit het water. Maar, verstand op nul dus en zo snel mogelijk tijd goedmaken. Met dat idee ging Visser van start op de fiets. ,,Dealen met wat je hebt. Ik ben de eerste zestig kilometer voluit gaan rijden. Ik wilde zo snel mogelijk in een goed groepje komen.”

Dat ‘voluit rijden’ legde Visser geen windeieren, want al snel raapte ze een aantal dames op en uit haar tussentijden viel op te maken dat ze lange tijd hetzelfde tempo reed als niemand minder dan koploopster Lucy Charles. Verdedigend Wereldkampioen Daniela Ryf, die overigens wel een slechte dag had, kon niet aan het fietstempo van de Nederlandse tippen. ,,Hoe cool is dat?”, lacht Visser. ,,Mijn coach voorspelde al dat ik sterk zou zijn op de fiets, merkte het al aan mijn trainingen. Maar dit is natuurlijk heel tof.”

Dames oprapend kwam Visser vlak voor het keerpunt, zo ongeveer halverwege het fietsparcours, bij een groepje met een aantal concurrenten. ,,Daar kon ik even de druk van mijn benen halen en zakte mijn intensiteit van ongeveer 95 naar 60 procent. Even op adem komen en het zuur uit de benen laten lopen.”

Lang genoot ze niet van die betrekkelijke rust, want op de terugweg ging het gas er, samen met een andere dame, weer flink op. ,,Aanvankelijk reed ik op kop en de laatste veertig kilometer zij. Ik heb flink moeten pushen om bij te blijven, maar dat was wel heel fijn. Daardoor heb ik echt álles uit mijn fietsonderdeel kunnen halen.”

(tekst gaat verder onder foto)

Els Visser ijzersterk op de fiets. (Foto: Hawaii Sports Photography)

‘Ik wist dat de race nog niet over was’

In de tweede wisselzone was Visser weer helemaal terug in de wedstrijd en ondanks dat de snelste dames natuurlijk al weg waren, was er wel weer een goede klassering mogelijk. ,,Ik wist ineens dat de race nog niet over was. Toch begon ik mijn eigen tempo te lopen, want ik wist ook dat de wedstrijd pas in de laatste vijftien kilometer werd beslist. Die eerste halve marathon ging eigenlijk heel snel voorbij. Ik voelde me goed.”

Niet geheel verwonderlijk werd het de tweede helft een stuk zwaarder, verloor Visser ook wel iets meer tijd en uiteindelijk ook nog een paar posities, maar toch liep de Nederlandse behoorlijk steady naar de finish, een eindtijd van 9:18:42 en daarmee een prachtige zestiende plaats. ,,Ik ben héél blij met wat ik hier heb neergezet”, is haar eerste reactie daarover. Een korte twijfel later. ,,Maar ik wil beter worden. Ik wil graag meer.”

‘Ik wil beter worden. Ik wil meer. Wie weet wat er nog meer mogelijk is?’

De meeste winst valt dan te halen uit het matige zwemonderdeel, maar misschien nog wel meer uit haar marathon. Die liep Visser nu in een tijd net onder de 3:20 uur. ,,Ik weet dat een echt snelle marathon voor mij nu nog teveel is. Maar volgend jaar, dan zou ik er zomaar nog tien minuten vanaf kunnen halen. Stel dat ik dan bij het fietsen meer aansluiting heb: wie weet wat er dan mogelijk is?”

De komende maanden vertoeft Visser in ieder geval weer even in Nederland. In november promoveert ze aan de Universiteit. ,,Dat is even schakelen, want momenteel sta ik heel ver weg van mijn bachelor. Daar ben ik de afgelopen weken natuurlijk niet mee bezig geweest. Toch is het vooral ook lekker om nu even op adem te komen en me daarop te richten.”

Visser geeft aan binnenkort met haar coach te gaan zitten om te bepalen welke wedstrijden er volgend seizoen op het programma staan. ,,Hawaii wordt sowieso weer het hoofddoel.”

Visser net na de wissel naar het lopen. (Foto: 3athlon | Hans Cleemput)