“Toen ik tussen al die atleten op de startlijn stond, ging mijn hartslag wel omhoog en ik zakte bijna door mijn benen van de spanning. Ik had daardoor ook geen hele goede start en vergat alles qua techniek en de dingen waarop ik wilde letten. Dat is gewoon de spanning… de eerste keer racen op dat niveau.” Afgelopen weekend maakte Ian Pennekamp met zijn deelname aan de World Triathlon Championship Finals U23 in Edmonton zijn debuut tussen de internationale top. Pennekamp kwam als 24e over de streep en maakte vooral tijdens het lopen indruk. We spraken hem uitgebreid over zijn race. 

“Ik was vlak na de wedstrijd wel tevreden, maar ik baalde ook een beetje”, blikt hij terug met een dubbel gevoel. “De fietsgroep fietste totaal niet en ik zwom ook wat langzamer dan ik normaal zou doen.” Om mee te komen met de snelste mannen moet Pennekamp vooral op dat eerste onderdeel nog stappen zetten, was dan ook zijn conclusie nadat hij zijn prestatie zelf direct kritisch analyseerde. “Als ik vijf seconden per 100 meter harder had gezwommen, kwam ik met de eerste atleten het water uit. Dus dat is waar ik aan moet werken.” 

‘Ik durfde niet echt in mijn eentje weg te fietsen’

Dat Pennekamp niet verder naar voren het water uit kwam, had waarschijnlijk ook te maken met de zenuwen, legt hij uit. Met knikkende knieën dook hij het water in, om vervolgens voor een moment al zijn focuspunten te vergeten. Dat kwam later gelukkig terug. Op de fiets werkte Pennekamp hard, maar helaas kreeg hij zijn groep niet mee. “Ik zat bij de laatsten die het water uit kwamen en kwam daardoor in een fietsgroep terecht die niet kon fietsen. Dat was wel jammer. Ik heb nog geprobeerd weg te rijden, maar ik durfde niet echt in mijn eentje weg te fietsen. Achteraf, als ik dat had gedaan, had ik misschien naar een andere groep toe kunnen fietsen. Dat is ook weer ervaring die je meeneemt na zo’n wedstrijd.” Eerder liet Pennekamp namelijk al eens zien dat hij na een pittig fietsonderdeel ook nog sterk kan rennen: “Tijdens het NK OD in Rotterdam hebben we veel harder gefietst – veel harder dan nu – en toen liep ik nog steeds een goede tien kilometer; daar train je ook wel op.” 

‘Blij verrast hoe hard ik kon lopen’

Dit weekend kon Pennekamp in ieder geval met grote tevredenheid terugblikken op zijn looponderdeel. “Ik was blij verrast met hoe hard ik in Edmonton kon lopen. Als je mijn tijd (32:17 minuut, red.) vergelijkt met de elite – dat was namelijk dezelfde afstand – zou ik met mijn looptijd in de top 25 hebben gestaan. Dat is toch wel een gaaf idee.” Binnen de U23-categorie klokte Pennekamp de zevende looptijd. 

‘Ik weet nu echt waar de lat ligt’

Dat bracht hem dus naar een mooie 24e plek in een debuut dat vooral bedoeld was om ervaring op te doen en er dus van te leren. En dat deed Pennekamp: “Ik wist wel dat ik aan mijn zwemmen moest werken, maar ik weet nu écht waar de lat ligt. Als ik daaraan ga werken, kan ik verder voorin meedoen.” Overigens haalt Pennekamp niet alleen leerpunten uit zijn Canadese avontuur, ook leerde hij in één klap veel van zijn internationale concurrenten kennen. “Doordat alle atleten in hetzelfde hotel zaten (vanwege de coronamaatregelen, red.) en op hetzelfde moment aten, leer je veel van die jongens kennen. Dat is heel leuk. Normaal zit iedereen in zijn eigen hotel en trek je veel meer je eigen plan, dan leer je mensen ook niet echt kennen. Nu heb ik wel leuk met internationale leeftijdsgenoten kunnen praten.” 

‘Barcelona en Quarteira op het programma’

Geïnspireerd en gemotiveerd keerde Pennekamp zondag weer terug naar Nederland. Met nog een paar internationale wedstrijden op het programma dit jaar, kan hij direct weer toewerken naar de volgende race. “Ik heb veel zin om internationaal meer te gaan racen en ervaring op te doen. Ik heb dit jaar Barcelona en Quarteira nog op het programma staan, maar het is nog wel afhankelijk van mijn ranking of ik ook op de startlijst kom.”