Koen van Meeuwen behaalde vorige week een vijfde plaats tijdens de Double Ultra Triathlon in Colmar, Frankrijk. Nadat hij in 2019 het plan maakte om een Deca Ultra Triathlon te doen – een tienvoudige Long Distance – stapte hij na een paar coronajaren en een gebrek aan motivatie uiteindelijk toch van dat plan af. Toen het plezier in het trainen weer terugkwam, ontstond er voorzichtig toch weer een nieuw doel: een dubbele Long Distance, waarbij Van Meeuwen dus 7,6 kilometer moest zwemmen, 360 kilometer fietsen en 84 kilometer lopen. We spraken hem over dit avontuur.

“Eigenlijk was ik al sinds 2019 bezig om eens een tienvoudige triathlon te doen, maar die wedstrijd werd toen niet georganiseerd en later kwamen de corona afgelastingen. Uiteindelijk heb ik afgelopen winter de stekker uit dat project getrokken. De motivatie was helemaal weg. Ik was tegen heug en meug aan het trainen. Dat kan niet de bedoeling zijn van het spelletje. Toen ik de race cancelde, kreeg ik het plezier al snel weer terug. Op een gegeven moment zag ik deze race voorbij komen. De uitdaging was groot genoeg om er op een gezonde manier bang voor te zijn en hard te moeten werken, maar het is minder extreem dan een tienvoudige”, zo denkt Van Meeuwen er althans over. “Maar…” vervolgt hij, “mijn referentiekader is misschien een beetje verknipt.”

‘Het is zeker ook een mentaal spel’

‘Makkelijk’ kunnen we een dubbele Long Distance dan ook niet noemen. En al beleefde Van Meeuwen een goede race, kwam hij zichzelf ook regelmatig tegen. Maar, vooral mentaal was hij sterker dan ooit, legt hij uit: “Daar ben ik de afgelopen jaren wel in gegroeid. Al is dat deels groei en ook deels geluk, want het betekent niet dat het de volgende keer mentaal weer zo goed gaat. Ik heb de afgelopen jaren wel met een sportpsycholoog gewerkt om mijn hoofd sterker te krijgen. Het is natuurlijk een fysiek spel, maar ook een mentaal spel; zeker op de ultra afstanden.”

‘Compleet over de kook’

Donderdagmiddag dook Van Meeuwen in het water voor het eerste onderdeel: 7,6 kilometer zwemmen. Daar had Van Meeuwen – inclusief de wissel naar het fietsen – 3:19 uur voor nodig. “Tijdens ultra triathlons moet je ongeacht de temperatuur verplicht een wetsuit aan, maar het was super warm, dus ik ging compleet over de kook. Dat merkte ik tijdens het zwemmen al, maar ook tijdens de eerste uren van het fietsen nog. Dat maakte het wel pittig.”

‘Je moest continu opletten’

In de nacht die Van Meeuwen door moest fietsen, sloeg het weer om. “We kregen veel regen, storm… en ik kreeg twee lekke banden. Het parcours was vlak, maar wel pittig door de vele scherpe bochten. In het donker waren die niet altijd goed te zien, waardoor je niet echt kon racen; je moest continu opletten.”

‘Dat was echt pushen’

Met een fietstijd van 15:25:24 uur achter zijn naam, maakte Van Meeuwen zich vervolgens op voor het looponderdeel. “Tijdens het lopen werd het weer warm. De eerste marathon ging eigenlijk heel lekker; toen zat ik nog relatief lekker in mijn energie. Ik kon eigenlijk alles rennen. Tijdens de tweede marathon moest ik steeds vaker een stukje wandelen. Dat was echt pushen.”

‘Mentaal nog nooit zo goed in een wedstrijd gezeten’

Van Meeuwen noteerde uiteindelijk een eindtijd van 30:51 uur – met een looptijd van 12:05 uur – en was daarmee iets langzamer dan de 27 uur die hij de vorige keer op dezelfde afstand noteerde. “Eigenlijk had ik daar onder willen duiken, maar dit was wel een fanatische race. Ik heb mentaal nog nooit zo goed in een wedstrijd gezeten en ik heb bijna van alles genoten. Wat een valkuil kan zijn, is dat als je moe wordt, je aan jezelf gaat twijfelen of zelfmedelijden krijgt. Maar in dit soort wedstrijden moet je het met je hoofd doen, want je lichaam haakt op een gegeven moment toch wel af.”

Dat Van Meeuwen met zoveel plezier richting deze finishtijd en een vijfde plek liep, is dan ook iets waar hij trots op is. “Ik finish ook liever in 30 uur in deze mentale modes dan dat ik met hangen en wurgen zes uur sneller was geweest.”