“Ik ben ondertussen wel weer bij zinnen”, reageert Van der Weijden opgewekt enkele minuten na het volbrengen van de ThuisTriathlon. “Ik weet niet hoe dat is voor triatleten die meer ervaring hebben, maar ik merk dat na het lopen van een marathon de pijn niet gelijk weg is. Je knieën blijf je bijvoorbeeld voelen. Tijdens het lopen verlang je heel erg naar het moment dat het klaar is, maar als je stopt, is het nog niet klaar…dan is het helemaal niet zoveel beter, want dan voel je de spierpijn.” 

De spierpijn mag dan wel zeuren, niets kan het euforische gevoel dat Van der Weijden overhoudt aan deze speciale dag nu nog wegnemen. “Ik vond het echt heel bijzonder en leuk. Het in het donker starten met zwemmen…en het fietsen vond ik ook leuk. Het was mooi om te zien hoeveel mensen vanuit de triathlonwereld er waren. Ik zag Evert, Maya, Rachel, Milan, Tom en Tim. Aan Tom en Maya had ik aan het eind nog wat toen ik veel moeite had om de groep bij te houden. Als er af en toe een gaatje viel, hadden zij dat door en brachten ze mij terug. Het was bijzonder om te zien dat je in deze tijd toch nog samen iets kunt doen.” 

‘Ik bedacht mij continu dat het zwaarste nog moest komen’

Op de fiets kon Van der Weijden zowaar zelfs een beetje genieten. Iets waar hij zich bijna een beetje schuldig over voelde. “Het fietsen viel mij eigenlijk wel mee. Een paar maanden terug fietste ik dit rondje wel eens met een groepje in Zwift, met een pacer die de hele dag rondjes rijdt, maar toen ik daar voor het eerst bij aansloot moest ik echt moeite doen om erbij te blijven.” Dat was nu wel anders: “Door het trainen, de rust en het feit dat ik nu wat lichter ben en daardoor een minder hoog wattage hoef te trappen, kon ik het makkelijker aan. Zeker de eerste paar uur op de fiets zat ik er ontspannen bij, zat ik veel op mijn telefoon en voelde ik mij bijna schuldig dat ik het niet zwaar had. Maar ik bedacht mij ook continu dat het zwaarste nog moest komen. Ik wist dat het lopen zwaar zou worden…en dat gebeurde ook.”  

‘Wat ben ik ook aan het doen?’

“Toen ik begon met lopen, voelde ik mij nog best fit. Het fietsen ging snel en ik dacht dat als het lopen mee zou zitten, ik nog onder de negen uur kon komen. Ik had mij bedacht op elf kilometer per uur te starten, maar uiteindelijk durfde ik het aan om met twaalf kilometer per uur te starten; dan kan het tempo daarna nog iets afzwakken en kan ik alsnog de negen uur halen, dacht ik.” Dat liep echter – zoals dat helaas vaak gaat in een Long Distance – anders dan verwacht. “De eerste vijftien kilometer hield ik dat vol. Toen was ik enthousiast dat het allemaal volgens plan ging, maar ik zag wel dat de hartslag iets boven de 145 ging en zelfs richting de 155. Ik ken mijn zones een beetje dus ondanks dat ik voelde dat het lekker ging, merkte ik dat mijn hartslag wat te hoog werd. Toen ben ik iets langzamer gaan lopen – ongeveer 11,5 kilometer per uur – en viel ik even op de loopband. Toen dacht ik ‘want ben ik ook aan het doen, continu de grens aan het opzoeken terwijl dat helemaal niet hoeft’.” Van der Weijden besloot dan ook gas terug te nemen. 

‘Enorm trots dat het gelukt is’

“Op het eind zakte ik naar negen kilometer per uur en moest ik een kilometer wandelen. Dat wil je natuurlijk niet, maar als het niet gaat, gaat het niet. Ik ben enorm trots dat het uiteindelijk gelukt is. Ik vond het écht leuk, maar ook écht zwaar. Het is mooi dat we dit samen met 160 deelnemers hebben gedaan en inmiddels hebben we al 88.683 euro ingezameld (doneren kan nog steeds, red.). Dat is gewoon super gaaf!” 

‘Als je mensen vraagt om geld, moet je ook echt alles geven’

Al durfde hij het eigenlijk niet hardop uit te spreken, droomde Van der Weijden stiekem van een tijd onder de negen uur. Dat dit wellicht over zijn grens zou zijn, was de atleet zich bewust, maar juist daarom zet hij graag hoog in. “Ik denk dat het komt doordat ik geld inzamel. We hebben natuurlijk het motto: ik geef alles, doe je mee met alles geven? Als je mensen vraagt om geld, moet je ook wel écht alles geven vind ik, omdat het anders niet rechtvaardigt dat je hen om hulp vraagt. Om alles te geven, moet je je grens opzoeken. Dat hoort een beetje bij mij. En het zorgt dat ik er soms een beetje overheen ga. Als ik denk dat 9:30 uur een realistische tijd is, krijg ik al snel het idee dat een tijd onder de negen uur ook gaaf zou zijn. Ik wist dat het moeilijk zou worden en ik heb ook wel de ervaring dat ik het niet vooraf tegen iedereen moet zeggen, want die dromen die ik heb, haal ik bijna nooit. Het eerste jaar van de Elfstedenzwemtocht haalde ik het ook niet. Dat komt doordat ik dus altijd die grens opzoek.” 

‘Ik voel mij enorm geholpen en gesteund door de triathlonwereld’

Of we de top atleet nog eens terugzien in een triathlon, durft hij nog niet te beloven, maar tussen de zinnen door krijgen wij toch sterk de indruk dat Van der Weijden er nog niet klaar mee is. “De komende dagen ga ik even bijkomen. Je moet na zoiets als dit nooit gelijk vooruit kijken, maar ik geniet van het ‘triathlonnen’. Ik vind het heel erg leuk. Ik vind de uitdaging tof en ik voelde me vandaag en de afgelopen maanden enorm geholpen en gesteund door de triatlonwereld. Je moet dus nooit direct vooruitkijken, maar het voelde allemaal wel heel erg fijn.”