De bewering die de NTB gisteren in een online statement plaatste, waarin stond dat het NOC*NSF op de hoogte zou zijn van de door ons aangekaarte eigen bijdrage van 750 euro, waarmee sommige atleten door de NTB onder druk worden gezet om een A-status te krijgen of te behouden, is pertinent onjuist. Dat blijkt nadat wij zojuist contact hebben gehad met NOC*NSF-persvoorlichter Geert Slot. “Wij zijn alleen op de hoogte van de eigen bijdrage die in het faciliteitenplan, dus op de website van de NTB, staat.”

In de specificatie van de eigen bijdragen in dat plan, wordt echter nergens gesproken over die 750 euro per maand, die slechts een aantal atleten maandelijks dienen te betalen. Verschillende atleten hebben zich de afgelopen periode bij ons gemeld met dit verhaal, waarbij ze allemaal aangaven zwaar onder druk gezet te worden tijdens gesprekken met Technisch Directeur Adrie Berk, die hen op het hart zou drukken dat er zonder betaling geen A-status zou komen, dat die anders naar anderen zou gaan én dat er vooral ook niet met anderen over gepraat mocht worden. Bij deze gesprekken hebben ook wel eens aan het NTC gelieerde coaches gezeten.

De NTB plaatste gisteren deze verklaring online:

“Naast deze acties is er de afgelopen dagen ook nauw contact met NOC*NSF geweest. De hele georganiseerde gecentraliseerde topsport ligt onder een vergrootglas. In de media komen ook zaken naar boven die feitelijk onjuist weergegeven worden. De bewering dat de verlening van A-statussen aan sporters van de NTB niet rechtmatig verlopen zou zijn, berust niet op waarheid. De toegepaste procedure is transparant, volgens de NTB-reglementen toegepast, afgestemd met NOC*NSF en op vergelijkbare wijze gehanteerd bij meerdere sportbonden. Een A-status is niet te koop.”

NOC*NSF: “Ik zou werk van deze situatie maken”

In reactie op onze vragen, reageert NOC*NSF persvoorlichter Slot. “Wij hebben doorlopend contact met al onze leden, dus ook met de NTB. Maar wij zijn absoluut niet op de hoogte van die extra eigen bijdrage waar jullie over berichten. Als ik één van die sporters was, zou ik werk van deze situatie maken. Ze zouden bijvoorbeeld naar de ledenvergadering of het bestuur kunnen stappen. Als het waar is, zou ik er echt iets mee doen als ik hen was.”