Recent deelden wij een artikel met daarin interessante uitspraken van Jan Frodeno, zijn coach en voormalig Wereldkampioenen Thomas Hellriegel en Normann Stadler over trainingsomvang. De één zweert bij een grote omvang en lange koppeltrainingen – zoals bijvoorbeeld vijf uur fietsen gevolgd door minstens een half uur hardlopen op uitdagend tempo – en de ander gelooft dat het misschien mentaal dan wel mag werken, maar dat het fysiek totaal overbodig is. Lionel Sanders werd in Hawaii al eens geconfronteerd met de keerzijde van het draaien van een grote omvang en hij is zeker niet de enige atleet die op wedstrijddag niet kan pieken door de in training opgebouwde vermoeidheid. Via Instagram vroegen we jullie wat jullie denken over dergelijke ‘monstertrainingen’ , of jullie er wel of niet in geloven en waarom.

Een krappe meerderheid van 60% sluit zich aan bij team Frodeno. Team Hellriegel – de aanpak van atleten van de oude stempel volgens Frodeno – krijgt 40% mee met hun ideeën over training. Maar waarom geloven jullie dan precies wel/niet in deze monstertrainingen?

Kwaliteit boven kwantiteit: ‘Herstel duurt te lang’ 
‘Pvdeheuvel76’ trapt een grote instroom aan kritische reacties meteen duidelijk af. ,,Werkt averechts”, reageert hij op de vraag waarom hij wel of niet in monstertrainingen gelooft. Ook Iwan Brink is geen voorstander: ,,Mijn lichaam verwerkt ze slecht, dus de trainingen daarna zijn dan ook minder.” Kees de Loper kan zich daarbij aansluiten. ,,Veel te slopend”, reageert hij. Jose Vught gelooft ook niet in monstertrainingen: ,,Omdat de belasting te groot is en herstel daardoor te lang duurt, beter effectieve kwalitatieve trainingen.” Nelleke Balde sluit zich daarbij aan: ,,Je herstel duurt te lang.”

‘Hero days rule!’
Koen van Meeuwen herkent bovenstaande als ultra-triatleet niet echt, maar dat is misschien dus ook niet zo gek gezien zijn achtergrond. ,,Voor een hele kunnen dit soort trainingen ook goed zijn voor de mentale voorbereiding. En voor alles langer dan een hele zijn dit vrij ‘normale/relaxte’ trainingsdagen, maar als ultra-triatleet is mijn referentiekader waarschijnlijk een beetje ontspoord”, lacht Van Meeuwen. Roger van Tongeren gelooft in dit soort pittige dagen en heeft er een mooie benaming voor: ,,Hero days rule!!”

Niet huilen 
Beau Visser is dan wel geen ultra-triatleet, maar wel een harde. ,,Niet huilen”, reageert hij grappend. Duur is volgens Stijn Jansen het belangrijkste onderdeel van training en daarom gelooft hij in de zogenaamde monstertrainingen. ,,Trainen is 80% heel veel duur en 10% heel hard. Frodeno is al twintig jaar top”, geeft hij als reden waarom de Duitser deze trainingen wellicht ook minder hard nodig heeft.

‘Train smart’ 
,,Voegt behalve langere hersteltijd en extra blessurerisico niets toe. Hooguit mentaal”, aldus ‘Jhaest’ die niet in het fysieke effect van monstertrainingen gelooft. Tijmen Smit: ,,Train smart!” Robert Sonke vindt dat het wel moet kunnen, maar op de voorwaarde dat er goed over nagedacht wordt: ,,Kan wel een keer, maar planning is belangrijk. Anders bouw je teveel vermoeidheid op.” Ook ‘Rolandhougardyvos’ gelooft dat het soms juist wel goed is voor je lichaam: ,,Het is altijd goed om het lichaam dit te laten voelen. Maar niet te vaak!”

Sportvoeding testen en iedereen is anders
Ramon Jongschaap kiest voor de gulden middenweg: ,,Het uitvoeren van lange trainingen kan goed zijn om bijvoorbeeld je nutrition te testen, maar om het wekelijks te doen lijkt mij niet handig. Wel twee of drie keer voor een wedstrijd.” Noël Brand benadrukt dat voor iedereen iets anders werkt: ,,Alles werkt wel, voor de juiste persoon, op het juiste moment, op de juiste tijd.”

‘Ik ben zelf een monster’
Maarten van Kooij heeft het allemaal totaal niet nodig en heeft daarvoor misschien wel de allerbeste reden: ,,Ik ben zelf al een monster.”